Heleen van Royen Afgelopen week van tv-programma Brommer op zee. Ik moest binnen veertig minuten een brief aan een directeur schrijven. Eenmaal thuis, liet de brief me niet meer los. Hij werd langer en langer. Beste directeur. Je bent mijn baas. Je bent getrouwd. Je bent knap en charismatisch. Ik ben achttien. Het moment waarop ik voor je val weet ik nog precies. Jij moet naar een afspraak. Ik zit op kantoor achter mijn bureau dat uitkijkt op de smalle kade. Je loopt naar buiten. Je draagt een wit overhemd, een camelkleurig colbert en nette, bruine schoenen. Je stapt in je auto, ik denk dat het een Mercedes was, maar dat weet ik niet meer zeker. Mannen schijnen zoiets altijd te onthouden. Die weten precies in welk merk andere mannen rijden. En als ze dan een zakelijke afspraak hebben, kijken ze eerst in welke auto de ander komt aanrijden. Met een Fiat Punto sta je 1-0 achter. Je start je Mercedes en rijdt in volle vaart achteruit over de kade tussen de geparkeerde auto's door. De moeiteloosheid. De trefzekerheid. Jouw arm, die je op de passagiersstoel laat leunen. Ik wil jouw passagier zijn. Ik wil naast je in de auto zitten en wegrijden. Niet veel later zoen je me in je kantoor. Schijnbaar uit het niets, maar toch volgens plan. Je weet dat ik het wil. Ik weet dat jij het wil. Het is het begin van het onontkoombare. Voor het eerst in mijn leven heb ik een relatie met een getrouwde man. Mijn moeder weet ervan. Zij kijkt nergens van op. Oordeelt niet. Sterker nog, als jij me een keer thuisbrengt, vraagt ze of je mee wilt eten. Macaroni. Vrolijk schep je je bord vol en klets je over koetjes en kalfles. We doen alle drie alsof het de normaalste zaak van de wereld is: de baas die bij de moeder van zijn secretaresse aan tafel zit. If lovingyou is wrong, I don't want to be right. We houden het lang vol. En we houden het geheim. Ik leer je vrouw kennen. Ze is aardig. Dat maakt het lastig. Op mijn ver jaardag komt ze onverwacht langs met een cadeautje. Op mijn bureau staat een enorme bos rozen die ik van jou heb gekregen. 'Van wie zijn die?' vraagt ze nieuwsgierig. Ik kan niet liegen. Niet nog meer. Ze fronst als ik jouw naam noem. Het einde dient zich aan als je vrouw en kind de stad uit zijn en ik bij je blijf slapen. De volgende ochtend vertrek jij naar werk en voel ik me een dief in jullie huis. Ik durf niet te dicht langs de ramen te lopen. Ik zie lieve briefles liggen die je vrouw voor je heeft neergelegd. Het lijkt alsof de woorden voor mij bedoeld zijn in plaats van voor jou. Het moet stoppen. Ach directeur, je zult inmiddels met pensioen zijn. Ik weet niet eens of je nog leeft. Of je nog weleens aan me denkt. Als ik terugdenk, proef ik weemoed. Over de roekeloosheid. De overmoedigheid. Spelen met vuur was het. Wat was het fout. Wat voelde het goed. 5 s MEZZA 7 Schrijver Heleen van Royen (56) woont samen met Bart (35). Ze is moeder van Olivia (29) en Sam (25) en oma van Spencer (1 jaar) en van twee bonuskleinkinderen van 13 en 11. Ik zie lieve briefjes van je vrouw LU 3

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 87