'Wij gingen
niet naar de
kerk, wij
sprongen in het
zwembad'
C yV lS student schreef ik
citaten, songteksten
en gedichten die over
water gingen op in
schriftjes die mijn
hele leven met mij meereisden.
Naar Utrecht, waar ik culturele
antropologie studeerde, naar
Rotterdam, waar ik mijn master
journalistiek haalde en naar
Friesland, waar ik mijn eerste baan
kreeg, bij de Leeuwarder Courant.
Ik kom uit een familie van water
ratten, waterpoloërs en baantjes
trekkers. Mijn moeder was badjuf.
Wij moesten niet naar de kerk
maar sprongen in het zwembad.
Ik zat op waterpolo en ben een
borstcrawlfanaat. Dan lig je lekker
recht, verdwijn je helemaal in het
water. Niet dat ik een prof ben hoor,
ik ben geen stoere winterzwemmer.
Tot april zwem ik binnen - vandaar
dat ik nu een beetje nasaal klink,
ik kan niet goed tegen chloor. Straks
lig ik weer in zoetwatermeertjes en
vaarten, en als het hoogzomer is
ga ik richting zee. Ik woon in Fries
land dus kan alle kanten op.
Een jaar of twee geleden dacht ik:
het Nederlandse water verdient
een ode. We zijn er zo mee verbon
den. Ik besloot die ode zelf te
schrijven en dat werd waan
zinnig. Ik nam onbetaald
verlof en heb tientallen
blind dates gehad met
zwemmers. Zo stuitte
ik op een groepje in de
Biesbosch dat op zondag
ochtend zwemt. 'Je bent
welkom,' schreven ze.
Dus hup, ik om half zeven
de auto in, en dan maar
afwachten wie er staan.
Met twee Maastrichtenaren zwom
ik in de Maas tegen de stroom in,
daarna dreven we en praatten we
over het tijdloze gevoel dat je krijgt
in het water. In Emmeloord zwom
ik met een man van 84, een ouder-
KIRSTEN VAN SANTEN (47)
door Nederland en schreef het
literaire zwemboek Water pakken.
'In het water kun je even aan de
maatschappij ontsnappen.'
wetse baantjestrekker, al dertig
jaar lang. Wij zij aan zij heen-en-
weer. Wat er dan gebeurt... Je
krijgt zo'n bijzonder contact met
elkaar, heel wonderlijk.
Ik deed de meeste interviews drij
vend en citeerde altijd
uit het gedicht Een
zwemmer is een ruiter,
van de Vlaamse dichter
Paul Snoek. Het eindigt
met de zin 'Zwemmen
is een beetje bijna hei
lig zijn'. Die woorden
ontroerden sommige
mensen diep.
Zwemmen heeft iets
kwetsbaars, je gaat uit
de kleren, en in mijn
geval deed ik dat bij
mensen die ik niet
kende. Openwater-
zwemmers zijn niet
preuts: die kleden zich
in de buitenlucht om.
Ik dook in een plas in
Winterswijk met dichter
Piet Gerbrandy - hij
heeft ook mooie dingen
over water geschreven.
Hij kleedde zich uit en
ging poedelnaakt het
water in. Nou ja, ik ook
maar in mijn nakie.
Want dat is het mooie:
zwemmen is een demo
cratische sport. Dikke en dunne
mensen, sportieve en minder spor
tieve, jonge en oude. In het water
maakt het niet uit hoe je eruitziet.
Of hoe snel je bent. Ik jakkerde
vroeger het water door maar dank
zij die gesprekken voor mijn boek
besefte ik: daar gaat het niet om.
Het gaat om uit de tijd zwemmen
- losraken van alles, even weg zijn
van de maatschappij. Zwemmen is
ontsnappen.'
MEZZA39
MIJN
BOEK
ïwemgeschj,
Water pakken, een zwemgeschiede
nis verschijnt bij Atlas Contact 21,99