Meneer en mevrouw Hamersma over
Waar meneer Hamersma ooit oude
kranten bracht (beloning: een
dubbeltje voor trekdrop), koopt
mevrouw Hamersma nu verse vis.
Achter de winkel van mevrouw Hamersma,
tevens hoofdkwartier van De Grote Hamersma,
ligt de Albert Cuypmarkt in het Amsterdamse
stadsdeel De Pijp. Laat ik daar toevallig net
geboren zijn. Nu ben ik niet de enige in de
familie. Mijn opa's, oma's, vader en mijn moeder, en al hun
broers en zussen, zijn er geboren of hebben er gewoond.
Kortom, we hebben wat met die buurt.
Enfin. Op 'de Cuyp' stond al in de jaren zestig de viskraam
van Schilder. En die staat er nog steeds. Vroeger, als jochie
van tien, bracht ik daar de oude kranten die ik in de buurt
had opgehaald. De vis werd erin verpakt. Het dubbeltje
beloning besteedde ik bij bakkerij Rekers aan een trek
drop, een spekkie of een zak koekkruimels. Nu zit daar
Maris Piper, een luxe restaurant. Een van de eigenaren
is met Katja Schuurman getrouwd geweest. Met de nadruk
op geweest. Bij Maris Piper staan geen dingen van een
dubbeltje op de kaart, maar de koningskrab met mayo
naise kan ik u erg aanbevelen. En het is niet ondenkbaar
dat ze die ook van Schilder betrekken. Het familiebedrijf
is misschien wel de beste visleverancier van de stad.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat ook mevrouw
Hamersma er vaste klant is. Grappig. Ik bracht er mijn
oude kranten, zij haalt daar nu haar verse vis. Vanzelf
sprekend ook die voor de drie gerechten in deze bijdrage.
Zelfs die met makreel eet ik met smaak, terwijl dat een vis
is waarvan ik niet had gedacht dat ik die ooit nog op mijn
bord zou velen.
Mijn vader, verwoed amateurvisser, kwam eens terug van
een dagje sportvissen op de Noordzee met in elke hand
een vuilniszak vol makreel. Hij had zich niet gerealiseerd
dat we die nooit allemaal zouden kunnen opeten. Een
diepvries hadden we niet. Wel Surinaamse bovenburen
die dankbare afnemers waren van alles wat mijn vader op
het droge wist te trekken. Mijn vader wist nog een gerecht
in het kookboek Vis en schaaldieren in de internationale
keuken, dat ik voor Vaderdag bij De Slegte had gekocht.
Daar heb ik meerdere malen spijt van gehad. 'Nee' zeggen
tegen zijn interpretatie van gepocheerde makreel was
geen optie. 'Jongen, stel je niet aan! Een graatje is toch
niet zo erg?' 'Nee, maar een mond vol wel.' Corrigerende
tik. Geen Kindertelefoon om te bellen. We hadden über
haupt geen telefoon.
De zondag na de patriarchale pocheerinspanningen
werd er aan onze deur geklopt: tante Nettie, de boven
buurvrouw, had een pannetje roti-makreel over. Met mijn
liefde voor vis op het bord is het goed gekomen. Mede
dankzij de inspanningen van mevrouw Hamersma.
VERSE VIS
Voor lekker eten en drinken moet je bij kookboekkenner Karin en wijngoeroe Harold Hamersma zijn.
X
I
co
LU
I
24