'Ik dacht nooit: ik a dood' Schaduwkrijgers worden we ook wel genoemd. We werken in het duister. Soms zijn het gevechts missies, soms moeten we een high-profile target oppakken, soms moeten we onder de radar blijven. Zelfs mijn familie weet niet wat ik wanneer uitvoer. Ik noem in mijn boek geen namen, geen exacte locaties - niets dat onze operationele of binnenlandse veiligheid schaadt. Maar ik kan wel vertellen over hoe ik in het holst van de nacht in Mali op vier kilometer hoogte uit een C-130- vliegtuig sprong. We moesten een dorp observeren waar gewapende groeperingen actief waren. Ik droeg camera's, radio's, een nacht kijker, wapens, en water, véél water, het is daar 55 graden. We hingen onder die parachutes, ontelbaar veel sterren boven ons, een mistige stoflaag onder ons - de woestijn was net een maan landschap. Toen besefte ik: dit is magisch. Aan dat soort reflecties deed ik amper. Ik ging maar door. Mijn eerste missie was op mijn acht tiende, in totaal ging ik acht keer, naar onder andere Mali en Afghanistan. Ik krijg vaak de vraag of ik de dood in de ogen heb gekeken. Weet je wat het is? Het heeft te maken met een gek soort zelfvertrouwen dat je opbouwt. Ik heb nooit gedacht: ik ga dood. Ik was me wel bewust van de risico's, ja, je springt uit een vliegtuig, en ja, ik heb weleens gehad dat mijn parachute weigerde. Je kan je dan overgeven aan de angst of handelen volgens de drill die je al duizend keer hebt geoefend. Ik voelde wel angst, maar wist wat ik moest doen en opende mijn reserveparachute. In oorlogsgebied springt hij niet meer uit vliegtuigen. Voormalig commando en hoofdinstructeur bij Kamp Van Koningsbrugge DAI CARTER (32) heeft een nieuwe missie: mensen mentaal krachtig maken. Wat het ook is: ik had altijd mijn broeders om me heen: die zouden er alles, echt alles aan doen om met z'n allen levend thuis te komen. Die kameraadschap is bijzonder. Ik weet nog hoe ik aan het einde van de opleiding ruim tweehonderd kilo meter moest lopen. Al aan het begin brak ik mijn middenvoets beentje. Op een gegeven moment zat ik er doorheen. 'Dit is niet normaal,' zei ik tegen een maat. 'Nee,' zei hij. En ik weer: 'Ik ga even janken, man.' Toen hebben we met z'n tweeën gehuild, effetjes. We nemen elkaar bij de hand als het moet. Vier jaar geleden begon het te knagen: wie ben ik zonder defensie? Ik ging toegepaste psychologie studeren. Mijn ouders zijn pacifisten, mijn vader was in de jaren 80 een punker. Geen fan van het leger. Dat ik zou gaan studeren had ik ze al lang geleden beloofd. Ik besefte dat ik door alles wat ik had meegemaakt een expert ben geworden op het gebied van mentale kracht. In parachutespringen zit bijvoorbeeld zoveel: stress regulatie, gedachtecontrole, motorisch leren, lichaams- bewustzijn, aandacht, focus - dat wilde ik delen. Niet alleen met militairen, want elk mens krijgt beproevingen op zijn pad. Met mijn boek kruip ik uit de schaduw. Ik schreef het terwijl mijn vriendin en ik net een zoontje hadden. Keihard werken was het. Ik spring niet meer bij nacht uit vliegtuigen, nu ben ik bezig mijn levenslessen over kracht te delen. Dit is mijn nieuwe, persoonlijke missie.' MEZZA39 MIJN BOEK Nu of nooit verschijnt bij uitgeverij Prometheus 22,50

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2022 | | pagina 119