8 UITVAART Nog geen 10 jaar geleden beëindigden Hans (78) en Maria (70) Das tegelijkertijd hun leven. Om niemand tot last te zijn hadden ze alles tot in de puntjes geregeld. Dachten ze. Hun zoon Matthijs over afscheid, rouw en verwerking. interview Mijn ouders wa ren eigengereid, licht onaange past misschien, vrijgevochten types. Ze verhuisden 25 jaar voor hun dood naar Frankrijk, een dorpje in de streek Charente, halverwege het land. Rond die tijd hoorde ik ze er voor het eerst over spreken: 'Op het moment dat we niet meer kunnen lopen, of we worden te ziek, gaan we er samen uit.' Nou ja, dat kun je wel roepen. Als het echt zover is, moet je het nog maar zien te doen. In de laat ste jaren voor hun dood maakten ze steeds vaker toespelingen. 'De schoorsteen repareren volgende maand? Dan zijn we er waar schijnlijk niet meer, haha.' Ze zeiden zulke dingen ook wel waar onze kinderen - toen 9 en 10 jaar - bij zaten. Ik herinner me hoe mijn dochter, de jongste, heel ver drietig reageerde. Het sluimerde voortdurend in de conversatie met hen: op een bepaald moment zou den ze klaar zijn met het leven.'' 'Dus nu al' ,,Negen jaar geleden, op een dins dagmiddag, stond een politieagent voor de deur. In eerste instantie dacht ik dat ik een zware verkeers overtreding had begaan. In motor pak kwam hij binnen en zat hij hier op de bank. Of ik een zoon was van Hans en Maria Das. Ik wist meteen: het is gebeurd. Mijn vrouw was er ook bij. 'Dus nu al', was haar eerste reactie. De Franse politie had hen gevonden in hun huis, dood op de bank in de salon. Mijn tranen kwamen pas toen ik mijn twee broers en andere fami lieleden en vrienden opbelde om hen in te lichten. Emoties wissel den elkaar af. Soms boosheid maar vooral veel verdriet, dat over heerste. Vertwijfeling ook. Twee weken eerder hadden ze nog geïnformeerd of we misschien van plan waren om binnenkort op vakantie te komen. Ik besefte nu dat ze eigenlijk wilden weten muziek was heel belangrijk voor hem. Mijn moeder schilderde, maar ze ging steeds slechter zien. Er zat altijd iets van depressie bij haar, vanaf haar adolescentie tot aan het einde sleepte ze dat met zich mee. Of ze ook momenten van twijfel hadden, weet ik niet. Mijn moeder was er eerder klaar voor dan mijn vader vermoed ik. Ik vroeg hem enkele maanden voor zijn dood of hij bladmuziek van een bepaald stuk wilde bewerken voor mijn klarinetensemble. Hij is daar als een gek mee in de weer gegaan. Omdat hij er vanaf wilde zijn? Of was het enthousiasme? Voor mij blijkt eruit dat zijn leven op vele manieren nog betekenisvol had kunnen zijn. In de dorpszaal organiseerden we een herdenkingsbijeenkomst. Er kwamen zeker honderd men sen op af, een overweldigende of ze eruit konden stappen. Was ik toch maar gegaan, dacht ik, of had ik maar gebeld. Het enige dat het waarschijnlijk opgeleverd zou hebben was uitstel. We moesten ernaartoe, mijn broers en ik. Er moest van alles ge regeld worden, duizend kilometer verderop. Het was nogal een gebeurtenis daar in die kleine gemeenschap, merkten we toen we twee dagen later ter plaatse waren. De burgemeester en twee agenten waren er om met ons mee het huis binnen te gaan. Mijn vader bleek de burgemeester een brief te hebben ge stuurd, hij had goed contact met hem: 'Als u dit leest dan zijn we er niet meer.' Ze had den ook de begrafe nisondernemer een brief gestuurd. Ze hadden het mooi van tevoren willen rege len. Mijn broers waren terughoudend met het huis binnengaan, ik wilde juist wel. Het voelde nog steeds als thuiskomen. Alles stond precies zoals toen ze er nog waren. In de salon, waar het was gebeurd, lag een boek op tafel. Het levenseinde heette het, met een briefje bij een bladzijde die een bepaald medicijn beschrijft en wat daarvan de effecten zijn. Zo hadden ze het dus gedaan. Ik moest toch ook een beetje grinni ken. De politie was binnen ge weest - het betrof hier een onnatuurlijke dood van twee per sonen - maar omdat het boek Nederlandstalig was, hadden ze het over het hoofd gezien. Er lag een kartonnetje met prak tische aanwijzingen: die sleutel hangt daar, de gasflessen zijn afgesloten, daar ligt het geld voor de begrafenisondernemer.'' Tot het laatst „En mijn ouders hadden voor ons een briefje achter gelaten, elk een velletje waarop ze wat hadden geschreven. Vrij kort van tevoren vermoed ik, want het handschrift van mijn moeder werd in de laatste regels hobbeliger en bijna onleesbaar. Alsof ze nog tot het laatst dingen probeerde toe te voe gen. Ze vonden dat ze lieve kinde ren en kleinkinderen hadden, maar 'we hebben er geen zin meer in', was de strekking, 'het is klaar, we hebben alles gezien'. Mijn vader was chemicus, het was voor hem eenvoudig om er gens een middel te bestellen waar van hij wist: dit gaat werken. Ons gezin was heel muzikaal, zo zijn mijn broers en ik opgevoed. Pia nospelen ging mijn vader door zijn reuma steeds minder goed af, Zo hadden ze hetdusgedaan. Ik moest toch ook een beetje grinniken DINSDAG 2 NOVEMBER 2021 GO TYPES TEKST CASPAR PISTERS FOTO'S KOEN VERHEIJDEN, FAMILIE DAS - Matthijs Das, zoon

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 56