‘Mijn moeder
zegt nog ‘ze’,
maar dat vind ik
niet erg’
R
1
24
‘WAT WAS IK BLIJ TOEN IK erachter kwam dat er een
naam bestaat voor hoe ik me voel. Ik ben geboren
met vrouwelijke kenmerken, maar voel me geen
meisje en geen jongen. Ik ben gewoon Siene. ‘De
wereld is nog een kind,’ zegt mijn moeder over
de zichtbaarheid en acceptatie van non-binaire
mensen. Op school moet ik leuren voor een gender-
neutraal toilet. Weinig mensen snappen dat ik zowel
in de meisjes- als in de jongens-wc raar word
aangekeken. Toch loop ik niet met een rot
gevoel door de gangen. Bij gym kleed ik me
om bij de meiden, maar tijdens een sportdag
liep een keer een meisje uit een andere klas
de kleedkamer uit, omdat ze dacht dat er een
jongen aanwezig was. Toen is mijn identiteit
binnen het lerarenteam besproken.
Sinds mijn zesde draag ik mijn haar kort. Ik
houd van voetbal en vind ballet verschrik
kelijk. Op mijn elfde vertelde ik in groep 8
dat ik non-binair ben. Ik keek naar tv-serie
Spangas. Daarin speelde Thorn Vineyard, nu
een boegbeeld van de non-binaire commu
nity. Ik herkende mezelf daar zo in, dat ik
Thorn een bericht stuurde. Daarop hielp die
me via WhatsApp mijn verhaal te vertellen in
de klas. Ja, wel eng. Maar de kinderen reageer
den gelukkig heel begripvol.
Op Snapchat gebeuren weleens vervelende dingen.
Krijg ik als reactie: Ben je gay of zo. Maar mijn
geaardheid heeft natuurlijk niets te maken met mijn
gender. Ik was voor het eerst verliefd op een meisje,
daarna op een jongen. Ik val gewoon op mensen.
Als non-binair persoon kun je jezelf sowieso niet
labelen als hetero of gay.
Mijn moeder noemt me nog steeds ‘ze’. Van mijn
familie vind ik dat niet erg, die zijn al zo lang
gewend om me ‘ze’ en ‘zij’ te noemen. Ze oefenen
er goed mee en steunen me; mijn vader en zijn
vriendin stonden mee te juichen op de Amsterdam
Pride. Vreemden noemen me vaak ‘hij’. Zo zie ik
eruit, denk ik. Voor mij gaat het erom dat de nieuwe
mensen die ik ontmoet en die weten dat ik non
binair ben, me niet misgenderen. Dat gaat meestal
goed.
De zomers bracht ik tot nu toe door in bikini. Ik
weet nog niet of ik dat in de toekomst ook doe.
Misschien blijk ik dan transgender. Of een vrouw.
Je kunt dit proces niet overhaasten.’
SIENE (13, die/diens)
WOONT IN DRIEHUIS EN ZIT IN 2 HAVO.