vaak, maar je hield er sowieso epilepsie
aan over - en nog veel meer. Dat wilde
ik niet.'
Zeven maanden zat hij in de kliniek.
'Fantastisch. Ik ging vooruit, raakte
de ene dwang na de andere kwijt. Die
therapeuten waren streng, en mijn
redders. Alles waar ik bang voor was
moest ik in extreme mate doen, geen
escape.' Roebroeks leerde dat zijn
extreem lage zelfoeeld zijn dieper
liggende probleem was. 'Toen de dwang
weg was, konden we daaraan werken
met oefeningen en therapie.'
Roebroeks was inmiddels 21. Het
jongetje uit Sint Geertruid werd een
man. 'Ik groeide niet alleen mentaal.'
Hij wil laten zien dat herstel mogelijk is.
Ik dwang is daar het resultaat van: zijn
boek waarin hij lotgenoten en artsen
spreekt, beschrijft hoe diep hij ging, en
hoe hij opkrabbelde.
Hij studeerde bedrijfscommunicatie en
kunstwetenschap: twee masterstudies
tegelijkertijd. 'Ik had ineens zeeën van
tijd nu ik niet meer uren bezig was met
douchen en handen wassen.' Hij werkte
bij verschillende muziekpodia, schreef
over muziek. 'Achter dwang zit veel
vitale energie. Een depressie verlamt
je, mensen met dwangneuroses zijn
overactief. Ik leerde die overactiviteit
op een goede manier in te zetten.'
Zijn huis is altijd opgeruimd, maar
daar komt geen geodriehoek aan te
pas. Er staat ook weleens een gebruikt
koffiekopje op zijn bureau. Roebroeks is
schoon, maar niet kreeftrood: douchen
doet hij als dat nodig is. Hij werkt als
onderzoeker, schrijver en curator in de
muziek. Vanuit zijn rol als onderzoeker
is hij op zoek naar een verloren gewaande
operapartituur: Arianna van Claudio
Monteverdi - hij is al meerdere malen
in Venetië geweest. Daar dook hij in
de archieven van een van de tientallen
palazzo's. Roebroeks: 'Ik ga die partituur
vinden. Ik ben nog steeds even vol
hardend als vroeger.' Hij wijst naar
zijn hoofd. 'Maar nu op een gezonde
manier.'
MEZZA 37