Heleen van Royen
'Over welk boek willen jullie meer horen?'
vraag ik.
Het is zaterdagochtend en ik sta in de sportzaal van de
vrouwengevangenis in Nieuwersluis, waar ik een lezing
mag geven over mijn werk. Mijn publiek bestaat uit
tientallen gedetineerden, zowel afgestraften als nog
niet afgestraften, ofwel: ze zijn al veroordeeld of nog
in voorarrest. Ook een aantal bewaarders en de biblio
thecaresse van de gevangenis zijn present.
Toen mijn manager Marit en ik op het terrein van de
penitentiaire inrichting arriveerden, moesten we langs de
luchtplaats om bij de sportzaal te komen. De gevangenen
waren op dat moment buiten, sommigen leunden verveeld
tegen de hekken. We werden uitgebreid bekeken en na
gestaard.
'Het is net als in de film,' fluisterde ik tegen Marit. Ze
knikte. Als je nooit in een gevangenis komt, lijkt het of
gevangenissen films nabootsen in plaats van andersom.
'Vertel maar wat over dat blauwe boek,' wijst een vrouw
die op de voorste rij zit.
'Je bedoelt Sexdagboek?' vraag ik, terwijl ik het boek
omhooghoud.
De dames beginnen te joelen en te lachen. Als alleen al de
titel een applaus uitlokt, sta je voor een zeer welwillend
publiek.
Ik vertel dat ik Sexdagboek heb geschreven om vrouwen
te bevrijden, hoewel dat in deze context een beetje gek
klinkt. En dat er na de verschijning een run is ontstaan
op een bepaald speeltje dat in het boek voorkomt.
'Wij mogen geen vibrators!' roept een vrouw.
'Wat? Meen je dat?' vraag ik verbaasd.
'Ze zijn verboden,' beamen haar medegevangenen. 'Ze
willen niet dat we seks hebben.'
'Maar dat is schandalig. Dat moeten we niet pikken!' roep
ik. Nog luider gejoel en geklap vanuit de zaal. Vanuit
mijn ooghoek zie ik hoe mijn manager langzaam haar
hoofd schudt. Zij vindt het waarschijnlijk geen goed idee
om op dit moment een gevangenisopstand uit te lokken.
'Ik ga hier werk van maken,' beloof ik de vrouwen. 'Jullie
horen nog van me.'
Tijdens de lezing mogen ook vragen worden gesteld.
Een van de gedetineerden blijkt zelf een boek te hebben
geschreven en hoopt dat binnenkort te kunnen uitgeven.
'Tot wanneer zit je vast?' vraag ik.
'2026,' is het antwoord.
'Zo, dat duurt nog even.' Het is eruit voor ik het weet.
'Het boek gaat over mij en mijn vriend. We zitten allebei
in detentie.'
'Ah, hij ook?'
Ze knikt. 'Tot 2032.'
'Dan zou ik nog maar even wachten met de publicatie,'
raad ik haar aan. 'Als je bij Koffietijd wilt aanschuiven
om over je boek te praten, moet je wel beschikbaar zijn.'
Na afloop bedankt de bibliothecaresse me voor de stapel
eigen werk die ik aan de gevangenis heb geschonken. Ze
vertelt dat een van gedetineerden toevallig mijn laatste
bundel aan het lezen was toen ze werd gearresteerd.
En dat zij het zo fijn vond deze in de bibliotheek aan te
treffen, zodat ze hem toch kon uitlezen. Ook van huis
meegenomen boeken gelden als contrabande in een cel.
Geen lievelingsboeken en geen speeltjes voor de afge-
straften. Hoe houden ze het vol?
5
s
MEZZA 7
Schrijver Heleen van Royen (56) woont samen met Bart (34). Ze is moeder van Olivia (28) en
Sam (25) en oma van Spencer (1 jaar) en van twee bonuskleinkinderen van 13 en 11.
Een opstand
onder de
,evangenen
vindt ze geen
oed idee
LU
3