Heleen van Royen
Schrijver Heleen van Royen (56) woont samen met Bart (35). Ze is moeder van Olivia (28) en
Sam (25) en oma van Spencer (1 jaar) en van twee bonuskleinkinderen van 13 en 11.
'Alstublieft, mevrouw van Royen,'
zegt onze apotheker terwijl hij me de papieren zak over
handigt. 'Mag ik u nog iets vragen?'
De apotheker en ik kennen elkaar al jaren. We hebben
een klik. Het is een vriendelijke man. Twinkelende ogen
achter een bril met een donker montuur. Borstelige
wenkbrauwen.
'U weet, ik kom uit Iran. Ik was een vluchteling. Dat heb
ik u weleens verteld.'
Ik knik.
'U bent schrijfster. Ik zou graag met u praten over de
situatie in Iran. Er is zoveel gaande op dit moment.'
Hij kijkt me doordringend aan. Er wordt een beroep op
me gedaan. Dat is mooi. Ik heb in mijn leven weinig
aandacht besteed aan Iran. Hoog tijd dat recht te zetten.
We maken een afspraak voor zaterdagmiddag na
sluitingstijd. De apotheker geeft mij zijn 06-nummer.
Hij heet Dariush.
Dariush staat op me te wachten als ik die zaterdag kom
aanfietsen. We installeren ons in zijn kantoortje naast
een kartonnen display met incontinentieluiers. Hij ser
veert koffie en gebak. Ik pak mijn notitieblok en een pen.
Dariush is 61, hij heeft zes kinderen en vier kleinkinde
ren. In 1997 vluchtte hij naar Nederland. Zijn kinderen
volgden anderhalf jaar later. Ze doen het allemaal goed.
Een van zijn dochters is ook apotheker. Een zoon werkt
in de ITC. In Iran gaat het echter onverminderd slecht,
vertelt hij. Mensenrechten worden massaal geschonden.
Op homoseksualiteit staat de doodstraf. De bevolking
wordt arm gehouden en de olieopbrengsten stromen
naar de elite.
Ik luister aandachtig, maak notities en neem een paar
happen van mijn gebakje. Dariush is voorzitter van twee
stichtingen die zich inzetten voor asielzoekers. Hij laat
me een artikel zien over een 22-jarige Iraanse vrouw die
vorige maand door haar vader in brand werd gestoken
omdat ze wilde trouwen met de man van haar keuze.
Ze overleed in het ziekenhuis.
Het gebakje smaakt minder.
'De covid-epidemie is ook een ramp,' vervolgt Dariush.
'Vaccins gaan alleen naar de regering en de rijken. De
bevolking wordt aangeraden om te bidden en heilig
water te drinken. Dat helpt niet. Zeven familieleden zijn
al overleden. Ik kan u hun foto's laten zien. Sommigen
waren begin veertig. Mijn moeder durft niet meer naar
buiten. Ik heb geld ingezameld en geprobeerd Janssen-
vaccins die kant op te krijgen maar de fabrikant wil ze
niet aan me leveren.'
Ik leg mijn gebaksvorkje neer.
'In Nederland weigeren mensen de prik. En worden
vaccins weggegooid. Ik begrijp daar niets van. Mijn
familie zou er zo blij mee zijn.'
Hij slaakt een zucht.
'Denkt u weleens stiekem: ik schei ermee uit en ga
genieten van mijn leven. Iran is toch niet te redden,'
vraag ik.
Gedecideerd schudt hij zijn hoofd. 'Toen ik daar nog
woonde was ik al lid van Amnesty. Ik ben gearresteerd
en gemarteld.' Het laatste komt er bijna achteloos uit.
'Als ik aan Iraniërs hier vraag: willen jullie iets doen,
zegt een enkeling: nee, het boeit me te weinig. Maar ik
geef niet op. Nooit.'
5
s
MEZZA 7
Ze werd door
haar vader
in brand
estoken
LU
3