Heleen van Royen
7
1
De afvalcontainers
van twee deuren verder staan weer aan de straat. Ze
zijn goed te zien vanuit mijn werkkamer. Ook vanuit
onze woonkamer, maar ik ben nu boven. De godganse
dag staren ze me aan: drie monsterlijke plastic bakken.
Ze ontsieren mijn prachtige uitzicht. Ik doe mijn
rechteroog dicht en houd mijn vinger voor mijn
linkeroog zodat ze uit beeld verdwijnen, maar zodra
ik mijn handen weer op mijn toetsenbord leg, zijn ze
terug. Ik kan nu nergens anders meer naar kijken. De
drie groene containers zijn roze olifanten geworden.
Geïrriteerd schuif ik mijn stoel naar achteren. Ik ben
het zat. Ze moeten weg. Dit is al de zoveelste keer. Ze
worden maandag geleegd en het is vandaag woensdag.
Ik ga niet tot maandag tegen drie roze olifanten aan
kijken.
Ik ren naar beneden, de straat op en loop met ferme
passen richting de containers. Net op dat moment
komt onze buurvrouw van een deur verder naar buiten.
'Ik ga die bakken weghalen,' roep ik tegen haar.
Ze begint te lachen.
'Het heeft geen zin, dat weet je toch? Morgen staan ze
er weer. Wij hebben het opgegeven.'
'Haalden jullie ze ook weleens weg?' vraag ik.
'O ja, zo vaak,' vertelt ze. 'Maar hij zet ze elke keer terug.'
Hij is dus de buurman van twee deuren verderop. Het is
een lieve oude man. Zijn vrouw is een paar jaar geleden
overleden. Sindsdien woont hij alleen in het grote huis.
Ik kom hem af en toe tegen, maar gek genoeg heb ik
hem de containers nog nooit naar buiten zien rollen.
En toch staan ze er bijna altijd.
'Ik speel een kat-en-muisspel met die kliko's,' zeg ik
tegen mijn buurvrouw.
'Dat ga je verliezen,' antwoordt ze.
Mijn buurvrouw krijgt gelijk. De volgende dag staan ze er
weer. Dit keer ga ik meteen naar buiten, dan is het maar
gebeurd.
Terwijl ik aan de bakken trek, staat de buurman ineens
naast me. Ik hoorde hem niet aankomen en voel me
betrapt.
'Ho, ho!' zegt hij. 'Wat bent u aan het doen?'
'Ik zet uw bakken even terug.'
'Maar ze zijn nog vol.'
'Dat weet ik, maar ze worden pas maandag geleegd.'
'Het is nu toch maandag?'
'Het is donderdag, buurman.'
'Weet je het zeker? Er gebeuren zoveel gekke dingen
vandaag. Is het echt maandag? Ik snap er niets meer van.'
'Het is donderdag. En u hoeft ze pas maandagochtend
buiten te zetten. Zondagavond mag ook. Zal ik dat voor
u doen?'
'Nee hoor lieve meid, dat hoeft toch niet. Dat kan ik zelf
wel.'
Maandagochtend staat de straat vol containers, behalve
bij de buurman. Waarschijnlijk heb ik de verwarring
alleen maar groter gemaakt. Terwijl ze buurmans bakken
buiten zet, voelt deze lieve meid zich een hele slechte
buurvrouw.
5
s
MEZZA 7
Schrijver Heleen van Royen (56) woont samen met Bart (34). Ze is moeder van Olivia (28) en
Sam (24) en oma van Spencer (1 jaar) en van twee bonuskleinkinderen van 13 en 11.
Kat-en-muis-
spel met de
ldilvos van
de buurman
LU
3