9 25 jaar na de laatste Elfstedentocht op 4 januari 1997 kijken we in een serie verhalen terug op een grootse nationale herinnering. Vandaag de tocht van Bertus Roeleveld, die samen met zijn zoon schaatste. Kop over kop, beukend tegen de wind, naar Dokkum. Vanaf daar ein delijk windje in de rug, probleem loos. Bij Aldtsjerk rijden de twee de Noorse schaatskampioen Johann Olav Koss nog voorbij. Mooi, maar bij Bertus begint een veel mooier besef door te dringen, zo in de laatste tien kilometer. Nu, 25 jaar later in zijn woonkamer het gevoel ophalend: ,,Godverdikkie, dat we dit samen kunnen doen. Echt waar, dat besef, vond ik heel bijzonder. Een unicum." De laatste meters kijkt Bertus veelal opzij naar Robert, die continu zijn gebalde vuisten de lucht in gooit. Het is 17.45 uur en vader en zoon hebben het gefikst. Ze mogen samen hun kruisje gaan ophalen. Maandag, twee dagen na de tocht, vliegt Robert terug naar Amerika. Hij pendelt nog op en neer naar Nederland. Die win ter volgt nog één gezamenlijk schaatsuitje op kunstijs. Op een zon dagmorgen in Haarlem. Vader, zoon en Annemarie, de vrouw van Robert die de Elfstedentocht ook heeft vol bracht, zo'n drie uur na Bertus en Robert finishend ,,Ik weet nog dat ik in Haarlem bij mezelf dacht: god, wat een heerlijkheid", zegt Bertus. ,,Kijk eens, met z'n drietjes lekker schaat sen. Wat voel ik mij gelukkig! Ik heb dat toen heel bewust ervaren. En dat gevoel heb ik daarna in de rest van mijn leven nooit meer gehad." Het is ernstig Hij kijkt naar het getekende portret van zijn zoon aan de muur. Een ge zonde kop van een jongeman, de ha ren strak in het gelid, goed gekleed in een fraai pak. Hij kijkt er dagelijks naar en is het verdriet nooit uit de weg gegaan sinds die verdoemde no vemberdag in 1997, zo'n tien maan den na hun Elfstedentocht. Die vrij dagavond 31 oktober heeft hij nog fo to's bekeken van Roberts trip naar Polen. De volgende dag zou hij die aan de broer van Bertus laten zien. Maar hoelang ze ook wachten, Ro bert komt maar niet. Ze vragen zich af wat er aan de hand is, hij neemt ook zijn telefoon niet op. Bertus rijdt naar huis met zijn vrouw Thea. Eenmaal daar, rond tien uur 's avonds, staat de politie voor de deur. ,,Bereid u maar voor, het is ern stig", zeggen de twee agenten. Robert heeft een frontale aanrijding gehad. Vijf dagen lang wordt hij in coma gehouden. Op 6 november overlijdt Robert. ,,Dan duik je in een hoekje met je verdriet", zegt Bertus. ,,Deed geen oog meer dicht. Ik was mijn zoon kwijt. En mijn trainingsmaat je." Verkeerde weghelft Via de politie weet Bertus wat er is gebeurd die avond op de N201, tussen Uithoorn en Vinkeveen, net voorbij de afslag naar Woerden. Een Hon gaarse man die in Aalsmeer had op getreden, is in slaap gevallen achter het stuur en op de verkeerde weg helft terechtgekomen. De auto voor Robert kan hem nog ontwijken, Ro bert niet meer. ,,Dat betekent achteraf dat die Elf stedentocht en de training daarna in Haarlem de laatste keren zijn ge weest dat ik met hem heb ge schaatst", zegt Bertus. ,,Ik denk er nog zoveel aan. Na 25 jaar is hij nog zo aanwezig. Dat het verdriet niet weg is. Zéker niet. Het is zo'n groot gemis. Nog altijd zeg en denk ik: hoe had mijn leven eruitgezien? Hoe was zijn leven gelopen?" Een zucht. ,,Ze zeggen wel: het slijt. Ja, de pijn wordt iets minder, maar ik heb niet het idee dat het slijt. Ik blijf het beseffen. Hij riep altijd: als ik 45 ben, stop ik met werken en ga ik an dere dingen doen. Het is de reden dat ik vrij vroeg, met 60 jaar, ben gestopt als autotechnicus. Ik heb die woor den altijd onthouden." Hoe was het met hem gelopen? ,,We zullen het nooit weten", zegt Bertus, ,,Maar hij was heel goed op weg." Het gemis is er altijd, maar elk jaar op vaste momenten zo mogelijk nog groter. De feestdagen, kerst, Sin terklaas zijn helemaal niks meer, zegt Bertus. En de week van zijn verjaar- dag. Robert is op 15 juni, Vaderdag, geboren. En de week van zijn overlij den. Zo eind oktober sluipt dat erin. ,,En dan wordt die film helemaal af gedraaid." Bertus is altijd blijven sporten. Zo staat hij, inmiddels 78 jaar, nog vier keer per week op het ijs. Vijfentwin tig jaar na het verlies van zijn zoon en zijn trainingsmaat zegt hij: ,,Ik schaats nog altijd ter voorbereiding op het natuurijs. Dat is het hoofddoel en zoiets magisch. Ik weet niet of het er ooit nog van komt, een Elfsteden tocht. Maar ik hoop het zó erg. Ik blijf lid, tot het écht niet meer gaat." Of de tocht er ooit komt, weet hij niet, wat hij wel weet: ,,Op dit mo ment zal de finish halen fysiek geen probleem zijn. Wél zal het een heel emotionele gebeurtenis wezen." Overal herinneringen, maar juist die van de Elfstedentocht zo intens. ,,Twee keer met mijn zoon, en dan nu zonder. Maar ik ga die emotie niet uit de weg. Dat heb ik nooit gedaan." Van Leeuwarden naar Leeuwarden, met Robert in gedachten. GO VRIJDAG 10 DECEMBER 2021 Dit verhaal is in een langere versie te lezen in het boek De Elfstedentocht van '97, over een sportief volksfeest, precies 25 jaar geleden. Het boek verschijnt volgende week en is alvast te bestellen via de site van deze krant bij /Elfstedentocht Bertus Roeleveld met de herinneringen aan de Elfstedentocht die hij samen met zijn zoon reed. Een van de drie kruisjes die hij vasthoudt, is van zijn zoon Robert (rechts boven). FOTO'S PIM RAS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 9