ALEXANDER DOCTER (51) uit
Gouda vindt thuiskomen na
zijn hardlooprondje het fijnst.
Even zitten, even niks doen.
Dan is hij helemaal zen.
HIJ DOET HET ELKE dag, wat
best veel is op zijn leeftijd. Door
deweeks wil dat zeggen: om kwart
voor zeven uit bed, een glas water
drinken, sportkleding aantrekken,
trailvest eroverheen voor de losse
spullen, lampje mee en lekker
hardlopen. Zeker tien kilometer.
In het weekend staat hij een uurtje
later op en ontbijt hij eerst. Vaak
legt hij dan 's middags nog een
tweede rondje af. Altijd in de natuur,
zoals hier tussen de Reeuwijkse
Plassen en de Goudse Hout.
Plekken waar geen auto's en zo
min mogelijk mensen zijn. Het is
een soort meditatieve toestand die
hij zo bereikt, soms focussend op
snelheid, meestal in een beheerst
tempo. Het kost hem ook steeds
minder moeite.
Alexander begon op z'n 43ste
met triatlons, bij toeval, maar hij
vond het meteen gaaf. Tweemaal
voltooide hij zelfs Ironman: 3,86
kilometer zwemmen, 180,2 kilo
meter wielrennen en een hele
marathon lopen. Grenzen opzoeken,
daar houdt hij van. Door een
hardnekkige schouderblessure is
zwemmen vooralsnog van de baan.
Gelukkig heeft hij hardlopen
altijd het leukste onderdeel gevon
den. Zijn belangrijkste drijfveer:
de spanning van zijn ICT-werk
kwijtraken, al is het ook wel een
beetje een verslaving. Alexanders
vrouw loopt ook af en toe, alleen
een stuk minder fanatiek. Zelf
hoopt hij door te kunnen gaan tot
z'n tachtigste. Het prettigst voelt
hij zich trouwens als hij thuiskomt.
Gewoon gaan zitten, even niks
doen. Dat is zo fijn, dan is hij
helemaal zen. Het maakt geen
bal uit of hij zwaar heeft getraind
of juist licht. In beide gevallen
komt er een enorme rust over hem.
Heerlijk. Dat is een genietmoment.