Een van de mooiste momenten
voor HANS PEPERS (76) blijft
die keer dat hij Neil Armstrong en
zijn mannen, onderweg naar de
maan, hoorde praten.
TOEN HANS HIER voor het eerst
over de vloer kwam werd de sterren
wacht van Oudenbosch nog bestierd
door de Paters van de Heilige Familie.
Hij was twaalf, een vriendje uit het
dorp had hem meegevraagd. Sindsdien
bezochten ze - bij helder weer - vaker
de waarneemzolder en het belendende
observatorium, waar jonge broeders
hen hielpen hemellichamen te herken
nen. Zo ontstond een onophoudelijke
fascinatie voor alles wat beweegt en
fonkelt in de diepte van het universum.
Dat turen naar planeten, sterren,
nevels, kometen of (met speciale filters)
de zon maakt hem als amateur
astronoom - tijdens zijn werkzame
leven was Hans onder meer bakker en
buschauffeur - nog dagelijks gelukkig.
Ook thuis is het genieten met de
eigen spiegeltelescoop. Hij wordt er
rustig van. Tenzij spannende dingen
te zien zijn, maar dat is door de licht
vervuiling in Nederland steeds lastiger.
Daarom reisden ze tot de pandemie
jaarlijks naar een kasteeltje in Frank
rijk, omdat het daar 's nachts aarde
donker is. Zijn finest hour beleefde
Hans toen Oudenbosch in 1969 een
waar ruimtevaartcentrum werd: hij
was een van de vrijwilligers van
Volkssterrenwacht Simon Stevin,
zoals-ie destijds heette, die recht
streeks signalen van eerste maan
lander Apollo 11 ontvingen. Je kon ze
gewoon horen praten, Neil Armstrong
en z'n mannen. Het was een voorrecht
dat slechts op enkele plekken in
Europa werd genoten: ze hadden
eerder op verzoek van de NASA
maanwaarnemingen gedaan, vandaar.
Met dit verhaal beginnen Hans en
zijn medevrijwilligers hun zondagse
rondleiding door het oude, tot Sterren
wacht Tivoli omgedoopte kloosterdeel.
Verder geven ze lezingen en assisteert
hij astronomiefanaten op het Norber-
tus Gertrudis College in Roosendaal.
Jonge mensen enthousiasmeren voor
sterrenkunde, zodat ze zelf ook inte
resse krijgen, dat is toch het mooiste.