I O Welk schooltype past bij het niveau van jouw kind? 5 In Nederland zijn er een aantal schooltypes, ingedeeld per niveau. De meest bekende zijn het vmbo, de havo en het vwo. Daarnaast is er nog de prak tijkschool en het voortgezet speci aal onderwijs. We kennen ze alle maal, maar omdat er sinds je eigen jeugd misschien alweer heel wat is veranderd, zetten we nog even de verschillen op een rijtje: Allereerst is er de praktijkschool. Die is er voor kinderen die beter leren door praktijkervaring op te doen dan door theorie en waar schijnlijk niet in staat zijn een vmbo-diploma te halen. Op het praktijkgericht onderwijs hoeven ze geen eindexamen te doen, maar werken ze met individuele ontwik- kelplannen. Ze gaan stagelopen en vaak kunnen ze er bijvoorbeeld hun tractorrijbewijs of ehbo-certi- ficaat halen. Op het vmbo is veel te kiezen. Zo zijn er vier leerwegen, die een wat ingewikkelde naam hebben. De eerste is de basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-basis). Leerlingen krijgen daar lekker veel praktijkles, maar liefst 12 uur per week, en daar naast theorievakken als Neder lands, Engels en wiskunde. Fijn voor kinderen die het liefst leren door te doen. Ze kunnen daarna doorstromen naar een mbo-oplei- ding op niveau 2. De tweede is de kaderberoeps gerichte leerweg (vmbo-kader). Ook hier krijgen de leerlingen 12 uur praktijkles per week, maar zijn de theorievakken iets moeilijker. Daarna kunnen leerlingen een mbo-opleiding op niveau 3 of 4 vol gen. Het derde niveau heet de ge mengde leerweg. Hier staat per week 4 uur praktijkles op het roos ter, de rest van de tijd is voor theo- De eindtoets ësmpi rievakken. Die zijn weer wat moei lijker dan op het vmbo-kader. Leer lingen kunnen doorstromen naar het mbo of de havo. Bij deze drie leerwegen maken de leerlingen in de bovenbouw een keuze uit maar liefst tien profielen, waarmee ze zich alvast kunnen voorbereiden op een beroep. Er zijn C Vmbo-scholen bieden vrijwel nooit alle profielen aan, zoek dus goed uit op welke school welk profiel te volgen is vijf algemene, waaronder zorg en welzijn en groen, en vier techni sche. Vmbo-scholen bieden vrijwel nooit alle profielen aan, zoek dus goed uit op welke school welk pro fiel te volgen is. Dan is er nog de theoretische leerweg, die vroeger mavo heette en soms nog steeds zo genoemd wordt. De leerlingen krijgen daar meestal alleen theorievakken, die net zo moeilijk zijn als op de ge mengde leerweg. Hier kunnen scholieren na twee jaar kiezen uit vier profielen: techniek, zorg en welzijn, economie en landbouw. En ook hier kunnen ze daarna naar het vmbo of de mavo. Op de havo en het vwo krijgen leerlingen alleen theorievakken. In de bovenbouw kunnen ze kiezen uit vier profielen: natuur en techniek, natuur en gezondheid, economie en maatschappij en cul tuur en maatschappij. Op het vwo kiezen ze daarnaast uit het athe neum of het gymnasium waar ze ook Grieks en Latijn leren. Er zijn in Nederland een aantal zelfstandige gymnasia. Dan is er nog het Voortgezet Speciaal Onderwijs voor leerlin gen die extra ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld vanwege een handicap, chronische ziekte of (leer)stoornis. Leerlingen kunnen er alle schooltypen volgen: van vmbo tot vwo. - SE GO DONDERDAG 13 JANUARI 2022 Cassandra Kumru (links) wil paardenverzorger worden, Mila Cretier (foto linksboven naast de docent) arts of schooljuf. Onderwijscentrum Het Roessingh helpt 270 leerlingen er komen, ondanks een lichamelijke of meervoudige handicap en/of langdurige ziekte. Hoe weet je welk school type het beste bij je kind past? Tot aan 2015 lieten vrijwel alle basisscholen in groep 8 de Citotoets ma ken. De uitslag gebruikten ze om kinderen een objec tief schooladvies te geven. ,,Cito was toen een bepa lende factor'', weet Pelle. Tegenwoordig is het an dersom: de leerkracht op de basisschool geeft een schooladvies op basis van de vorderingen en resulta ten van de afgelopen jaren en de talenten van een leerling. Hij of zij kent zijn leerlingen immers goed. Dat gebeurt voor 1 maart. Daarna volgt in april de ver plichte eindtoets. De Cito- toets is nog altijd het be kendst, maar je hebt ook de IEP-toets en de eindtoet sen van Route8, Dia en AMN. Voor de duidelijkheid: een plekje in het voortgezet on derwijs krijgt een kind dus op basis van het schoolad vies van de leerkracht. De eindtoets die daarop volgt is géén examen, het is al leen een extra check om erachter te komen welk ni veau leerlingen aan het einde van de basisschool hebben op het gebied van taal en rekenen. Je zoon of dochter hoeft dus niet vooraf te oefenen en hoeft ook niet zenuwachtig te zijn. ,,Het is echt een mo mentopname. Het kan best zo zijn dat je kind net een slechte dag had en de score daardoor lager uitvalt dan je dacht'', zegt Pelle. Dan verandert er niets aan het advies. Alleen als een kind hoger scoort dan ver wacht, moet de basisschool het advies heroverwegen. Fietstechniek is ook een vak voor meisjes. foto pix4profs /johan wouters

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2022 | | pagina 53