'Na die ooglidcorrectie
dacht ik: nooit meer.
Ik ben geen
typist, ik heb mijn
gezicht
niet eens hoe het moest. Zoiets moet je jezelf
eigen maken. Nü weet ik: dit komt honderd
procent aan want ik schrijf uit eerlijkheid.
Mensen willen niet alleen lachen, mensen wil
len ook graag huilen, hun emoties kanaliseren.'
Hou jij je weleens bezig met de vraag of een
grap nog wel kan?
'Die scherpschutterij van dit is goed en dit is
niet goed, dat is de dood in de pot. Die woke
beweging is zo negatief, dat staat me enorm
tegen. Ze zijn de hele tijd aan het turen wie er
iets verkeerd doet. En de manier waarop het
wel goed is, is hün manier. Een beetje de
Spaanse inquisitie. Jij deugt en jij deugt niet.
Dat is zo kortzichtig.
Vroeger vroegen mensen weleens: vind je dat
je overal grappen over mag maken? Toen wist
ik dat nooit goed, nu zeg ik volmondig ja. De
enige reden waarom dat mag, is: wie bepaalt
waar de grens ligt? Een commissie? Dat wordt
een doodenge commissie. Je moet de grap aan
de vakman overlaten. De komiek. En die moet
je het vertrouwen geven. En hij schiet weleens
mis. Iedereen schiet weleens mis. Maar niemand
mag tegen hem zeggen: verboden.'
'Mijn humor is van huis uit niet zo scherp. In
de grond maak ik mezelf belachelijk, omdat
ik het zelf allemaal niet aankan. En iedereen
moet dan lachen omdat ze denken: dat heb ik
ook. Maar even denken. Er is een heel mooi
lied van Theo Nijland, Een Eiland, daar komt
een negertje in voor. Spoel maar aan/Want er
is zoet water in mijn aderen/Koelte onder mijn
bladeren/En warmte van een slapende vulkaan/
En mocht je ooit naar iemand snakken/Verzin
je maar een negertje/Dat lekker een visje voor je
komt bakken. Het staat op een van mijn cd's,
soms zing ik het. Ik zou nu dat negertje wel
vermijden, denk ik. Daar zou ik jongetje van
maken. Omdat het me te weinig waard is om
mensen in de zaal te verliezen. Ik hoef het
niet op de spits te drijven met een woord dat
mensen dwars kan zitten.'
'Op pad zijn, laat thuis zijn. Ik moet om twee
uur weg om files voor te zijn. En de periode
tussen zes en acht uur 's avonds is hopeloos.
Ik bel altijd mijn man op. 'Ik wil naar huis,
ik wil naar jouhou...' Zit je in zo'n kouwe kut-
kleedkamer, dat is heel eenzaam.'
'Hij zegt: kom op, doe het maar schat, er zit
niks anders op, ik zie je straks weer. Dat soort
lieve dingen. Ik vergelijk het weleens met de
MEZZA 15
Heb je ooit gedacht: dit doe ik niet meer?
Je hebt nu zo veel ervaring. Wat vind je nog
moeilijk?
Wat zegt je man dan?