FRED HISSCHEMÖLLER (99) GROEIDE op als
rijkeluiszoontje. Met zijn leren schoenen was hij een buiten
beentje op de lagere school - zijn klasgenoten droegen
klompen. 'Ik werd erom gepest. Het was een standen
maatschappij, mijn vader was chemicus van een aantal
baksteenfabrieken en reed in een auto van de ene naar de
andere fabriek. Bijna niemand had in die tijd een auto.'
Hisschemöller schreef een boek over zijn leven: Dat deed
je gewoon. Hij zat in het verzet en moest onderduiken,
leerde zijn vrouw kennen bij de geheelonthouders en
verhuisde later met zijn gezin naar Suriname. Hij was een
geschiedenisleraar die ook yogalessen gaf, en een bege
nadigd verhalenverteller. 'Mijn huishoudelijke hulp zei:
u kunt zo goed vertellen, daar moet een boek van komen.'
'In de eerste maanden leek de bezetting wel mee te vallen.
De Duitsers stelden zich terughoudend op. De verjaardag
van prins Bernhard op 29 juni werd in het hele land nog
gevierd. Maar de sfeer werd grimmiger en na twee jaar
werden de eerste Joden uit Amsterdam weggevoerd. Toen
kwam een oud-lid langs van de geheelonthoudersbeweging
waarvan ik lid was. Ze zochten onderduikplekken voor
Joodse kinderen. Mijn moeder stond aardappelen te
bakken. Ze draaide zich om en knikte. Ze vond dat ik mee
moest doen, ook al was het riskant. Ik bracht de kinderen
met de trein weg. Leven was een levensgevaarlijke zaak.
Dat is voor jullie nu moeilijk voor te stellen.'
Er was nog geen Afsluitdijk toen
hij werd geboren, Wilhelmina was
koningin, haar dochter Juliana een
meisje van twaalf. Rijkeluiszoontje
FRED HISSCHEMÖLLER werd de
geschiedenisleraar die iedereen
zich wenst. In Dat deed je gewoon
beschrijft hij zijn leven.
VOOR DE OORLOG
U was achttien toen de oorlog uitbrak en als student raakte
u als vanzelf betrokken bij het verzet.
De oorlog beïnvloedde ook een groot deel van uw
volwassen leven. Uw drie kinderen voedde u op in de
geest van 'er kan weer een oorlog komen'.
Bijna
1ÓO
32