Na de zoveelste
poging verzucht
haar psycholoog:
'Als je gaat, ga
dan alsjeblieft
waardig'
Euthanasie bij psychisch lijden
sie. Onder begeleiding van deze medische instelling
oriënteerde ze zich op een zelfgekozen dood, een traject
dat veel van haar zou vragen. Ze moest allereerst afticken
van de pijnstiller oxycodon die ze slikte vanwege reumati
sche klachten. Door corona liep de toch al lange wachttijd
bij het expertisecentrum verder op. Ook sloeg het noodlot
toe: op 30 april 2021 legde een bloedstolsel in haar hersenen
de zuurstoftoevoer stil. 'Op de spoedeisende hulp wist ik
niet dat mijn armen en benen bij mij hoorden.'
Wil jij eigenlijk wel revalideren, vroeg het hoofd van de
afdeling ergotherapie toen hij begreep dat ze in een
euthanasietraject zat. Ellen: 'Ik dacht: wat ben jij een
eikel. Moet jij eens opletten. Ik wil niet als een zielig
vogeltje de wereld verlaten, anders was ik allang in m'n
graf gaan liggen.' Ze ging trainen en kreeg haar fysiek
weer redelijk goed op gang. Haar spraak en concentratie
werden niet meer de oude.
Toen een tweede en een derde psychiater zich over haar
aanvraag hadden gebogen en Ellen alleen een laatste
zorgvuldigheidscheck restte, begon ze met de voorberei
dingen voor haar 'reis'. Ze wilde haar naasten niet belasten
en probeerde haar flat leeg te ruimen. Dat viel haar zwaar.
Bij het uitzoeken van kleding werd ze soms overspoeld
door verdriet. Ze kocht vaak een nieuwe jurk of mooie
laarzen als ze uit een slechte periode kwam, in de hoop
dat het zou helpen iets van het leven te maken. 'Het is
confronterend die kleren weg te doen, alsof ik daarmee
ook de hoop definitief laat varen.'
Ellen zegt blij te zijn dat ze op deze manier mag sterven,
maar de euthanasie voelt ook als falen. 'Natuurlijk had
ik liever gewild dat het me zou zijn gelukt te leven.'
Op verdrietige momenten stort Ellen zich op saaie klusjes,
bijvoorbeeld het wegpulken van mos tussen de tegels. Het
brengt rust en maakt de pijn behapbaar. Het werken in de
tuin verdrijft ook de stemmen in haar hoofd. Stemmen
die haar uitschelden, haar vertellen dat ze waardeloos is.
ELLEN WAS ACHT toen ze in een pleeggezin belandde. Uit
loyaliteit naar haar moeder was ze vastberaden het er niet
naar haar zin te hebben. Na een halflaar moest ze naar een
nieuw gezin en daarna volgden er nog drie. 'Elke keer een
nieuw gezin, een nieuwe school, een nieuwe plek om te
veroveren. Ik was toevallig grappig en sociaal, ik hield me
wel overeind, maar ik schaamde me dat ik niet bij mijn
ouders woonde.' Ze verzon smoesjes om te voorkomen dat
haar pleegouders naar school kwamen.
Ellen woonde niet meer thuis maar bleef zich over haar
jongere zusjes bekommeren. 'Op een dag trof ik de jongste
zwaar ondervoed aan. Mijn moeder lag laveloos op de bank.'
Vanuit een telefooncel belde ze de vader van haar pleeg
gezin. Hij haalde Ellen en haar zusjes op. Haar moeder
verzette zich hevig: 'We moesten ze letterlijk van haar
losrukken.' Op haar elfde getuigde Ellen om haar moeder
uit de ouderlijke macht te laten ontzetten, een beslissing
waar ze de rest van haar leven mee worstelde. 'Ik besefte
dat het met haar bergafwaarts zou gaan, nu hoefde ze
voor niemand meer lieve mama te zijn.'
Een week voor de euthanasiedatum volgde de laatste
hobbel: een bezoek van de arts die moet bepalen of de
aanvraag zorgvuldig is behandeld. Ellen was zenuwachtig,
hij bepaalde of ze op haar manier mag sterven. Na een
uur had hij zijn oordeel gevormd en stemde in. En toen
was het in mijn lijf een koprol en in mijn hoofd een enorme
verbazing, schreef ze in haar dagboek.
Nu ze eindelijk groen licht heeft, neemt ze afscheid van
haar zusjes, psycholoog en andere naasten. Ze maakt een
rooster voor haar 'afscheidstournee', haalt taart en laat bij
ieder bezoekje een waxinelichthouder achter in de vorm
van een lotusbloem - een plant die in de donkere modder
ontkiemt en in het licht een prachtige bloem vormt.
De dag voor haar dood, in afwachting van de rivierkreeft
jespasta, maakt Ellen de balans op. Ze geniet van de liefde
en warmte waarmee familie en vrienden haar omringen.
Ze voelt zich dapper en mooi, ze is er klaar voor. Ik weet
niet goed wat gelukkig is, schrijft ze in haar dagboek, maar
misschien wel dit gevoel.
Ethicus Rosalie Pronk promoveerde vorige maand op
euthanasie bij mensen met psychische aandoeningen. Ze
interviewde bijna zeventig patiënten, artsen en naasten.
Het bleek dat het voor artsen lastig is om te beoordelen
wanneer iemand psychiatrisch is uitbehandeld: er is altijd
nog wel een therapie te bedenken. Die afweging is extra
complex nu de geestelijke gezondheidszorg overbelast
is waardoor behandelingen minder goed verlopen. Veel
huisartsen en psychiaters branden hun vingers liever niet
aan die afwegingen en dus zijn patiënten dan aangewezen
op begeleiding vanuit Expertisecentrum Euthanasie.
De achternaam van Ellen is bij de redactie bekend.
24