ZEELAND GEBOEKT
Zeeuwse Sien dienkt en proeft daagse diengen
Het zit niet
snorop
Schouwen-
Duiveland
7
André van der Veeke, dichter
te Terneuzen, dichter aan de
Westerschelde. In zijn bundel
Het schuimspoor van het
onbereikbare meer dan ooit.
De Westerschelde, altijd anders,
eeuwig eender. De slagader van
Zeeland en van heel wat
Zeeuwse poëzie. Eén dichter
raakt nooit uitgepraat over de ri
vier met zee-allures, André van der Veeke, in
1947 geboren te Rotterdam. Hij is die stad in
zijn poëzie niet vergeten, hij kijkt in een ge
dicht uit Reizigers voor alle richtingen (2004)
als jongen van 'tien, elfjaar oud' naar de Rot
terdamse daken, met 'kleuren die je nauwe
lijks zag: roestend/ oranje, blauwgrijs, ver
molmd bruin'. In 2010 kwam hij zelfs met een
bundel Rotterdam vertrekt.
In zijn dichtwerk doet hij ook vele plaatsen
in Zeeland aan. Cadzand: 'De zee zeurt om
een ijsje'. Domburg: 'Geen spoor van de dode
schilders'. En een gehucht met een veelzeg
gende naam: 'Naar Eindewege moet j e f v.
gaan/ Door wind, door dood, door re
gen.' Maar zijn stad is toch vooral Ter-
neuzen en zijn hoofdverblijf is de
dijk aan de Westerschelde, bij dag én
bij nacht: 'De beloftes van al die lamp-
jes/ ploegend door het duister'.
Hoogtepunten
Nu is er een bundel met louter Schelde-
gedichten van hem, Het schuimspoor van
het onbereikbare. De rest van zijn oeuvre,
waaruit hij in 2017 de hoogtepunten ver
zamelde in Dwangarbeider van de poëzie,
lijkt daarmee teruggebracht tot voorspel.
Nu heeft hij zijn doel bereikt, als je doel
loos wachten, kijken, dromen een doel
kunt noemen. Voortdurend hetzelfde
verhaal: oog in oog 'met de schrij
vende horizon', met 'komende en gaande
schepen'. Maar André van der Veeke weet
als geen ander dat nooit dezelfde rivier voor
bijkomt.
Steeds staart hij over de Schelde, 'vloed voor
zijn vervuilde bloed:/
zijn dagelijkse mari
tieme dialyse'. Dage
lijks is niet gelijk aan
alledaags. Om dat
te demonstreren
schreef hij Bij de ri
vier, een zo uitbun
dige opsomming dat
die niet op de blad
zijden van het boek
past. Wat hoort er
allemaal bij de Wes
terschelde? 'Sluip
wegen, schuimkra
gen, schedels' enzo
voorts. Wanneer na
'zwarte zei
len, drijfhout, klokhuizen, mari
tieme torren' de uitbarsting voorbij lijkt, volgt
toch nog een 'ev. aan te vullen'.
Notities aan de Westerschelde noemt Van der
Veeke een van de gedichten. Een aanduiding
die toepasselijk is op de hele bundel, één lange
Schelde-suite, waarin dezelfde onderdelen
toch steeds leiden tot een ander mozaïek. Met
schepen die hij ziet opdoemen en verdwijnen:
'En later de langdurige dreiging van een/ zwij
gende, loodrechte achtersteven'.
Dit alles klinkt misschien eentonig en saai,
de Schelde als slaapliedje, maar de dichter
heeft er wakkere woorden voor. Dammen kan
hij vergelijken met 'glibberige geslachtsdelen'
en bij hoogwater hoort hij 'als in een bordeel
voor reuzen het beffen van basalt'. Een
hele bundel lang speuren naar schuimsporen.
Vanaf de veilige dijk hopen dat, nu in dit con
tainertijdperk de Schelde rolt 'als een mecha
nische trap', toch een schip uit de koers raakt.
De dichter staat op wacht in alle seizoenen,
vanaf het vroege voorjaar tot en met de late
winter ('alle lichamen ondergedoken/ in grot
ten van wol'), voorspelbaar als het getij, weer
en weer en weer en.
Een geinig boekje in de Zeeuwse
spreektaal van Zeeuwse Sien over
wat ze 'dienkt, proeft, ruikt en
nog vee meer daagse
diengen'. Dat is het,
niets meer en niets
minder. Een boekje om
eens door te bladeren.
Met vlotte illustraties
van Karin van Kooten.
De teksten zijn van
Zeeuwse Sien, één van
de typetjes die comé
dienne Marijke van
Peene op bestelling kan
leveren.
We komen in het
boek een klein beetje te weten
waarvan Zeeuwse Sien houdt.
Van oliebollen bijvoorbeeld, want
'op éên oliebol ka' je nie gae'. Ze
zit graag knus en gezellig
ibinnen als het buiten
1 guur is: 'Vanaeven wi is
sj, hezelligplaetjesdraoie'.
Daar hoort ook puzzelen
I bij, hoewel de Zeeland-
brug met al dat water en
de oneindige lucht wel
heel erg veel tijd vraagt.
Sien is ook van het gulle
jj soort. Als de tijd daar is
„J haalt ze in de super
markt de chocoladelet
ter K: 'Neê, nie vö een
Kees, Katrien of Ko, mè vö de
Krantenbezurger. Die man zurgt
d'r vö dat de krante aoltied netjes
op tied in de busse zit'. Gul, maar
tegelijk ook lekker ouderwets aan
de zuinige kant: 'Ik zou natuurlijk
ook de P, de Z en de C kunne doe,
mè dat vind'ik net wi te over-
dreve. 't Moe wè leuk bluve'.
Zeeuwse Sien zou Zeeuwse
Sien niet zijn als ze niet de hele
tijd met haar Zeeuwse vlaggetje
zou wapperen. Klederdracht laat
ze zich graag aanmeten. Voor een
zonsondergang vanaf de dijk bij
Westkapelle maakt ze een omme
tje. Ook het vogelgebied bij Sint
Laurens vindt ze de moeite
waard, al is er altijd een risico: 'Ze
zeie nie vö niks: ie schiet as een
reiger!'
Sien is ook muzikaal. In elk ge
val heeft ze in haar boek een lied
tekst opgenomen die niet toeval
lig 'Zeeuws bloed' heet: 't Is ies
wat ik voele en zie en nergens
anders vinde 't Rusen van de
holven en 't ruken van de wind
Nergens bin de kleuren mooier
as in ons eihe Zeêuwse licht Je
ziet het deur je wimpers en zelfs
nog mee j'n ohen dicht'.
Zeeuwse Sien, gewoon een
geinig boekje - Uitgeverij Het
Paard van Troje, 9,95 euro.
De vraag die hij moest beant
woorden: zijn er snorren op
Schouwen-Duiveland? We heb
ben het dan over de zeldzame
zangvogel, met volgens de ken
ners een geluid als 'een laag zacht
kookwekkertje'. Hebben de
Schouwse vogelaars de snor wer
kelijk waargenomen of was er
sprake van fraude? Je waant je in
Een triller soms in de Britse poli
tieserie Midsomer Murders.
Om te beginnen is de vraag: wie
is H.W. Kleppe? Dat raadsel is niet
heel groot. In het colofon van het
boekje staat dat het geheel is gere
digeerd door Ben Schot die ook
het omslag ontwierp. Ben Schot
dus, de in 1953 te Zierikzee gebo
ren kunstenaar en uitgever van
kunstboeken. Hij verschuilt zich,
zie ik op de website van het RKD -
Nederlands Instituut voor Kunst
geschiedenis, graag achter andere
namen als Benjamin Jakobson,
Steffi Hachmer, Teresa di Vicenzo
én H.W. Kleppe.
Schots zeer Zeeuwse verhaal
heeft niet alleen de oubollige sfeer
van Midsomer Murders, maar laat
zich ook even moeilijk navertel
len. Een thriller over een triller,
het kookwekkertjesgeluid dus van
de vogel in het riet. Een opgezet
exemplaar van de snor, een moge
lijk vervalste foto, een gemanipu
leerde geluidsopname, allerlei fa
cetten van de vogelaarsvraag wie
de grootste heeft. De arme onder
zoeker wordt het slachtoffer van
een zeer geraffineerde wraakactie.
'Dit hoofdstuk is mijn laatste sta
tion,' schrijft Kleppe zogenaamd,
kort voor de fatale ontploffing.
Het zit niet snor met de snor op
Schouwen. Mario Molegraaf
GO MAANDAG 22 NOVEMBER 2021
Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland
en boeken van Zeeuwse schrijvers
Steeds maar weer staren
over de Westerschelde
Mario Molegraaf
André van der Veeke aan de Schelde in Terneuzen. foto anne hana
F Cover van Het schuimspoor van het onbereikbare meer.
André van der Veeke: Het schuimspoor van
het onbereikbare. Schelde Gedichten - Uit
geverij Liverse, 48 pagina's, 9,95 euro.
VLISSINGEN
- Jan van Damme
ZEEUWSE SCHRIJVERS
Mario Molegraaf
De vogelaarskoorts haalt
het slechtste in mensen
boven. Wie heeft de groot
ste lijst van zeldzame soorten
op zijn (heel soms haar) naam?
Sommigen gaat geen list te ver
om het persoonlijke aanzien te
vergroten. Zie Een triller (nadruk
kelijk niet een thriller), een van
de meest mysterieuze deeltjes
uit de befaamde en betreurde
Slibreeks. Het gaat om nummer
86 uit de serie, in 1998 versche
nen bij de Stichting Kunstuitleen
Zeeland. Zogenaamd een werk
van H.W. Kleppe, zogenaamd
een jaar eerder omgekomen bij
een gasontploffing in zijn wo
ning te Mid
delburg. Zo
genaamd liet
hij dit relaas
na, nadat de
Provincie
Zeeland
hem op een
vogelmissie
naar Zierik-
zee had ge
stuurd.