Jo kon verzaligd naar het ronddraaiende sop kijken, zo blij was ze met haar wasmachine men een ogenblik niet aan de dood denkt. Ze leidt me rond. In het voorschuurtje naast de hal staan een rolstoel en rollator geparkeerd. Op de eerste verdieping is moeders slaap kamer, de badkamer, een logeerkamer en een kamer met een zonnebank. Op de grote, betimmerde zolder prijkt in een hoek de wasmachine, de volautomaat waarmee Jo zo verguld was omdat ze voortaan de was niet meer apart hoefde te centrifugeren. Naast de wasmachine de stoel, waarop moeder verzaligd naar het ronddraaiende sop zat te kijken, alsof het een mooie film was. Die omschrijving is van Antoinette. IEDER MENS DIE STERFT, is een museum dat brandt, nog zo'n tegeltjeswijsheid. Opgegaan in rook: alle kennis die Jo van Overdijk in haar lange leven heeft vergaard. Volgens Antoinette was moeder van de meest uiteenlopende zaken op de hoogte en had ze over alles een mening. Voetbal en tennis. Ruimtevaart en politiek. Ieder mens die sterft, is een museum dat brandt. En ieder huis dat na een dood wordt ontmanteld, is een heiligdom dat wordt platgebombardeerd. Erfgoed dat voorgoed verloren gaat. Was moeder beroemd geweest, dan had de gemeente haar woonkamer allang verzegeld. Ze hadden haar bestaan in een tijdcapsule proberen te conserveren. Naast de voordeur zou een bordje hebben gehangen: Jo van Over- dijk-van de Ven (1926-2017) heeft hier geleefd. NOG STEEDS WEKT HET HUIS DE INDRUK dat het erbij ligt zoals moeder het verliet. Schone schijn. Het grote ordenen is al begonnen. Jo zou het in één oogopslag zien. In de hoek van de woonkamer waar ze tot haar sterfdag in een leenbed sliep, schoof Antoinette de eikenhouten tafel om ruimte te scheppen. En daar op die beige bank, waar vroeger het bezoek zat, zetelt nu een kleurig gezelschap van knuffels. Een eland, een kuiken, Ernie van Sesamstraat, een stel beertjes. Toen moeder nog leefde, lag op die bank AEROGR.AMME •y SCHIMMtlPENNlNCK 22

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 102