'Watikhetmee'strriis n hém? b et klinkt egocentrisch, ar ik mis het meest wij, wat wij samen waren' maar toch kregen ze een relatie. 'Hij zong altijd een liedje voor me, I've Just Seen a Face van de Beatles: Falling/Yes I am falling/And she keeps calling/me back again. Hij was verliefd op me. De meisjes waren nooit zoals jij, daar gaat die tekst over.' Femke was geestig, eigenzinnig, sprak hem tegen, dat amuseerde hem. 'Ik vind je mooi,' had hij tegen haar gezegd, een paar maanden na hun kennis making, 'maar ik vind je ook zo ontzettend lief.' Het mondde uit in een langdurige romance met grappige brieves, avondjes in de stad, humor, witlof uit de oven met ham en kaas, wijn, veel wijn, een appartement met uitzicht over de stad. Een alledaagse liefde, zegt ze, zoals er meer zijn. Het uitzonderlijke zat hem in Van der Laans alles- verslindende werk en arbeidsethos, waardoor hun momenten samen meer en meer verschoven naar de vroege ochtend en de late avond, als hij met loodgieterstassen vol leesvoer thuiskwam. Het gezin dat zij stichtten - er kwamen drie kinderen - werd vooral haar pakkie-an. 'Verwachten dat de burgemeester om zes uur 's avonds de piepers op tafel zou zetten, dat was niet echt reëel,' zegt ze. Aan de randen van de dag, dat heeft iets treurigs. 'Ja, hoewel het ook mooie momenten zijn, die momenten samen. De situatie was natuurlijk bizar. Zijn ministerschap en burgemeesterschap gingen 24/7 door, dat was groter dan hijzelf. Het was niet dat hij geen tijd voor mij nam, hij maakte ook geen tijd voor zichzelf. Hij ging niet in de bioscoop zitten. Hij had geen vrije tijd. Hij schoot er zelf ook bij in.' Eenzaam voor jou, lijkt me. 'Zeker, het was bij vlagen behoorlijk eenzaam. Zo had ik het niet bedacht toen we gingen trouwen, nee. Wat ik heb moeten leren, en wat ik grotendeels pas ben gaan doorvoelen na zijn overlijden, is dat dit niks over mij zei. Want je hebt als een mens erg de neiging om te denken: 'En ik dan? Waren wij dan niet leuk genoeg? Waren wij niet de moeite waard om voor thuis te gaan zitten, naar ons te kijken?' Maar daar ging het niet om. Natuurlijk waren we leuker. Dat was niet aan de orde.' 'Zo ging hij ook met zijn eigen gezondheid om. Doorgaan. Hij had een enorm verantwoordelijk heidsgevoel, je nuttig maken, zorgen voor anderen. Eberhard zei altijd: 'Als het echt belangrijk is, dan ben ik er.' Ik ben op een gegeven moment gaan antwoorden: 'Als het écht belangrijk is, dan is de ambulancebroeder er. Het gaat er hier om dat je bij I 1 J Tm 28 In je boek schrijf je: 'ik had het gevoel dat iedereen altijd voorging.' Zelfs toen jij zelf heel ziek was, kon hij niet mee naar de huisarts, want 'er zaten tien mensen op hem te wachten'.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2022 | | pagina 108