13 VAN INDIË NAAR INDONESIË ONDERZOEK NAAR 'ZUIVERINGEN' In april 1946 'zuiveren' Nederlandse militairen het Javaanse dorp Pesing. Tientallen Indonesiërs worden gedood of als krijgsgevangene mishandeld. Een onderzoeks commissie pleitte het leger vrij. Een reconstructie. Tonny van der Mee Den Haag Kampong Pesing (Oost-Java) moet nog ontwaken als om 06.10 uur de eerste Nederlandse mortiergranaat wordt afgevuurd. Terwijl het dorp een half uur lang wordt beschoten, valt het Zeeland bataljon van verschillende kanten aan. Er is weinig tegenstand van de 250 tot 300 Indonesische strijders van het republikeinse leger (TRI). Het grootste gevaar schuilt in de sluip schutters in de bomen. In enkele uren is de klus geklaard. Het is 15 april 1946. Het tweede bataljon van het 14de Regiment Infanterie heeft het dorp 'gezuiverd' van Indonesische vrijheidsstrijders. 'De vijand was volkomen verrast en zijn moreel (was) hierdoor en door de mortierbeschieting zo0 laag dat hij na kleine plaatselijke weer stand op de vlucht ging', meldt bataljonscommandant Van Oort in het gevechts rapport. Na de proclamatie van de Repu bliek Indonesië stuurt Nederland 25.000 Nederlandse oorlogsvrijwilli gers en 95.000 dienstplichtigen naar de kolonie, om samen met het Ko ninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) orde en gezag te herstellen. Omdat de Britten, die aanvankelijk het gezag krijgen over Nederlands- Indië, geen Nederlandse troepen toe laten, arriveren de eerste oorlogsvrij willigers pas eind februari 1946. Die belanden slecht voorbereid en oner varen in een guerilla-oorlog. Het Zeeland-bataljon verliest in Pesing drie militairen. Ook worden veertig Indonesiërs gedood. Enkele lijken drijven in het riviertje. De Mi litaire Politie (MP), vooral bestaande uit Molukkers en Chinezen, neemt de 31 krijgsgevangenen over. Drie ge wonde Indonesiërs worden naar het C Kamerlid Nico Palar (PvdA) is geboren in Nederlands- Indië en verzet zich tegen de militaire acties ziekenhuis gebracht, de anderen naar een gevangenis. 'De hulp van de in- heemsche MP-troepen was voor de zuivering van grote waarde', meldt het gevechtsrapport. 'Hierdoor wer den nog veel gevangenen gemaakt, welke anders aan de aandacht van de Nederlandsche troepen zouden zijn ontsnapt.' De MP gaat hardhandig te werk. Een kapitein van het bataljon meldt dat hij gevangenen die hij 'volkomen gaaf' overdroeg aan de MP, later 'bont en blauw geslagen, met bebloede koppen en verbanden om het hoofd' terugzag. 'Er heerschte onder de MP geen discipline, wel veel verbitte ring.' De aalmoezenier ziet dat enkele gevangenen aan een paal zijn vast gebonden en soms een klap met een geweer krijgen. Ook ziet hij dat Molukse MP-leden een jonge geboei de gevangene loslaten en hem dood schieten als hij wegrent. Lijken in de rivier In Nederland hoort niemand erover. Tot de pro-Indonesische schrijfster Beb Vuyk op 4 mei een artikel schrijft over de 'moorden van Pesing'. Een anonieme klokkenluider vertelt hoe het Nederlandse leger 'op beestach tige wijze bijna alle gevangenen af maakte na het plegen van diverse gruweldaden, de lijken in de rivier smeet en vervolgens duchtig huis hield in de dessa, waar vele woningen in brand werden gestoken'. Ze verge lijkt het met de wandaden van de Ge stapo en de Japanse Kempetai. 'De gevangenen die zich aan de Neder landse troepen hadden overgegeven, zijn door de militaire politie van het Nederlands-Indische leger op de gru welijkste manier afgeslacht.' Twee dagen later leest PvdA- Kamerlid Nico Palar in de Tweede Kamer een brief voor van diezelfde klokkenluider. Palar is geboren in Nederlands-Indië en een Indonesi sche nationalist die zich fel verzet te gen de Nederlandse militaire acties. Minister Logemann (Overzeese Gebiedsdelen) gelast een onderzoek. Generaal Spoor wijst de klachten 'met verontwaardiging van de hand'. De legercommandant in Neder- lands-Indië spreekt van 'een door de republikeinsche propaganda opge blazen samenstel van leugens'. Hij erkent dat de MP-leden 'wel eens te ruw optreden', maar niet straffeloos zijn. 'Het zijn geen moordenaars.' De onderzoekscommissie van Pe- sing hoort vooral Nederlandse mili tairen. Bataljonscommandant Van Oort bevestigt dat lijken in de rivier zijn terechtgekomen en gevangenen geschopt en geslagen zijn door de MP. 'Hardhandig zijn ze, doch van wreedheden is geen sprake.' Ook de aalmoezenier ziet, behalve het dood schieten van één gevangene, geen 'gruwelen'. 'Wat daarover wordt ver teld, is volkomen leugenachtig. Ik heb ook geen enkele brand gezien. Ik heb in mijn omgeving niets gehoord over beestachtige wreedheden.' Het hoofd van de politieke voor lichting in Batavia citeert een ver trouwelijk Brits rapport. Daarin noe men de Britten de Nederlanders 'best goede vechters', die in de hitte van het gevecht alles over de kling joegen. 'De lijken van de gesneuvelde Indo nesiërs zijn in de rivier geworpen, daar men dit wel zoo gemakkelijk vond als begraven.' De commissie hoort ook drie Indonesische gevan genen. Die verklaren dat ze klappen hebben gekregen, maar goed behan deld zijn. Ze willen voor de Neder landers vechten. Peter Koets, kabinetsdirecteur in Batavia, concludeert dat Kamerlid Palar 'schromelijk overdreven' heeft. 'Er zijn kennelijk geen wrede moord partijen geweest. Wel zijn er ver- schillende dingen gebeurd die aller minst door de beugel kunnen.' De commissie oordeelt dat er 'geen wreedheden zijn gepleegd', dat slechts '2 of 3 huisjes ter verruiming van het schootsveld zijn weggebrand' en bij het doodschieten van de gevangene 'acht de commissie het niet bewezen dat er een wandaad is bedreven'. Dat laatste omdat de aal moezenier de lokale taal niet spreekt en de context van dat incident moge lijk niet begreep. Zaak gesloten Voor Den Haag is de zaak gesloten. De directeur van Justitie, Gieben, ziet geen aanleiding voor strafvervolging. Wel vindt hij dat 'zoveel mogelijk paal en perk moet worden gesteld' aan excessen zoals in Pesing. 'Daartoe is het noodig andermaal strenge or ders uit te vaardigen, waarbij de ex cessen scherp worden gelaakt, onder bekendstelling, dat zij in het vervolg aan een berechting door den krijgs raad zullen worden onderworpen.' Onderzoek Dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië GO DINSDAG 15 FEBRUARI 2022 In aanloop naar de presentatie van het Niod-onderzoek naar Nederlands geweld rond de onafhankelijkheid van Indonesië, brengt deze krant verhalen over deze roerige tijd. In deel 2: de affaire-Pesing, hoe een 'zuiveringsactie' een 'oorlogsmisdaad' werd. Indonesische krijgsgevangenen na een zuiveringsactie in Pesing op 15 april 1946. fotos nationaal archief Melding van gruweldaden afgedaan als propaganda ►T Zuiveringsactie in Pesing op Oost-Java (15 april 1946) tijdens de dekolonisatieoor log in Indonesië/Ne- derlands-Indië. Op 17 februari verschijnen de resultaten van het onderzoek Onafhankelijkheid, Dekolonisa tie, geweld en oorlog in Indone sië 1945-1950 van het Niod, Ko ninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) en Nederlands Instituut voor Mi litaire Historie (NIMH). Het on derzoeksprogramma geeft ant woord op vragen naar de aard, oorzaken én impact van het Ne derlandse geweld in Indonesië.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2022 | | pagina 13