Richard van Klooster, klassiek schilder
Paspoort
6
Eind jaren 70 wees de Rietveld Academie Richard van Klooster nog af: te
klassiek. Op portretten en clair-obscur zat niemand te wachten. Maar de
tijden zijn veranderd.
Ik herinner me dat we
naar een geblakerde
paal moesten kijken en
vertellen wat we er in
zagen
ONDINE VAN DER VLEUTEN
Geen verfspatje te zien in het ate
lier van Richard van Klooster, in
zijn monumentale thuis aan de
Markt in Veere. Onder de grote
schildersezel, waarop een portret
in wording, ligt een zwart vloerkleed. Ook dat:
vlekkeloos. In een hoek van de kamer, naast
een antieke mahoniehouten kast, rollen por
tretlinnen. Op een trolley naast de schilderse
zel staan schildersbenodigdheden ordelijk ge
rangschikt: brandschone kwasten, een glazen
schilderspalet, tubes olieverf, mediums en ter
pentijn. Tegen de muren staan en hangen eer
dere olieverven en reproducties daarvan - Bal
kenende, koning Willem-Alexander, Van den
Ende. Labradoodle Fien ligt als een decorstuk
opgerold op een poef. Ernaast een met koeien-
huid beklede chaise longue van Le Corbusier,
van waaraf de schilder, terwijl op de achter
grond zacht een requiemmis van Fauré of Mo
zart klinkt, op zijn gemak de werken in wor
ding kan bestuderen: wat ontbreekt er nog om
het portret helemaal af te maken?
,,Ik maak mijn kwasten altijd helemaal
schoon. Dat vloerkleed is gelukkig synthe
tisch. Als ik iets mors, poets ik het direct weg.
En als het te vies wordt, moet het weg. Ik ben
nogal perfectionistisch, moet ik toegeven.''
,,De klassiek figuratieve stijl is gelukkig weer
helemaal terug. Vier jaar geleden heb ik mijn
communicatiebureau verkocht. Ik leef nu van
en voor de kunst, zoals ik altijd heb gewild.
Eind jaren 70 werd ik nog afgewezen bij de
Rietveld Academie omdat ze me veel te klas
siek vonden. In die tijd waren alle musea wit
en was iedereen het erover eens: geschilderde
portretten waren iets van vroeger, dat was ge
weest. Gelukkig werd ik wel aangenomen bij
de Academie voor Beeldende Kunsten in Rot
terdam. Met zes tienen. Daar ben ik niet lang
gebleven. Ik dacht er mijn techniek te kunnen
aanscherpen, maar ik bleek verder te zijn dan
veel van mijn leraren. Bovendien draaide des
tijds alles om het proces. Conceptuele kunst,
daar kon ik zelf niks mee. Ik herinner me dat
we naar een geblakerde paal moesten kijken
en vertellen wat we erin zagen. Dat lag me
niet.''
,,Het breekpunt was die keer dat ik een beeld
had opgehangen en de docent volhield dat een
beeld per se op de grond moest staan. Toen
ben ik maar vertrokken. Later kwam ik hem
nog eens tegen. Hij vroeg me waarom ik ge
stopt was. Ik antwoordde: 'Jij was de druppel
die de emmer deed overlopen.' Dat vond hij
heel erg, weet ik nog. Hij zei: 'Wat jammer,
want je hebt ongelooflijk veel talent.' Maar ja,
in die tijd was figuratieve kunst nu eenmaal
not done.''
,,Nee, het zit niet in de familie. Mijn opa en
oma hadden in Hilversum een comestibles-
zaak. Je mocht geen kruidenierwinkel zeggen.
Als ik vroeg: wat is dan het verschil, zei mijn
oma: 'Wij verkopen fijne vleeswaren'. Mijn va
der was ambtenaar, mijn moeder huisvrouw.
Zij waren niet zozeer met kunst bezig, wel
met algemene ontwikkeling en sport. Ik heb
op hoog niveau gezwommen en ben nog
Nederlands jeugdkampioen geweest."
,,Dat tekenen was echt iets van mij. Ik
was altijd met creatieve dingen bezig. Teke
nen, maar ook muziek. Mijn vader gafme
een keer een sigarenkistje. Hij had me net
een racebaan en auto's gegeven, maar daar
keek ik niet naar om: ik speelde met het si
garenkistje en had aan mijn fantasie ge
noeg. Ook frappant: oudere mensen heb
ben me altijd gefascineerd. Hun uiterlijk,
hun verhalen, hun wijsheid. Ik ging altijd
bij de ouderen zitten. 'Ga toch buiten spe
len', zeiden ze dan.''
,,Een paar jaar geleden vond ik in mijn
ouderlijk huis nog een paar olieverfschilde
rijen van toen ik een jaar of elfwas. Teke
nen en schilderen deed ik al vanaf mijn
achtste. Dan vroeg ik mijn opa of oma om
voor me te poseren. Een collega van mijn
vader zag eens een tekening en merkte me
teen op dat ik talent had. Hij heeft mij toen
de basisbeginselen bijgebracht. Vanaf mijn
veertiende heb ik zes jaar lang les gekregen
van frater Beatus Nijs. Achterin de tuin van
ZATERDAG
'Willem-Alexander
moest ik schilderen
van een foto, dat
was een uitdaging'
Wel heel erg netjes hier, voor een atelier.
Zelfs de kwasten zijn smetteloos.
U heeft de afgelopen jaren nogal wat eervolle
opdrachten gehad. Koning Willem-Alexander,
Jan Peter Balkenende, Joop van den Ende,
Maartje van Wegen, Ivo Opstelten, Louis van
Dijk. In november vorig jaar, als winnaar van
Sterren op het Doek, Jan Terlouw. En dat alles
in olieverf en clair-obscur. Dat is nog eens
wat anders dan een selfie met een filtertje er
overheen.
Waar heeft u dan wel leren schilderen? Heeft
u het van uw ouders meegekregen?
Richard van Klooster zag in 1960 het levens
licht in Hilversum. Een opleiding aan de Acade
mie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam brak
hij voortijdig af, omdat die gericht was op ab
stract werk terwijl Van Klooster een passie
voor de figuratieve kunst heeft. Hij ontwikkelde
zich verder als autodidact en verdiende onder
tussen zijn brood als grafisch ontwerper en la
ter met zijn communicatiebureau Fronttaal. Met
de herwaardering van ambachtelijke, figuratieve
kunst kwam het werk van Van Klooster in de
belangstelling te staan. In 2021 werden twee
van zijn werken uitgekozen voor de expositie
van De Nederlandse Portretprijs, in november
mocht Van Klooster Jan Terlouw schilderen
voor Sterren op het Doek. De schilder woont in
Veere samen met de van oorsprong Vlissingse
fotograaf Jan Luijk en labradoodle Fien.