'Een zusje was
Miss Holland,
het andere
werkte bij
Dior. Ik was
sproet met
jengelhout'
-
Hardy. Mijn hele leven kom ik
overal te laat, maar ik was altijd
op tijd op zangles.'
Haar zusjes waren heel mooi.
Rechte tanden, dikke wimpers,
lange benen. 'Mijn jongere zus
was Miss Holland, mijn grote zus
werkte bij Dior in Brussel. Ik was
sproet met het jengelhout, volgens
de buurman. Niet erg, ik wist mijn
aandacht wel te krijgen. Ik deed
altijd al mensen na, in alle talen
en accenten. Ik trad op bij Joodse
avonden. Ik had geen idee wat ik
zong, repeteerde uren op een
liedje, tot het perfect klonk.'
Ze ging naar de MMS, de middel
bare meisjesschool. Dan kon
ze nog vóór haar zeventiende
zangeres zijn, en vanaf haar 22ste
moeder worden. Trouwen. En
daarna een serieus beroep uit
oefenen als journalist of dieren
arts.
Dat ze geen zangeres maar comédienne werd,
was toeval. Ze ontmoette de Utrechtse caba
retiers Hennie Oliemuller en Herman Berkien.
'Die vroegen: kun je niet wat meer met grap
pen?' Sinds haar hit Lenie uit de Takkestraat
uit 1982, Tineke was toen 28, zijn al haar voor
stellingen uitverkocht.
De theaterwereld is nauwelijks veranderd in
de afgelopen veertig jaar, zegt ze. 'Alles moet
wel sneller, scherper. En vroeger had ik een
sketch over een Marokkaanse gastarbeider,
dat zou nu niet meer kunnen.' Ook het publiek
is nog altijd hetzelfde. Zoals de klant koning
was voor haar ouders, leeft Tineke Schouten
voor haar fans. Bij drie was ze getuige op hun
huwelijk. Mensen die van kinds af aan, dertig
jaar lang, naar al haar shows kwamen. 'Ik
houd oprecht van mijn fans. Ik heb een trouwe
schare. Ik vind het bijzonder dat mensen voor
mij de deur uit komen, 35 euro betalen voor
een kaartje. Die mogen zich nooit bekocht
voelen.'
'Als het er niet meer uitziet zeg ik: berg mij
maar op. Maar ik voel me nog fit, ik voel dat ik
het kan. Ik kan het allemaal nog onthouden.
Bij mijn eerste try-out verstapte ik me en
verdraaide mijn knie. Je moet gewoon even
rust hebben, zei de huisarts. Rust. Ik sta op
het podium en loop met de honden; dat soort
kwalen moet niet blijven hangen. Ik zal er wel
een keer bij neervallen, denk ik. En dan hoop
ik dat dat niet op het podium is.'
18
Ik vermoed zomaar dat je niet meer wilt
stoppen.