leuk, ik verdien er mijn geld mee, ik drink bier
na afloop en heb lol. Maar dat gewone leven
is er ook nog. En dat kon ik niet goed leven.
Daarop had ik geen grip. Achteraf kan je zeggen:
die stuurloosheid maakt somber, angstig. Dat
geeft een onveilig gevoel. Ik liet altijd alles
maar een beetje gebeuren. Ik heb heel lang
aan mijn man Jan gehangen, zo van: hoe doen
normale mensen dit, wat gaan we doen, wat
kost een brood? Ik had geen idee. Het was niet
om te koketteren. Ik kon niet zeggen: ik wil een
blauwe bank. Had iemand toevallig een rooie,
dan zei ik: nou zet maar neer. Klinkt stom hè,
maar ik kon gewoon geen keuzes maken.'
Die periode ligt achter je.
'Godzijdank. Ik kan er nog niet helemaal de
vinger op leggen, maar ik krijg steeds meer
grip op mijn leven. Je moet wel,
want je kunt niet eeuwig als een kip
zonder kop rondlopen. En nu ik
beetje bij beetje begrijp hoe het
werkt, heb ik daar zo'n lol in. Aha,
zó doe je dat! Ik vind het nog steeds
lastig, maar nu weet ik: als je zo
doet, word je rustig. Dit gaan we
wel doen en dat niet. De verdiensten
van het ouder worden. En dat
wordt alleen maar aantrekkelijker.
En een oudere vrouw die goed in
haar vel zit, dat is...'
Een genot om naar te kijken?
'Ja! Het zij zo dat je een ouwe kop
krijgt. Je bent milder, zachtaardiger.
En je bent wijzer.'
Ik ben vrij droog opgevoed, sterker
nog, voor mijn vader was het leven
een aaneenschakeling van moeilijke
opdrachten. Dan krijg je mee dat
het leven niet leuk is. Niet luchtig.
Mijn man ging vroeger bijvoorbeeld
met zijn ouders in het weekend
naar een museum en daarna een
kroket eten en dan hadden ze een
leuke middag gehad. Dat soort
lichtheid, dat zat bij ons niet zo in
het systeem. Toen ik in het cabaret
belandde, was ik voor mijn gevoel
ontsnapt aan die vermeende
zwaarte. Ik dacht: o, dat moeilijke
hóeft helemaal niet, ik loop het
toneel op en mensen vinden het
MEZZA 17