Joyce Sylvester Dierenmens Waar je wieg staat, moet er niet toe doen Inspiratiebron van Beethoven De nerveus geworden verkoopster besloot toch maar de bestelling op te nemen ‘De vraag is natuurlijk ofvogelzang muziek is’ 12 hun territorium. Met hun gefluit en gekwetter zeg gen ze eigenlijk ‘ik woon hier’. Het is ook een manier om vrouwtjes te verleiden. Als de nachtegaal in het voorjaar na een verblijf van enkele maanden in Afrika weer in Nederland landt, zingt hij in het begin bijna dag en nacht. Pas als een vrouwtje voor de char mante migrant is gevallen, houdt hij zich een beetje in. Dan is hij meestal vóór middernacht wel uitge zongen. Kunnen vogels ook ge woon voor hun plezier fluiten? Zoals mensen zich weleens onder de douche laten gaan? Rochette denkt van wel. Net als bij mensen is wetenschappelijk aange toond dat bij vogels tijdens het zingen in de hersenen een stofje vrijkomt dat een goed gevoel geeft. De vogel en de componist van Femand Rochette is ge nomineerd voor de Jan Wol kers Prijs, de jaarlijkse prijs voor het beste natuurboek vanBNNVara (Vroege Vo gels), WNFen de Volkskrant. Op zondag 23 oktober wordt de winnaar bekendgemaakt. Rochette is al zijn hele le ven in de ban van vogels. Hij groeide op in de Mo- lenbeekvallei, een natuur gebied in de buurt van het Belgische Leuven. Stam gasten als de rietzanger en de wielewaal kwetterden gewoon voor zijn deur en al zijn broers waren voge laars. „Wij gingen niet naar Walibi of Bobbejaanland, nee, wij gingen de natuur in om de mooiste fazant- pluimen te zoeken.” Inmiddels werkt hij als natuurgids. En hij zet zich in voor meer muziek en natuur in het onderwijs, omdat hij als doctor in de psychologie zeker weet dat dat de ontwikkeling van kinderen ten goede komt. Rochettes favoriete nachtegaal-muziekstuk is Caprice and Elegy, op cello gespeeld door Beatrice Harrison (1892-1965). Ze musiceerde vaak in haar eigen tuin en kwam tot de ontdekking dat een nach tegaal haar spel beant woordde. In mei 1924, twee jaar na de lancering van BBC Ra dio, haalde ze de directie over opnames te maken bij haar onder de eikenboom. Het werd de eerste live- uitzending van de BBC in de buitenlucht ooit. Het publiek reageerde zo en thousiast dat het evene ment nog tot 1936 elke zo mer werd herhaald. Dank zij de nachtegaal werd Har rison een bekendheid on der miljoenen luisteraars in Engeland, Frankrijk en Italië. ij de bakker stond ik onlangs te wachten op mijn beurt. Vanuit de verte zag ik dat mijn favoriete MonChougebakje er gelukkig nog was. De rij schoot echter niet op. Ineens drong tot me door wat er aan de hand was. Er lag een hond op de grond en dat leidde tot nogal wat ophef en vertraging. De verkoopster achter de kassa zei vriendelijk dat het beestje niet naar binnen had mogen komen en vroeg of mevrouw de hond buiten aan de paal wilde zetten? „Nee, dat doe ik niet, straks is mijn hond weg.” De ver koopster antwoordde geduldig: „Dat valt wel mee, we hebben goed zicht op uw hond.” „Het lijkt me geen goed plan, hij is ook nog een beetje jong.” „Maar mevrouw, we hebben het al moeilijk genoeg. Als we ons niet aan de regels houden, riskeren wij een boete.” „Nou ja, geld is voor mij geen pro bleem. Die boete betaal ik dan wel. En schiet nou maar op, des te sneller ben ik hier weg met mijn hond.” „De vraag die vaak wordt gesteld, is natuurlijk of je vogelzang zelf tot de mu ziek mag rekenen”, zegt Rochette. „Hier volg ik graag Henkjan Honing, hoogleraar muziekcognitie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij stelt: als iets klinkt als muziek en de klanken je kunnen beroe ren zoals vogelzang dat doet, dan is het muziek.” In zijn boek legt hij uit waarom vogels zo goed ge bekt zijn. Een van de rede nen is het afbakenen van Mijn ouders leerden mij al jong dat de ene mens niets meer maar ook niets minder waard is dan de andere. Ga respectvol om met de mensen, de dieren en de natuur om je heen en let goed op de verhoudingen. Want die zijn er! Ze kwamen heel jong uit Suriname, destijds een kolonie van Neder land. Mijn vader en moeder kwamen om te werken en om hun opleidingen te vervolgen. ‘Doe mee in de samenleving!’, was het mantra bij ons thuis. Dus sportte ik bij diverse verenigingen. Op de zondagen ging ik met mijn ouders mee naar voetbalvereniging Real Sra- nang. Daar deden we vrijwilligerswerk. Thuis hadden we het niet breed, maar we kwamen rond zonder schulden. Met mijn vader, moeder en drie zussen was ik gelukkig. De plek waar je wieg heeft gestaan, zou er niet toe moeten doen. Of je nu rijk of arm bent, zou niet tot verschillen moeten leiden. Allemaal zouden we dezelfde mogelijkheden moeten hebben in de samenleving. Maar alle maal weten we dat dit in de praktijk niet zo is. De kansen zijn veel groter voor de kinderen van die mevrouw met haar hond en de familie van die meneer met de rietgekapte villa. Maar dat betekent niet dat deze mensen zich zo mogen opstellen ten opzichte van anderen. Kansengelijkheid blijft een hot topic. Net als het fatsoenlijk en respectvol omgaan met elkaar. Uiteindelijk heeft dat veel meer waarde dan een dikke portemonnee in je achterzak. De wachtenden in de rij reageerden verontwaardigd, maar mevrouw bleef staan en inmiddels begon de hond de in de winkel aanwezige men sen blij te likken. De inmiddels heel nerveus geworden verkoopster besloot dan toch maar om even snel de bestelling van mevrouw op te nemen, on der afkeurende geluiden van de mensen die nog steeds in de rij stonden te wachten. Deze mevrouw is helaas geen uitzonde ring. Ik zie en hoor vaker mensen die den ken zich zo te kunnen gedragen. Toen ik aan het werk was op het Naar- dense stadskantoor, kwam er een meneer briesend binnenvallen nadat hij bij de in gang de baliemedewerker en vervolgens de secretaresse en de bodes aan de kant had ge duwd. Hij schreeuwde dat hij een parkeer bon had gekregen. Mijn vraag of hij mis schien op een foute plek had gestaan, beves tigde hij zonder blikken of blozen. Om te vervolgen met: „Weet u wel wie ik ben, bur gemeester? Ik woon rietgekapt. U moet deze bon intrekken.” De inmiddels toegesnelde bodes kon ik geruststellen: meneer zou zich zelf uitlaten. Voor dat karretje liet ik mij niet spannen. Twee willekeurige voorbeelden met één overeenkomst: deze mensen zijn arrogant. Ze zijn overtuigd van zichzelf en kijken neer op anderen. De medemens is geboren om hun orders uit te voeren. Bij mij zijn deze lieden aan het verkeerde adres. Ik kan totaal niet met ze uit de voeten. et was enkele zo- mers geleden bij H Renesse. De Belgi sche vogelaar Fernand Rochette stond in de dui nen stil te luisteren. Een vrouw die van het strand kwam, hield ook haar pas in. „Nachtegaal”, zei ze. Een tweede dame stopte, spitste haar oren en zei slechts zachtjes één woord, in het Duits. „Nachtigall.” Zo stonden ze daar ge drieën in de schemering te luisteren naar een intiem vogelconcert. „We voelden ons intens met elkaar ver bonden”, vertelt Rochette via de telefoon. De nachte gaal is volgens hem onmis kenbaar de beste zanger onder de vogels, en is zelfs in staat de eerste en tweede stem gelijktijdig te zingen. „De variatie in zijn zang is zo groot. Zowel qua toon hoogte als qua ritme. Hij wisselt korte fluitjes af met langgerekte uithalen.” Het is dan ook geen toe val dat zoveel componisten zich lieten inspireren door de nachtegaal. Rochette schreef er een boek over: De vogel en de componist. Daarin beschrijft hij aller lei muziekstukken waarin vogels te horen zijn. In de kantlijn staan QR-codes waarmee je als lezer direct via je telefoon de muziek kunt beluisteren en mee wordt genomen in zijn verhaal. Rochette, amateurmusi- cus en gepensioneerd di recteur van de lerarenop leiding in Brussel, zette zestien muziekstukken op een rij die gelinkt zijn aan de nachtegaal, van Schu bert (Die Nachtigall) tot Pink Floyd (Cirrus minor). Ludwig van Beethoven zou zelfs volgens zijn biograaf hebben gezegd dat hij zijn Pastorale schreef bij een kabbelend beekje nabij Wenen, terwijl hij luis terde naar de zang van ver schillende vogels. In zijn Szene am Bach wordt de nachtegaal weergegeven door een trillende fluit. Nachtegaal Joyce Sylvester schrijft op deze plek wekelijks over onderwerpen die haar raken. Meestal gaat de krant over mensen. Annemarie Haverkamp schrijft over dieren met een verhaal. Joyce Sylvester was senator voor de PvdA en werd in 2008 de eerste vrouwelijke burgemeester van Surinaamse afkomst. Ze schreef de autobiografie Bent de burgemeester? Woonplaats: Europa, Afrika Bijzonderheid: kan eerste en tweede stem door elkaar zingen Heeft u een suggestie voor een dier met een verhaal? Mail annemarie@ dpgmedia.nl FOTO GETTY IMAGES ZATERDAG 15 OKTOBER 2022 GO

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2022 | | pagina 60