'Misbruik kan je zo angstig maken' Toen ik als nachtportier werkte, had ik ongeveer dezelfde werktijden als nu: ik ben een nacht tikker. Ik werk liever dan dat ik in bed lig. 's Nachts lijken problemen groter omdat je dan de tijd en ruimte hebt om te piekeren, verbanden te leggen die er misschien helemaal niet zijn. Een tijdje geleden was ik 's nachts aan het schrijven in een gehuurd kantoor in een voormalige gevan genis in Utrecht. Ineens hoorde ik stemmen. Er was weleens in gebroken, dus ik vroeg wat ze hier te zoeken hadden. Ze zeiden dat ze de uitgang niet konden vinden. Ik heb ze naar buiten begeleid. Weer achter mijn computer overviel de angst me. Wat als die mannen kwaad in de zin hadden? Toen had ik het. Een nieuw boek. De hoofd persoon is een schrijver en hoort inbrekers in het kantorencomplex waar hij op dat moment werkt. Hij verstopt zich in de kelder en begint uit pure angst lange brieven te schrijven aan zijn literair agente. Ze gaan eerst over de inbrekers, daarna over seksu eel misbruik, schrijverschap, zijn familie, zijn testament. Ik heb al eerder geschreven over misbruik, maar nooit in boekvorm. Ik was daar huiverig voor: het is een groot onderwerp. Zelf was ik een jaar of tien toen het me overkwam, door een jeugdwerker. Het was een korte periode, mijn ouders hebben het heel goed opgepakt - écht heel goed, ze zijn nu overleden. Ik ben ze eeuwig dankbaar dat ze er met me over praatten, openhartig maar nuchter. Ik heb er geen trauma aan overgehouden dat mijn leven beïnvloedt, maar wilde wel schrijven over wat misbruik met een kind kan doen. Het kan je ontzettend angstig maken. En ik wilde schrijven over het dna van een schrijver. Wat is het belangrijkste? Het ego van de schrijver? De lezer die bediend moet worden? Of het boek - ongeacht of die lezer het mooi vindt en de schrij ver gezien wordt? Bij mij gaat het om het boek. En een beetje om de lezer: die wil ik vangen in een fuik van woorden. Het suc ces van de hoofd persoon in Nacht angst is tanende. Daar ben ik zelf niet bang voor. Ook als een boek het niet goed doet, heb ik iets geschre ven waar ik achter sta. Succes moet niet het belangrijk ste zijn - al klinkt dat misschien gek voor een schrijver die altijd goed heeft verkocht. Je moet een soort schijt-aan-menta- liteit hebben. Aan de andere kant: boeken zijn bijzaak. Mijn moeder was een jaar ouder dan dat ik nu ben toen ze stierf. Als ik denk aan mijn testament, denk ik niet aan dat papiertje bij de notaris maar aan mijn gezin. Wat ik wil achterlaten is de herin nering aan een leuke echtgenoot. Een goede vader. Een vader die zijn drie kinderen heeft klaar gestoomd voor een mooi leven.' Angst voor inbrekers, voor seksueel misbruik en angst om belazerd te worden in de liefde. RONALD GIPHART (55) schrijft erover in zijn roman Nachtangst. MEZZA39 MIJN BOEK Nachtangst is verschenen bij De Bezige Bij 20,99

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 119