ni= damd 11953-2023
M
Bi"!
i -
4
qy d
1
De Ramp ligt achter ons,
waarom zouden we
terugkijken? „Iedereen
moet de risico’s van het
water kennen", zegt Jan
Geluk van de Stichting
Vrienden van het
Watersnoodmuseum.
Ik heb de Ramp
een keer
meegemaakt
en ik hoef ’m
geen tweede
keer mee te
maken
Vader redde de polder
Dat de polder van Noordgouwe en
Schuddebeurs droog bleef, is waar
schijnlijk te danken aan Jans vader
Bram Geluk, die destijds in het pol
derbestuur zat. „Mijn vader was om
een uur of half tien ’s avonds bij het
Sas in Zierikzee wezen kijken. Toen
was het eb, maar het water stond al
op de kade. Hij wist, als het hoog wa
ter is, komt er nog anderhalve meter
bovenop. Toen heeft hij mensen van
de boerderijen wakker gemaakt om
de duikers in de dijken dicht te gaan
maken met zandzakken en zeilen. De
an Geluk was 2,5 jaar oud
toen er midden in de
rampnacht ineens een
meisje bij hem in bed werd
gelegd. Lachend: „Op die
leeftijd vond ik dat nog niet zo pret
tig.” Het meisje en haar familie wa
ren vanuit Dreischor gevlucht voor
het water. Bij de familie Geluk thuis,
op buitenplaats Weelzicht in Schud
debeurs, bleef het droog. „Later heb
ik daar nog eens met Corry Slager,
een enthousiaste vrijwilliger van het
Watersnoodmuseum, over gesproken
en toen zei zij: Waarschijnlijk ben ik
dat meisje geweest’”, vertelt Geluk.
Uiteindelijk heeft ook hij moeten
vluchten voor het water. „Het is on
voorstelbaar welke herinneringen ik
daar nog aan heb”, zegt de nu 72-ja-
rige Geluk. Hij kwam, zodra het weer
kon, met zijn familie terug naar Zee
land. Hij woont nog altijd in Schud
debeurs, alleen in een ander huis. Vijf
jaar geleden verkocht hij de boerderij
waar hij is opgegroeid. En daar in
Schuddebeurs, waar het tijdens de
rampnacht van 1953 droog bleef, voelt
Geluk zich veilig. Misschien komt het
ook wel doordat hij vlak achter de
Schouwse dijk woont. „Die dijk is als
eerste versterkt bij de Deltawerken
na 1953.” Een schijnveiligheid? „Er is
geen land ter wereld dat de veiligheid
van de dijken beter op orde heeft dan
Nederland.” Geluk kan het weten als
voormalig dijkgraaf van het water
schap Hollandse Delta. En toch waar
schuwt hij dat we op ons hoede moe
ten zijn. Dat we de risico’s van het
water moeten kennen. „Ik heb de
Ramp een keer meegemaakt en ik
hoef ’m geen tweede keer mee te ma
ken.”
zo de jeugd naar binnen en brengt ze
kennis bij over het water, maar ook
over de risico’s.”
mensen hadden daar natuurlijk geen
zin in, die zeiden, moeten we dat met
dit pokkenweer gaan doen? Ga toch
maar doen, zei mijn vader. Ze hebben
het uiteindelijk toch gedaan en zo
heeft het water niet door de dijk heen
kunnen komen en zijn Noordgouwe
en Schuddebeurs droog gebleven”,
vertelt Geluk. Tussen neus en lippen
door: „Het is overigens voor het eerst
dat dit verhaal naar buiten komt.”
‘Ik voelde me verplicht’
Sinds twee jaar is Geluk voorzitter
van het bestuur van de Stichting
Vrienden van het Watersnoodmu
seum, officieel de Stichting Vrienden
van de Stichting Nationaal Monu
ment Watersnood 1953. Het is een
club van mensen die zich betrokken
voelt bij het Watersnoodmuseum en
de Ramp. „Ik werd ervoor gevraagd
en voelde mij verplicht dat op te pak
ken”, zegt Geluk. Hij doelt daarmee
op zijn achtergrond als Tweede Ka
merlid (van 1998 tot 2005) en dijk
graaf (van 2005 tot 2017), maar ook
voordien als landbouwer. In al die
functies had hij te maken met water.
De stichting krijgt jaarlijks gemid
deld 10.000 euro aan donaties binnen
waarmee projecten van het Waters
noodmuseum in Ouwerkerk worden
gesteund. In dit herdenkingsjaar
trekken de Vrienden meer geld uit
om mensen over de drempel van het
Watersnoodmuseum te krijgen. „We
hebben 7500 euro gereserveerd voor
een bus die schoolklassen in met
name de regio Zuidwest-Nederland
ophaalt en naar het museum brengt.”
Belangrijk, vindt Geluk: „Om de toe
komst te begrijpen, moet je weten
hoe de historie in elkaar zit. Je trekt
Herdenking
De stichting steunt met 10.000 euro
het project Ik ben van ’53 van het Wa
tersnoodmuseum en Omroep Zeel
and: „Bij sommige verhalen lopen de
rillingen me over de rug. Het is goed
om daarbij stil te staan en te weten:
veiligheid is niet vanzelfsprekend.”
De nationale watersnoodherdenking
op 1 februari wordt met 2500 euro ge
steund vanuit de stichting. Die heeft
daar verder geen actieve rol bij. Ge
luk: „Ik ga er wel naartoe en sta er al
tijd bij stil. Vanwege mijn achter
grond en wat ik heb meegemaakt.”
-
WT” Sa
A Het bestuur van de
Stichting Vrienden
van het Watersnood
museum: Arnoud
Slagter, Marieke
Heijboer, Arian Bak
ker, Jan Geluk en Gert
Kooman (vlnr) steunt
de activiteiten in het
herdenkingsjaar van
de Ramp met extra
geld.
FOTO MARIEKE MANDEMAKER
- Jan Geluk, voorzitter
Stichting Vrienden
van het Watersnood
museum
Beluister ook onze podcastserie
De vermisten van ’53 op
pzc.nl/podcast of via uw favoriete
podcastapp.
Valeska Nastaly
Ouwerkerk
Het bleef droog bij Jan Geluk,
maar het water laat hem nooit los
De Stichting Vrienden van het Watersnoodmuseum wil ook jeugd over
de drempel van het museum in Ouwerkerk krijgen en bekostigt dit jaar
een bus die schoolklassen ophaalt, fotoernestaverburg
DONDERDAG 19 JANUARI 2023 GO
O
c
|r1
k"
MINA
no