ZEELAND GEBOEKT
Iris is van het doorpakkende soort
Herboren
uyt de
golven
7
Peter de Boevere, oud-topman van Zorgstroom, schrijft sinds zijn
pensionering Zeeuwse thrillers. Zijn rechercheurs Boorman en Verplancke hebben
het in het nieuwste boek De wandelaarmoeilijk met de verdwijning van een jong
stel in Goes. Het wordt een speurtocht met verrassende vertakkingen.
Sinds een aantal boeken ben ik een
beetje beducht voor Peter de Boe
vere (1952). In enkele van zijn in
Zeeland spelende thrillers komt
meedogenloos geweld voor. Nu
weten we dat het er in het criminele wereldje
vaak niet zachtzinnig toegaat, maar het is nog
iets anders om in een verhaal iemand met
kennelijk schrijfplezier te laten martelen. Of al
jammerend met een blok beton aan zijn voe
ten in de Noordzee te laten kieperen. Het deed
hier en daar wat sadistisch aan.
Ik begon dan ook voorzichtig te lezen in De
wandelaar, het zevende deel in de serie
Zeeuws Bloed waarin de rechercheurs Béla
Boorman en vaste partner Camiel Verplancke
vanuit het politiekantoor in Goes duistere
zaakjes mogen oplossen. Het leuke is, schrij
ver De Boevere weet je met zijn stijl van ver
tellen toch altijd weer te pakken. Dus had ik
voor ik er erg in had compassie met hoofdper
soon Ralph Homan. Zijn vrouw Andrea is een
paar jaar geleden overleden. Sindsdien is hij
alleen. Sociale contacten gaan hem niet zo
goed af. Zij was daar goed in, hij niet. Beetje bij
beetje komt hij tot de conclusie dat het wel
mooi is geweest. Hij haalt zijn huis en tuin
leeg en besluit te gaan wandelen, vanuit Goes
de wijde wereld in, weg van alles en iedereen.
Ook van zijn twee kinderen, die zitten in het
buitenland en hebben toch al jaren niets van
zich laten horen. Met een makelaar maakt hij
de afspraak dat zijn huis wordt verkocht als hij
na zes maanden niet terug is.
Achterdochtig
Net voor hij helemaal gereed is om zijn wan
delschoenen aan te trekken, wordt er gebeld.
Twee jongeren voor de deur, een jongen en
een meisje. Ze doen in opdracht van de ge
meente onderzoek naar de woonsituatie van
mensen boven de 70. Hij valt in die categorie.
Of ze even mogen binnen komen. Pagina 10:
'In zijn achterhoofd ging een belletje rinkelen.
In de krant had een artikel gestaan over een
duo dat zich voorstelde als werknemer van de
thuiszorg. Dit kon ook zo'n duo zijn. Alleen
met een ander verhaal.' Achterdochtig als hij
is laat Ralph alleen het meisje binnen. Vanuit
die situatie ontrolt zich een voor de jonge en
quêteurs rampzalig scenario. De oude Ralph is
een sportschoolman en verkeert in goede con
ditie. Met die waangedachte van bedriegers en
indringers als leidraad handelt hij snel en
meedogenloos.
Daar gaan we weer, was mijn eerste ge
dachte. De ontspoorde Ralph kon een opmaat
zijn voor een reeks met bloed en geweld door
spekte voorvallen in het verdere verloop van
het verhaal. Verrassend genoeg blijft het deze
keer bij die ene gewelddadige scène. Op een
andere verhaallijn waar lesbische liefde een
hoofdrol speelt, vallen nog wel dodelijke
slachtoffers, maar daar kijk je als lezer toch vrij
afstandelijk naar. De Boevere gooit het deze
keer over een andere boeg. Niet seks en sadis
tisch geweld zijn de motoren van het verhaal.
Ik krijg als lezer mededogen met Ralph die
uiteindelijk wel aan de wandel gaat. Op zijn
tocht naar Brugge helpt hij een zwerfster aan
een bad en schoon bed in een hotel. De vol
gende ochtend is ze zonder bedankje verdwe
nen. Hij neemt een zwerfhondje onder zijn
hoede, samen schuilen ze onder een stuk plas
tic als het plenst. Die man is de kwaadste niet.
Niet dat de wandeltocht helemaal gladjes
verloopt. In het Koningsbos bij Knokke wordt
hij door een paar jonge knapen overvallen.
Ralph weet hen te overmeesteren met het pi
stool dat hij van zijn schietvereniging heeft
meegenomen. Ik zou ze moeten doodschieten,
denkt hij. Maar hij doet het niet. En dat is een
opluchting. Vergeleken
met zijn eerdere thril
lers laat Peter de Boe-
vere zich nu van zijn
milde kant zien. Geluk
kig maar.
DE
WANDELAAR
Hoe zoet kun je het maken.
In de epiloog van Een klus
voor twee van Esther Stui
hebben hoofdpersonen Iris en
Thomas een geboortefeestje in
hun tuin belegd. Roze slingers,
roze ballonnen, roze feestverlich
ting, roze bloemen, roze limona
desiroop, aardbeiensmoothie,
rosé en roze champagne, limlol-
lies, roze jelly beans, roze spekjes.
En er is een verrijdbare suiker
spinmachine. Het is wat je noemt
een roze uitsmijter van een wer
velend liefdesverhaal in Middel
burg.
We kennen schrijfster Esther
Stui (1971) uit Wissenkerke in
middels van drie kort na elkaar
verschenen romans. Liefde wordt
daarin steeds met een hoofdletter
geschreven. De mannen lopen en
vrijen soepel, de alleenstaande
vrouwen zijn oogverblindend en
weten ook in bed van wanten. Het
Rubens meisje was afgelopen voor
jaar haar laatste titel. Nu ligt Een
klus voor twee in de winkel. Iris is
van het doorpakkende soort. Ze
heeft een eigen klusbedrijf, loopt
in werkkleding op schoenen met
stalen neuzen. Er is sprake van
een behoorlijk aantal exen en dus
van teleurstellingen. Zal je net
zien dat het huis naast haar wordt
verkocht aan een strak in het pak
getrokken accountant. Thomas,
aangenaam. Er is geen klik op het
eerste gezicht. Maar ja, een balle
tje kan raar rollen en Iris wil toch
eigenlijk wel heel graag een kind,
ze is immers 32. Thomas kijkt
heus wel door een niet al te ele
gant omhulsel heen: 'De stevige
werkbroek verhult niet dat er een
heerlijk achterwerk in zit. Ja, hij is
een billenman.'
De schrijfster heeft inmiddels
ongetwijfeld een flinke schare
trouwe lezers. Die kunnen zich
met dit nieuwe boek verheugen
op een verhaal dat ze verwachten
en dus graag willen lezen. Een
volgende keer - en die wordt al
aangekondigd - kan de schrijfster
letten op de openingszinnen van
haar hoofdstukken. Die beginnen
in dit boek te vaak met een tijds
aanduiding: op maandagmorgen,
in week drie van
de verbouwing,
op zondag, en
zo verder.
Zeeuwse schrijvers
De vloed aan verhalen lijkt
nog heviger dan de eigen
lijke vloed. Achteraf
gezien, zeshonderd jaar achteraf
gezien om precies te zijn, want het
gaat over de Sint-Elisabethsvloed,
vernoemd naar de heilige van de
dag, Elisabeth van Hongarije.
We blikken terug op 19 november
1421 in het lees- en kijkboek De
grote en vreeselike vloed. Was de
vloed wel zo groot en zo vreselijk?
Om te beginnen was er meer
dan één vloed: in 1404 was er óók
al een Sint-Elisabethsvloed die in
Zeeuws-Vlaanderen en op Wal
cheren tot flinke overstromingen
leidde, in 1424 zou er weer eentje
volgen. De meest befaamde vloed,
die van 1421 dus, zorgde voor aan
zienlijke problemen in Zeeland,
maar wordt vooral herinnerd door
de overstroming van de Grote
Waard nabij
Dordrecht,
waardoor op
den duur de
Biesbosch ont
stond, 'herbo
ren uyt de gol
ven'.
Aan het ge
denkboek droeg de Zeeuwse dich
teres Esther Naomi Perquin de ge
dichten Vloed en Eb bij. Over de
eeuwige strijd van de mens tegen
de zee: 'Er is ruim zicht/ op lijnen,
stroming, jaargetijden - men weet
nabijheid/ te vermijden, trekt
grenzen tussen nat en droog,/ sta
pelt zich omhoog, slaat palen vast'.
Het lijkt erop of men het zeshon
derd jaar geleden zo druk had met
de Hoekse en Kabeljauwse twisten
dat men de echte vijand vergat.
Daardoor konden de dijken bre
ken, met ingrijpende gevolgen,
maar minder ingrijpend dan de
verhalen willen.
In dit boek zet men de feiten op
een rij, men probeert zelfs het
weerbericht van 19 november 1421
te reconstrueren. Over de water
stand wordt gemeld: 'komt gemid
deld zo'n zestien keer in duizend
jaar voor'. Er waren weliswaar
tientallen doden, maar niet de
honderdduizend uit de mythen. In
poëzie en proza bleef de storm
eeuwen woeden. Lotte Jensen kan
een heel hoofdstuk wijden aan 'de
verbeelding van de Sint-Elisa-
bethsvloed in de literatuur'. Het
boek over een ver verleden besluit
met een vermanend hoofdstuk
over de toekomst door Maarten
Kleinhans, hoogleraar fysische
geografie: 'Woelige wateren wach
ten ons'.
maandag 27 september 2021
GO
Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland
en boeken van Zeeuwse schrijvers
Ralph gaat aan de wandel
Jan van Damme
Peter de Boevere.
FOTO CYNTHIA CATS
Peter de Boevere: De
wandelaar - Uitgeverij
Zeeuws Bloed, 274
pagina's, 17,50 euro.
ZEEUWS BLOED
Peter de Boevere
Jan van Damme
Esther Stui:
Een klus voor
twee - Uitgeve
rij Boekscout,
258 pagina's,
21,99 euro.
Mario Molegraaf
De grote en vreeselike vloed. De
Sint-Elisabethsvloed 1421-2021.
Onder redactie van Hanneke van
Asperen, Marianne Eekhout en
Lotte Jensen - Uitgeverij De Be
zige Bij, 192 pagina's, 26,99
euro.