sium waren allemaal mensen die me aardig vonden.' 'Dat was niet mijn handelsmerk, nee.' Grijnst. 'Ik vond altijd dat ik eerlijk moest zijn en dingen niet achter mijn kiezen moest houden. Het eerste serieuze contact met mijn vrouw was ook zo. Ik vroeg haar in een brief wat ze vond van iets wat ik had gedaan. Toen zei ze: ik vond het nogal lomp.' Lacht uitbundig. 'Dat kwam in die tijd wel vaker voor. Ik was ook niet makkelijk voor mijn eind redacteuren. Ik vond altijd dat het beter moest. Nu is dat ook nog wel zo, maar ik ben subtieler geworden.' Er zijn mensen die zeggen dat ik minder scherp geworden ben. Dat zal. Ik hóóp dat het soms minder scherp is. Vroeger had ik maar één standje; ik heb getraind om meer te variëren. Scherp als het kan, vriendelijk als het kan. De vraag is bovendien of mensen je het meest vertellen als je ze aan een spervuur onderwerpt. Dat geldt ook voor de gasten die ik interview in Adieu God? Als ik plompverloren zeg wat ik vind, als ik alleen maar oordeel, gaan alle hartjes dicht en ik wil juist alle hartjes open hebben.' Lange stilte. 'Dat is een goeie vraag. Van binnenuit. We zijn thuis wel een verbale familie, ik ben de vijfde van zes, dus ik moest mijn best doen om ertussen te komen. Dat kon er stevig aan toegaan. Maar die eerlijkheid... dat weet ik niet. Toen ik jong was stelde ik alles al ter discussie. Waarom meisjes geen broek aan mochten op onze middelbare school. En ik mocht niet op voetbal, we hadden thuis geen tv, niet fietsen op zondag. Vanwege ons geloof, mijn vader werd dominee. Maar het staat nergens in de Bijbel hè, dat je geen tv mag kijken of voetballen of fietsen. Ik wilde op voetbal, toen mocht ik op de bibliotheek.' Glim lacht veelbetekenend. 'Uiteindelijk gingen mijn ouders overstag, maar mijn vader kwam nooit kijken. Niet omdat het goddeloos was, maar hij had er gewoon niks mee. Ik had het natuurlijk leuk gevonden als hij was gekomen, maar ik ga geen huilverhaal ophangen. Ze hebben hartstikke liefdevol voor me gezorgd. Ik ben zelf wel gaan kijken bij mijn kinderen toen ze op voetbal zaten, hoor.' 'Ik vind het lastig namens hen te spreken, het is hun leven, maar de oudste twee hebben net belijdenis afgelegd. Mijn zoon deed een mooie uitspraak. Drie jaar geleden zei hij: "Ik weet niet of ik God wel ken." En nu: "Het gaat er niet om of ik God ken, maar of God mij kent. En ik kies ervoor daarop te vertrouwen." Dat raakte me. Het is anders voor hen, hè. Hun leeftijdsgeno ten zijn meestal niet opgevoed met kerk en geloof. Mensen van mijn generatie hadden nog weleens een appeltje te schillen met de kerk. Er is nu meer ontspannenheid. Christenen hebben niet meer het imago van: dat zijn die lui die dingen bedisselen en voor ons uitmaken wat goed is. En wat kwaad.' Hebben jullie de rest van de wereld opgegeven? 'Nee. Maar je wint de rest van de wereld niet voor je door ze een moraal op te leggen. Je bereikt mensen alleen maar als ze zelf overtuigd raken.' MEZZA 15 Vroeger was dat niet zo? Ook minder kritisch? Die hang naar eerlijkheid, op het botte af, waar komt dat vandaan? Zijn zij gelovig?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 95