Heleen van Royen Nu corona op zijn retour is, lijkt het alsof kanker als een feniks uit de as herrijst. Wie ik ook spreek, het k-woord valt vaker dan me lief is. Een van onze kennissen is terminaal. Ze heeft de bruiloft van haar zoon nog gevierd, maar zal tot haar grote verdriet nooit oma worden. Bij een andere kennis is longkanker ontdekt. Hem staat een zwaar traject te wachten. Mijn personal trainer ging naar een routinecontrole omdat ze jaren geleden borstkanker had. Het is weer mis. Ze moet worden geopereerd en een besluit nemen over haar andere borst. Ik ontmoette een jonge journaliste die een agressieve vorm van borstkanker heeft. Haar kindje is net een jaar. Naast al deze onheilstijdingen bereiken mij de berich ten van bekende Nederlanders met kanker: Jan Rot (ongeneeslijk), Ruud de Wild (net behandeld), Loretta Schrijver (net behandeld), documentairemaker Linda Hakeboom (net behandeld) en Boulevard-verslaggever Ruud ten Wolde (veel te jong overleden). Ik word er angstig van en wil toch alles weten. Waar zit (of zat) het? Is het uitgezaaid? Wat gaan ze eraan doen? Wat zijn de kansen? Met een bijna ziekelijke gretigheid absorbeer ik de details. Terwijl Bart en ik met onze honden over de hei lopen, geef ik hem het meest recente medische bulletin over de journaliste. 'Ze heeft embryo's laten invriezen voor als ze nog een kind wil na de chemo en de bestralingen. En ze heeft een aantal onbevruchte eicellen laten invriezen. Voor het geval zij dan niet meer met haar partner is.' 'Dat het allemaal kan,' zegt Bart met enig ontzag. 'Maar waarom ben je er zo mee bezig? Wij zijn gezond.' 'Ja, dat denken we. Maar je weet het nooit. Misschien probeer ik mijn angsten te bezweren door me erin onder te dompelen. Of misschien is het een voorbereiding op het onontkoombare. Je vader is al aan kanker overleden. Wie wordt de volgende?' Barts telefoon gaat. Het is Kevin, een goede vriend van hem. 'Jezus,' hoor ik Bart even later zeggen. En dan: 'Wat naar.' En: 'Nee, ik begrijp dat je niet kunt komen.' Hij hangt op. Ik kijk hem vragend aan. De vrouw van Kevins naaste collega heeft een hartstilstand gehad. Volkomen onverwacht. Ze was 34 jaar. Hun kindje zes maanden. Er was niets meer aan te doen. De koude hand om mijn hart knijpt harder. Het is alsof het noodlot me keihard uitlacht. 'Jij bent bang voor kanker? Ha! Je hebt geen idee wat ik allemaal met jou en de jouwen kan doen. Hartfalen. Longaandoening. Beroerte. Verkeersongeval. Je kunt je voorbereiden tot je een ons weegt, maar je kunt me niet ontlopen.' 'Ik schrijf mijn angsten van me af,' roep ik terug. 'Net zoals Ruud ten Wolde dat deed.' Ziek gelukkig heet zijn boek. Hij haalde de verschijning helaas niet. Ik wel. Ik ga het lezen. Minste wat ik kan doen. Rust in vrede, Ruud. 5 s MEZZA 7 Schrijver Heleen van Royen (56) woont samen met Bart (35). Ze is moeder van Olivia (28) en Sam (25) en oma van Spencer (1 jaar) en van twee bonuskleinkinderen van 13 en 11. het noodlot LU 3

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 87