Als de oudste dochter het
lege huis binnenkomt, roept
ze nog altijd: 'hoi moeder'
3\^*k
rr„
a? ysu
3ê>Mir^r v *-
rsc* -'
I u I 'I l
Tegen een van die vaasjes een ansichtkaart van een tropisch
vakantieoord die Jo bij leven niet meer bereikte. Voor de
foto een glazen pot met krammetjes die ze overhield aan
een operatie aan een vernauwde beenslagader. Ze had het
plan de krammetjes in een schilderij te verwerken, vertelt
Antoinette, maar dat stelde ze eindeloos uit. Zolang dat
schilderij niet afcwam, kon zij niet sterven. Moeder was
daar heilig van overtuigd.
De gedenktafel maakt dat Antoinette zich niet moederziel
alleen voelt als ze in dit lege huis komt. 'Hoi moeder,' roept
ze al in de deurpost. Ze wacht nog elke keer op haar stem.
HOE VAAK IS ZE HIER SINDS haar moeders overlijden
geweest, vraag ik Antoinette. Twee dagen na de begrafenis
was ze hier voor het eerst, vertelt Antoinette. Die keer
heeft ze alleen maar in de kamer gezeten. De dag daarna
kwam de gemeente het bed ophalen dat moeder had
mogen gebruiken. De keer erop draaide ze een wasje en
gaf ze de planten water. Pas een week later begon ze met
het inventariseren van moeders bezittingen. Schoorvoetend.
In een huis vol spullen. Dat doet ze nu bijna
iedere dag. Steeds een uur of drie.
Ze wijst naar de hoek van de woonkamer waar
ze volstrekt willekeurig is begonnen. Dat is de
hoek waar de betegelde bar de woonkamer
scheidt van de open keuken aan de voorkant
van het huis. In een oranje schrift noteerde ze
als eerste de twee sepiakleurige portretten van
oma en opa, de ouders van haar moeder, daar
hangend aan de muur.
Antoinette praat aan één stuk door. Het lijkt of
ze niet kan stoppen. 'Net als ons moeder,' zegt
ze. Woorden die in Brabant algauw versmelten
tot 'smoeder'. Soms klinkt dat lieftozend uit
de mond van Antoinette. 'Smoeder.' Soms
spuwt ze het als een scheldwoord uit.
Als Antoinette even stilvalt, zet ze koffie.
In de keuken plukt ze een blaadje van de
scheurkalender. Er staat een citaat op van
Jeroen Brouwers: Geluk is wat men voelt als
MEZZA 21