De skihal als opstap naar de snowboardtop
8
Eén miljoen Nederlanders
trekt (corona volente)
jaarlijks naar de sneeuw om
er te skiën of snowboarden.
Met de komst van
sneeuwhallen hebben we
'de bergen dichterbij
gehaald'. Zelfs een
topsportcarrière in
de wintersport is mogelijk.
Niek van der Velden staat volgende
maand als medaillekandidaat aan de
start van de olympische slopestyle-
wedstrijd. De 21-jarige snowboarder
uit Nispen hoeft niet lang na te den
ken als hem wordt gevraagd hoe groot de rol van de
'om de hoek' gelegen Skidöme in Rucphen is ge
weest op weg naar de Olympus. ,,Supergroot. Als
die hal er niet was geweest, dan was het een stuk
lastiger geweest om de wereldtop te bereiken."
Niet specifiek omdat kleine Niek van der Velden
er ooit zijn eerste snowboardles kreeg. Hij is een
van de vele Nederlanders die in eigen land hun eer
ste voorzichtige meters op de latten of snowboard
aflegden. In een van de zeven indoor sneeuwhal-
len, zo'n zestig indoor rolbanen of op een van de
dertien borstelbanen die ons land rijk is.
,,Nee, het is pas echt begonnen nadat ik - na een
paar jaar met mijn ouders naar de bergen te zijn ge
weest - een abonnement kreeg voor Skidöme in
Rucphen. Toen ben ik vijf keer per week naar die
hal gegaan. Het was vanuit Nispen een kwartiertje
rijden. Als ik een avondje thuis niks zat te doen,
vroeg ik mijn ouders of ze me erheen konden bren
gen."
Het waren jaren van eindeloos 'pielen' en roets
jen op obstakels met een groepje gelijkgezinden.
,,Dat had dus nooit gekund als mijn ouders me
steeds 'eventjes' naar de bergen hadden moeten
brengen", lacht hij.
Wintersportpionier
,,We hebben de bergen dichterbij gehaald", zegt
Nicky Broos, dé wintersportpionier in ons vlakke
kikkerlandje. Zijn ouders begonnen in de jaren 80
een borstelbaan in Bosschenhoofd. Die werd ver
huisd naar Rucphen en daar deed Broos in 1995 iets
wat niemand nog had aangedurfd. Hij overkapte de
baan en vulde hem met sneeuw.
Het bleek een schot in de roos. Sindsdien verre
zen er sneeuwhallen in Zoetermeer (Snowworld),
Landgraaf (Snowworld), Amsterdam (Snowworld),
Valkenswaard (Montana Snowcenter) en door
Broos zelf in Terneuzen (Snowworld). Ook Rucp
hen is tegenwoordig in handen van Snowworld.
Wereldwijd nadert het aantal sneeuwhallen de
tweehonderd stuks.
De bergen dichterbij halen, betekent volgens
Broos in eerste instantie dat Nederlanders er hun
vakantie in de bergen optimaliseren door alvast
in eigen land les te nemen. ,,Dat scheelt tijd en
geld."
Voor de Nederlandse skibond NSkiV waren de
hallen de eerste aanzet om structureel meer werk
te maken van talentherkenning en -ontwikkeling.
Herbert Cool, hoofd sportontwikkeling bij de
bond, schat dat 10 procent van de 1 miljoen mensen
die jaarlijks de bergen opzoekt voor de wintersport
'echt goed kan skiën of snowboarden'. Daarmee
zijn het nog geen geboren wedstrijdskiërs. Talent is
er volgens hem volop. Dankzij de indooraccommo-
daties kunnen zij dicht bij huis het jaar rond wer
ken aan de basis binnen clubs of op trainingskam
pen.
Twee hoofdstromen
Bij zowel het skiën als snowboarden zijn er twee
hoofdstromen: de alpinenummers en het freesty-
len. Bij de eerste draait het om snelheid, bij het an
dere (slopestyle, aerials) veel meer om techniek.
Vooral in dat laatste is vanuit de hal eerder de aan
sluiting te maken met de wereldtitel dan in de we
reld van de slalom en de afdaling.
Niek van der Velden is daar het sprekende voor
beeld van. ,,In een hal staan misschien maar twee
of drie obstakels achter elkaar, maar daar kun je
steeds wel supersnel achter elkaar 'rutschjes' op
maken. Dat vond ik wel lekker. Kort liftje nemen
en daar ging je weer. Dat rondje deden we de hele
avond. Ik denk dat ik daar mijn basis heb gelegd. In
de tijd dat ik één of twee keer per jaar met mijn ou
ders naar de bergen ging, merkte ik op het einde
van zo'n week al dat ik progressie had gemaakt.
Daar bleef het dan bij. Eenmaal in de hal gaat die
progressie als een speer."
Techniek leren
Nicky Broos is er zelfs van overtuigd dat hallen en
vooral rolbanen ook voor alpine-onderdelen ideaal
zijn om op jonge leeftijd de techniek erin te slijpen.
,,Ik wil heel nadrukkelijk stellen dat sneeuwbanen,
kunststofbanen en rolbanen ervoor gezorgd heb
ben dat Nederland in principe een kans heeft door
te dringen tot de wereldtop."
Het valt volgens hem misschien niet op tussen al
het schaatsgeweld, maar links en rechts tikken Ne
derlandse wintersporters voorzichtig aan bij het
Europese of wereldniveau.
Herbert Cool vult aan dat de vijver waaruit talen
ten kunnen worden opgevist veel groter is gewor
den door de komst van de indooraccommodaties.
Een 'handvol mensen' heeft volgens hem ieder jaar
de drive om vanuit die talentenpool de 'beste van
de wereld' te worden.
Dat dat laatste geen sinecure is, beseft volgens
Cool niet iedereen. ,,Je kunt zeggen dat Nederland
in de grote wintersporten niet zo krachtig mee kan
doen als bij het schaatsen. Persoonlijk vind ik dat
niet genoeg benadrukt kan worden hoe knap het is
dat wij als Nederlanders in dit soort doorontwik-
kelde sporten mee weten te doen in finales. Dat is
vooral een compliment aan de sporters."
Want uiteindelijk zullen die zich moeten redden
ver weg van de vaderlandse sneeuwhallen. ,,Er zit
nu eenmaal een limiet aan de hoogte van het dak
en de snelheid die je er kunt maken", wijst Van der
Velden op de grootte van de obstakels en schansen
die hij tegenkomt in zijn wedstrijden. Die zijn on
mogelijk indoor na te bouwen. Tussen zijn 12de en
15de was hij bijna dagelijks in de sneeuwhal te vin
den. Daarna vloog hij uit naar de bergen.
Talentherkenning
Het maakt dat de NSkiV zich in eigen land vooral
focust op talentherkenning- en ontwikkeling. ,,We
kunnen nu iets doen, wat er voordat Nicky Broos
begon met zijn sneeuwhal gewoon niet was. We
hebben de toegangspoort naar de Alpen verplaatst
naar Nederland. Nicky en Niek zijn een lichtend
voorbeeld van hoeveel verder je komt als je als
kind niet alleen afhankelijk bent van die ene week
met je ouders in de bergen."
Eén ding weet Cool zeker: ,,Talent is er." Broos
wijst op Nicolien Sauerbreij. ,,In het begin van
haar carrière bivakkeerde ze met haar campertje
voor de deur van onze hal in Rucphen." Net als
Niek van der Velden tien jaar later ging ze er bin
nen eindeloos op en neer.
En Cool wijst op Sara Marita Kramer. Geboren in
Apeldoorn verhuisde ze met haar gezin naar Oos
tenrijk. Inmiddels is ze wereldkampioene schans
springen. ,,Ze komt uit voor Oostenrijk. Maar wat
het laat zien: het talent is er ook hier. Zet je dat ta-
ZATERDAG 22 JANUARI 2022 GO
'Deur naar de Alpen staat nu ook
AD PERTJS
Jonge snowboar-
ders trotseren de
rail in Snowworld
Rucphen. foto
EDMUND MESSERSCHMIDT