DE BOER OP Het akkerbouwbedrijf van de familie Risseeuw
8
Boeren zijn het gesprek van de dag.
Ze stoten (te veel) stikstof uit,
spuiten (teveel)
bestrijdingsmiddelen,
zorgen voor (te veel) slik
op de weg, bezetten met
(te grote) tractoren het
Haagse Malieveld. Maar wie zijn die
boeren nu eigenlijk? In deze serie
zoeken we hen op. Vandaag
aflevering 5: de biologische Jento
Hoeve van de familie Risseeuw bij
Schoondijke.
'Door andere
boeren werd er
minachtend en
honend over
gedaan. Daar lag
ik weleens
wakker van'
Zo op het eerste oog is
er weinig biologisch
aan de Jento Hoeve
aan de Sasputsestraat
oostelijk van Schoon
dijke. Een windmolen op het erf,
dat zie je niet veel. Ook de vol met
zonnepanelen belegde daken van
de schuren wijzen in de richting
van duurzaamheid. Dat er met
extra aandacht voor Moeder
Aarde wordt geteeld, blijkt als we
één van de vier grote loodsen bin
nenwandelen. Daar staan kisten
vol met de hand geoogste pom
poenen gereed voor verzending.
Geen spatje gewasbescherming
of kunstmest kwam daaraan te
pas. Met de in een volgende loods
opgeslagen rode bieten die op
transport liggen te wachten, is
het niet anders gesteld.
Reint Risseeuw teelt voor een
kleine markt: ,,Van de honderd
vrachtwagens die naar de super
markt rijden zijn er 97 gevuld
met reguliere producten, de res
terende drie zijn biologisch." Dat
percentage van drie wordt ook
genoemd als het over de verhou
ding regulier-biologisch in de
landbouw gaat. Landelijk werkt
hooguit drie procent van alle on
dernemingen zonder kunstmest
strooier en spuitmachine voor ge
wasbeschermingsmiddelen.
Bijna nietige druppel
Daarmee lijkt de Jento Hoeve een
bijna nietige druppel in een zee
van Zeeuws-Vlaams polderland
waar nog volop regulier wordt ge
boerd. Toch zijn er binnen een
straal van tien kilometer nog wel
acht andere biologische boeren te
vinden. Wat ook niet vergeten
mag worden: het bedrijf van Reint
is met 100 hectare bepaald niet
een van de kleinste in de streek.
,,100 hectare", zegt hij, ,,dat is wei-
nig in de winter maar veel in de
zomer."
We zitten aan de keukentafel
met vader en zoon Risseeuw:
Hans (1952) en Reint (1987). Verle
den, heden en toekomst: Reints
levenspartner Eliza (1991) is druk
in de weer met Gijs van 3 en Noor
van anderhalf. Zoon Miller (12) is
als brugpieper aan het wennen op
het Zwincollege in Oostburg. Het
is te vroeg om over opvolging te
praten. Reint stapte elf jaar gele-
den in de maatschap, twee jaar ge
leden nam hij het bedrijf over van
zijn vader.
Het is vader Hans die in 1992 de
overstap maakte naar biologische
landbouw. Zijn ouders bedachten
de naam Jento Hoeve en begon
nen in 1936 met de boerderij. In
1974 nam Hans het bedrijf over,
toen 44 hectare met gangbare ak
kerbouw. Dat wil zeggen bieten,
aardappelen, vlas, erwten, bonen
en graan. Hoe het precies is ge
gaan, weet hij niet. ,,Het rapport
Grenzen aan de groei van de Club
van Rome kwam uit in 1972. Dat
opende mijn ogen. Ik kreeg
moeite met bestrijdingsmiddelen
en kunstmest en raakte geïnteres
seerd in andere teelten. Zo ging ik
meedoen aan het Zeeuwse Vle
gelproject waarbij onbespoten
Zeeuwse tarwe bestemd wordt
voor lokale bakkerijen. Ik kwam
in contact met een groep kritische
boeren verbonden aan de Univer
siteit van Wageningen. Met hen
maakte ik excursies naar biologi
sche boerderijen in Nederland,
Duitsland, Oostenrijk. In 1992 wa
ren er grootscheepse boerenpro
testen tegen lage prijzen en over
schotten. Toen besloot ik de over
stap te maken."
De omschakeling van regulier
naar biologisch was spannend. Er
mocht minder mest worden ge
bruikt, er zou meer handenarbeid
moeten worden ingezet en er was
een ruimer bouwplan nodig met
meer gewassen. Hartstikke duur
en te weinig afzet, roepen regu
liere boeren nog steeds in koor.
Hans: ,,Voor ons gold dat niet. We
hadden een omschakelsubsidie en
als je gefaseerd te werk gaat, is het
goed te doen. Mechanisatie, opge
drongen door de landbouwlobby,
maakt het duur. Daaraan deden
we niet mee. Er zat al gauw een
prima verdienmodel aan. Mede
omdat we aansloten bij de biolo
gische afzetorganisatie Nautilus
in de Flevopolder. Op die manier
gingen we telen voor een markt
die vragend was in plaats van voor
een markt die met overschotten
kampte. Natuurlijk hadden we
bloopers, zoals een oogst bonen
die te snel ging rotten. Maar we
leerden snel."
Dat klinkt hosanna. ,,Toch",
geeft Hans toe, ,,er was ook een
andere kant. Je plaatste je in een
glazen kooi, kwetsbaar. Door an
dere boeren werd er minachtend
en honend over gedaan. Daar lag
ik weleens wakker van. Toen ik
overstapte gingen er in de de om
geving van IJzendijke nog twee
andere bedrijven over op biolo
gisch. We werkten samen, wissel
den kennis uit, gebruikten elkaars
machines. Dat doen we nog
steeds. Andere boeren rekenden
ons af op onkruidbeheersing. Hoe
je akker erbij lag, dat was belang
rijk. Gelukkig hadden we de me
chanische onkruidbestrijding
snel onder de knie."
Streek in opstand
Hans zette op zijn bedrijf de eer
ste windturbine van Zeeuws-
Vlaanderen neer. Toen hij er in sa
menspraak met coöperatie
Zeeuwind nog drie grotere wilde
laten bouwen, kwam de streek in
opstand. Zo bleef het bij die ene.
Zoon Reint groeide op in het
biologische bedrijf, hij heeft
nooit anders gekend. Op de
Warmonderhof, een opleidings
collectief voor biologisch-dyna-
mische landbouw in Dronten,
volgde hij de middelbare agrari
sche opleiding. Er staat hem een
drukke maand te wachten: de
rode bieten en winterwortelen
moeten worden gerooid. Naast
die gewassen heeft hij een ruim
bouwplan met vier vrijwel resis
tente aardappelrassen - hij klaagt
niet over de oogst van dit jaar -
rode en gele plantui, suikermais,
bruine- en kidneybonen, pom
poenen, cichorei, luzerne. Reint:
,,En spelt. Het stro daarvan gaat
naar de biologische geitenboer
waarna ik het weer in mestvorm
terugkrijg. Biologisch boeren is
leuk. Het zit tussen je oren. Mij
ZATERDAG 2 OKTOBER 2021 GO
Biologisch boeren zit tussen
■■nnmniRnna
Reint en Eliza Risseeuw met hun kinderen Gijs en Noor. Rechts
opa Hans Risseeuw, oprichter van het biologische bedrijf.
JAN VAN DAMME
Hans Risseeuw