'Verwachten dat de burgemeester om zes uur 's avonds de piepers op tafel zou zetten was niet echt reëel' al die net iets minder belangrijke momenten bent.' Wat antwoordde hij dan? 'Dan grijnsde hij wat. Hij wist ergens wel dat ik gelijk had. Als er dingen waren waar hij van mij echt bij moest zijn, zoals afzwemmen, of musicals, dan blokte ik dat in zijn agenda. Hij had oprecht het idee dat het beter zou worden. Hij dagdroomde weleens dat hij gewoon weer advocaat zou worden. Ik denk ook dat hij daar echt in geloofde. Maar op een gegeven moment wist ik: deze heb ik vaker gehoord. Maar het was zoals het was. En ik had mijn eigen werk. Ik begon met schrijven, columns, interviews.' Eberhard bleef zelfs toen hij doodziek was door werken tot het echt, echt niet meer ging. Tussen de chemo's door. Dat was voor jou toch niet te verdragen? 'Zo was hij. Wat meespeelde, is dat hij niet wilde weten dat hij dood zou gaan. En de ideale manier om niet te weten dat je doodgaat, is doen alsof je niet doodgaat. Immergerade aus. Je zult het nooit zeker weten, maar ergens voel ik: als hij eerder gestopt was met werken, was hij ook eerder dood gegaan. Dat jezelf nuttig maken zat zó diep in hem verankerd.' 'Natuurlijk vond ik dat ingewikkeld, want dat wil je heus wel doen. Zo van: heb je nog ideeën over mij, of over ons, over als jij er niet meer zal zijn. Maar hij had iemand naast zich nodig die er ook nog in geloofde, dat er toch een medicijn was, of een wonder. Die rol heb ik gespeeld.' 'Je kan je afvragen of het menselijk was, maar je kan ook zeggen: het is misschien heel menselijk om iemand te ondersteunen in iets wat hij zelf heel graag wilde. En hij had natuurlijk een... eh... sterk eigen willetje.' Lacht. Peinzend: 'Hij heeft er zeker schuld aan. Of, schuld...' Ze zet een formele stem op: 'Zijn levensstijl heeft bijgedragen aan zijn vroege dood, zeker. Je kunt de vraag stellen of dat erg is.' 'Ook daarbij denk ik: dat is wel hoe hij was. Als hij niet zo had geleefd, had hij misschien langer geleefd, maar was-ie iemand anders geweest. Hij was onmatig. Een kennis op het stadhuis zei: wat was het toch een kannibaal. Keihard werken, keihard roken. Alles en iedereen verslinden. Is het dan je eigen schuld als je ziek wordt? Nee, maar de oorzaak is heus wel aan te wijzen.' 'Het klinkt misschien egocentrisch of op de borst- klopperig, maar ik mis echt wat wij waren.' 'Omdat ik mijzelf dan naar voren schuif in de vraag wat mis je aan hém? Maar ik mis het meest wij, wij samen, je hebt een Eberhard en een Femke en wie ze samen zijn, dat is ook iets, en vaak meer dan de som der delen. En dat is, pfft, weg.' 'Goed.' Lacht. 'Ik ben weer verliefd geworden. Dat is heel fijn. Mensen die zoiets hebben meegemaakt, weten dat dat kan: rouwen en ook weer van iemand houden. De kinderen zijn nu zeventien, vijftien en dertien. We kunnen praten over mooie herinneringen, grapjes maken. Mijn oudste dochter heeft mijn boek half gelezen, en bladerde toen door naar het einde. Het eindigt natuurlijk niet goed, toen legde ze het weg. Ik merk dat mijn momenten van verdriet vaak aan hen zijn gekoppeld. Dat zij hun vader moeten missen. En als ik zie hoe ze zijn, denk ik: potver, wat zonde dat je er niet bent. Moet je ze nu eens zien.' Je hebt 27 straten met herinneringen aan Eberhard. Welke is je favoriet? 'Wat een mooie vraag. en wat een moeilijke vraag.' Ze denkt na. 'Nog steeds als ik vanaf de brug de Nieuwe Spiegelstraat in rij, zie ik de werkruimte waar hij zat toen we elkaar leerden kennen. Hij had een kantoorkamer op de hoek van de gracht. Ik kan daar niet rijden zonder aan die tijd te denken. Dat is nog altijd vreugdevol. Daar begon het. Het was prachtig.' MEZZA29 Jullie konden niet praten over zijn naderende dood. Op een gegeven moment lag hij op de intensive care nadat hij bijna was gestikt. Een dag later zaten de hoofdofficier en de hoofdcommissaris naast zijn bed om te overleggen over de inhuldiging van Ajax. 'Ja, dat was bizar.' Je schrijft: 'Niemand zei: waar zijn we in vredesnaam mee bezig.' Je stelt op een gegeven moment de vraag of hij schuldig was aan zijn dood. Hij leefde nogal ongezond. Is dat erg? Wat mis je het meeste aan hem? Hoezo is dat egocentrisch? Hoe gaat het nu met jou en de kinderen? Aan de randen van de dag verschijnt bij uitgeverij Nieuw Amsterdam 22,99

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2022 | | pagina 109