'Ik vond het een absurde boodschap. Kanker, dat is helemaal niets voor mij' et een kleine gitaarkoffer die hij achteloos laat bungelen op de rug arriveert Jan Rot (63) bij de voormalige wachtkamer die vastzit aan station Rotterdam Noord. Hij is lang en mager, de oogopslag verraadt vermoeidheid. Hij legt de koffer naast zich op de bank, verontschuldigt zich bij voorbaat voor een te verwachten telefoontje van het ziekenhuis ('dat moet ik straks wel even opnemen') en bestelt een cappuccino. 'Jij bent een experiment,' begint hij, doelend op het interview. 'Ik heb net een morfinepilletje genomen. De arts gaf me dat voor als ik straks weer ga optreden. Maar de vraag is of ik er niet te suf van word. Dat gaan we nu merken.' Een iets verminderd bewustzijn zou voor Rot misschien niet eens zo slecht zijn, gezien alles wat hij te verstouwen krijgt. Het is een week of vier geleden sinds die rauwe boodschap in het ziekenhuis. Uitgezaaide darmkanker, ongeneeslijk ziek. Nog een half jaar te gaan, misschien een jaar. 'Op mijn twitteraccount had ik staan: meer dan veertig jaar in de muziek en nooit een dag ziek geweest. Dat heb ik nu maar weggehaald.' Sinds 1978 is Rot muzikant, die ondanks tal rijke albums nooit een Top 40-artiest werd. Hij schreef boeken en columns, hertaalde met artistieke vrijheid liedjes, klassieke stukken en musicalscripts. Sinds 2017 wonen Rot, zijn vrouw Daan en hun vier kinderen (19, 16, 13, 10 jaar) in het Oude Noorden in Rotterdam. Rot is deze middag te voet gekomen voor het interview, dat als vanzelfsprekend begint bij zijn medische situatie. 'Het laatste jaar voelde ik me steeds moeier worden. Ik had last van rare krampen, die ik zoveel mogelijk negeerde. Moet je niet naar de dokter, vroeg mijn vrouw. Maar een dokter is gezeur.' Afgelopen winter was de grens bereikt, zelfs voor Rot. 'Het ging slechter en slechter, ik hield niets meer binnen. "Je lijkt wel 80," zei mijn vrouw. Zo voelde ik me ook. Dus ik naar de dokter, die gaf pilletjes. Die hielpen prima. Half april kwam het terug en nu hielpen de pillen niet. Kramp, overgeven, ik voelde dat het helemaal mis was. Wat ik dacht? Als ik nu niets doe, ben ik binnen drie maanden dood.' Met tegenzin gaf Rot zich over aan de medici. De scans en echo gaven aanvankelijk een geruststellend beeld. 'Ze zagen wat ontste kingen, maar de dokter feliciteerde me nog. "U hoeft waarschijnlijk niet geopereerd te worden, al kunnen we het nog niet helemaal precies zien." Nou, binnen een paar dagen ging alles mis en moest ik onder het mes voor een spoedoperatie. De artsen troffen een dikke tumor aan die vanuit mijn darmen al was doorgegroeid naar mijn milt. Ze vertelden me achteraf dat ze had den getwijfeld: halen we die weg, of maken we dit weer heel snel dicht met de boodschap: niks meer aan te doen?' Ze kozen voor de eerste optie. Toen Rot bijkwam, werd hij bijgepraat over de nieuwe werkelijkheid. 'Ze vertelden dat ik een stoma had. "Voor altijd?" vroeg ik. Ja, voor altijd. "Nou, dan hoef ik in elk geval nooit meer op de wc te zitten zonder wc-papier," zei ik. Dat zit in mijn aard: verder, niet te lang bij stilstaan. Aanvaar den.' Het woord aanvaarden valt vaker tijdens het gesprek, dat Rot zicht baar vermoeit. Hoewel hij goed kan praten over zijn ziekte en zijn verwoeste toekomstperspectief, valt de inspanning hem zwaar. 'Dat is nu eigenlijk het enige: ik ben snel moe. Verder is er niet zo veel aan de hand.' Aanvaarden was ook het sleutel woord toen Rot met zijn vrouw Daan en oudste dochter Elvis (19) eind juli tegenover de arts zat die vertelde dat hij niet meer beter zou worden. De operatie mocht geslaagd zijn, de kankercellen hadden hun destructieve werk niet opgegeven. 'We gingen naar dat gesprek in de hoop te horen dat de stipjes die nog te zien waren op de scans met bestralingen zou den verdwijnen. Maar de werke lijkheid was anders. Ik zou de 65 waarschijnlijk niet halen. Dat is dus kerst volgend jaar. Nou, die boodschap had ik niet eerder gehoord, dat was een nieuwe erva ring voor me. Hoe ik reageerde? Ik zeg altijd dat je moet meesurfen op de golven van het leven. Dat was nu ook zo. Onmiddellijk had ik de reflex: niet te lang bij stil staan, het is zo. Ik word niet meer beter. Ik herinner me wel dat ik het een absurde boodschap vond. Ik dacht: Kanker? Ongeneeslijk ziek? Dat is helemaal niets voor mij. Nu ik dit vertel, grijns ik er weer bij. Om absurditeiten kun je maar het beste grijnzen. Na dat gesprek gingen we naar huis. Ik ben eerst even op de bank gaan zitten, heb een spelletje Memory met mijn dochter gedaan.' Die jongste dochter, Maantje Piet, is pas 10. Hoe vertel je een meisje van 10 dat nieuws? 14 M

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 94