later leven
de meeste
inwoners
nog altijd in
noodhuisjes
Onlangs was ik in café Meletti in Ascoli
Piceno, waar de beginscène van mijn
roman zich afspeelt. Daar ontmoette
ik twee mensen die bij de aardbeving
alles zijn kwijtgeraakt. Een van hen was
een jonge oma van 45 die haar kleinzoon
van anderhalf was verloren. Ze vertelde
me dat ze het aanvankelijk moeilijk vond
mijn boek te lezen, maar uiteindelijk had
ze er troost uit geput.'
'Er zijn weer supermarkten, apotheken
en andere publieke centra, maar zo'n
70 procent van de bevolking kan nog
steeds niet terug naar huis en woont nog
altijd in de prefab-noodhuisjes van vijf
jaar geleden. De heropbouw van hun
huizen is een probleem. Niet alleen door
de gigantische bureaucratie, ook omdat
alles aardbevingsbestendig moet zijn.
Ook zijn er nog allerlei grote gebouwen
die moeten worden gesloopt, maar waar
moet al dat afval naartoe? Niemand wil
het hebben en de kosten om het af te
voeren en te verwerken zijn gigantisch.
Voor bouwbedrijven is het bouwen van
een appartementencomplex in de stad
veel lucratiever dan het herbouwen van
een bergdorp.'
'Veel mensen, vooral jongeren, zijn
weggetrokken en dat baart me zorgen.
Als de wederopbouw niet snel genoeg
gaat, worden het verlaten spookdorpen.
Daarom wilde ik met mijn roman deze
situatie vijf jaar na dato opnieuw onder
de aandacht brengen. Gelukkig is de
wederopbouw van Amatrice sinds zeven
maanden goed begonnen; er zijn
vierhonderd arbeiders aangesteld om
bijzondere stenen, tegels en versieringen
te verzamelen waarmee ze de fagades
van de oude gebouwen en monumenten
kunnen reconstrueren. Ook maken ze de
gehuchten eromheen weer bewoonbaar.
In een dorpje waar tot een half jaar gele
den niets gebeurde, staan nu elf hijskra
nen. Het is belangrijk het sociale weefsel
te reconstrueren, want anders verliezen
mensen de hoop. En zonder hoop is er
geen toekomst.'
MEZZA 35
Hoe is het nu in het bergdorp?
De economische schade is gigantisch,
maar wat zijn de sociale gevolgen?