CAROLINE REEDERS HEEFT BORSTKANKER
Ze is moeder, directeur van een uitgeverij, getrouwd met een arts
en schrijver van het boek U mag even plaatsnemen. Aan het
begin van de borstkankermaand maakt Caroline Reeders (55) de
balans op: 'De optimistisch getoonzette posters bij de tramhalte
laten me beseffen dat ik een-op-de-zeven ben.'
'AANMELDEN MISLUKT - gebruikersnaam
en wachtwoord komen niet overeen.' Ik typ beide
nog eens in, met hetzelfde resultaat. Verrek. Het is
zover. Ik weet voor het eerst het wachtwoord van
MijnOLVG niet meer uit mijn hoofd, ik ben er te
lang niet geweest. Tevreden zoek ik het op.
Er zijn veel eerste keren als je borstkanker krijgt.
De eerste keer dat me wordt verteld dat ik borst
kanker heb. Agressiegraad 2 van 3, ook in de schild-
wachtklier. De eerste keer dat ik tatoeages krijg
in het Antoni van Leeuwenhoek als richtpunten
voor de bestraling. De eerste bestraling. De eerste
hormoonpil, nog 1864 te gaan. De eerste keer dat
ik van het bestaan van Oncofit hoor. De eerste keer
dat ik naar Oncofit ga, met de auto, uit protest.
De eerste keer dat ik weer een knobbeltje voel.
Opluchting van een nieuw soort als het een
onschuldige cyste blijkt, de eerste keer dat ik besef
dat een goede uitslag nooit definitief is en een
slechte wel.
Ik vraag
me nooit af:
waarom ik?
De radioloog beweegt het echoapparaat dat op
een verfroller lijkt over mijn borst. Ze heeft het
scherm naar ons toegedraaid toen ze merkte dat
we wilden meekijken. Mijn man omdat hij arts is
en ik omdat ik de techniek die naar binnen kijkt
indrukwekkend vind. Het is halfdonker in de
kamer. Ik lig comfortabel, mijn hoofd op een fijn
kussen. Dan zie ik het, in een nanoseconde, subtiel
maar onmiskenbaar: een verstrakking in haar kaak.
'We gaan een biopt nemen.'
Foute boel, denk ik en besef dat mijn man hard in
mijn hand is gaan knijpen.
Uit: U mag even plaatsnemen
24