Jan Rot
Dinsdag bloed prikken
vrijdag infuus. Of je niks anders te doen hebt.
Partner meenemen niet toegestaan! waarschuwt een bord
bij de ingang van het ziekenhuis. Maar ze zien zo al dat ik
zonder Daan niet overeind blijf.
Bij binnenkomst voor de bespreking grijp ik naast mijn stoel
en val bijna om.
'Het gaat heel slecht,' steek ik ongevraagd van wal. 'Het is
of mijn lichaam niet bij me hoort. Niks doet wat het moet
doen, ik lig de halve dag te slapen. Het voelt heel erg op weg
naar het einde, maar dat zou toch te snel zijn?'
De oncoloog knikt, ze denkt dat het vooral naweeën zijn
van mijn covid. 'Want ja, ik heb eindelijk goed nieuws...'
De 'kankermarkers' zijn na het eerste infuus spectaculair
gedaald. Ze laat een grafiek zien als van een spitse bergtop.
Zo dan.
'Je weet het natuurlijk pas echt na een volgende scan, en
dat duurt nog even, maar u weet nu wel waar u het voor
doet.'
Daan en ik kijken elkaar verrast aan. Ik was hier gekomen
m in de veronderstelling dat een volgend infuus werd afge-
Si blazen, omdat ik te zwak was.
z 'Nou ja, nu ik u zo zie, heb ik ook bedenkingen. We kunnen
het natuurlijk een weekje uitstellen om u de kans te geven...'
o 'Nee nee, vooruit met de geit. Ik lig toch sowieso vier dagen
voor pampus.'
Heel wat kwieker lopen we naar buiten. 'Dit doet ook iets
met je geest,' ziet Daan. Maar moeten we dit al communi-
ceren naar de buitenwacht? Ik stuur een paar appjes naar
intimi.
Het is beter dan slecht nieuws, reageert een vriend nuchter,
als ik erbij zet dat het te vroeg is om te juichen.
Gewoon zo doorgaan, Jan, dit is de weg! antwoordt een
ander.
Another day at the office, zet ik bij een ziekenhuisselfie op
mijn socials als ik uitgerekend oudjaarsdag mijn tweede
infuus krijg. Ik weet wat er gaat komen, en dat maakt de
bijwerkingen lichter.
'Je keek wel weer heel vrolijk. Dat niet iedereen gaat denken
dat het wonder is voltrokken,' aarzelt Daan.
'Ja, en dan zien de mensen me half januari ineens in De slimste
mens, met opnames van eind november, en lijkt het helemaal
kat in 't bakkie,' geef ik toe.
Als na vier dagen nog steeds de kaken krampen bij elke hap
of slok, de vingers zo erg tintelen dat ik mijn pillen niet uit
de strip krijg, en ik na twee uur op, alweer op ben, zijn we
het thuis ineens helemaal zat. 'Sorry, ik ben bloedchagrijnig,'
loop ik de kamer binnen.
'Yep, wij net zo hard,' stelt Daan. 'Waarom is er niet gewoon
een traject. U doet dit en dan krijgt u dat, maar daarna gaat
het zus en zo.'
Voor de Rotjes is het ook geen pretje, vader die zich vastgrijpt
aan de muur, vader happend naar adem op de trimfiets,
vader met gesloten ogen en de kin op de borst aan tafel, een
lepel roerloos in de hand. Koning Knikkebol.
Maar toch. Stel dat. Wie weet.
Muzikant Jan Rot (64) is getrouwd met Daan (46). Ze hebben vier kinderen: dochters Elvis (20) en Maantje Piet (10)
en zoons Rover (16) en Wolf (13). In juli hoorde hij dat hij ongeneeslijk ziek is.
Voor de
Rotjes is
het ook
geen pretje
_l
O
40