Op bezoek bij Hannah Goslar, hartsvriendin van Anne Frank Mijn moeder zei dat altijd mooi: God weet alles, maar Anne weet alles beter' 13 Ze was de beste vriendin van Anne Frank, met wie ze grote overeen komsten had. Het voornaamste verschil: Hannah Goslar (92) overleefde de oorlog wel. Nu er deze week een film over hen uitkomt, vertelt ze over hun jeugd. ALEXANDER VAN EENENNAAM Ze zaten samen in de zandbak. Ze kochten ijsjes, hielden van touw tjespringen en spanden een netje over de tafel om te kunnen tafel tennissen. Anne en Hanne, zoals ze bekend stonden, smulden met oud en nieuw van de oliebollen die Annes moeder had gebakken. Op regenachtige dagen trokken ze zich na schooltijd met andere vriendinnen terug in een van hun huizen aan het Merwedeplein in Amsterdam. Twee heel normale meisjes, opgroeiend in de grote stad. Alleen waren ze van joodse komaf. Hannah Goslar - haar moeder zei altijd Hanneli - wordt in no vember 93. Ze verloor bijna haar hele familie, maar overleefde met haar twaalf jaar jongere zus Gabi het concentratiekamp. Sinds vier jaar woont ze in een piepklein ap partement in Jeruzalem, op de be gane grond. Trappen lopen is te zwaar geworden. Haar dochter, die een etage hoger woont, kan de dertig treden nog wel aan. Han nah's kleindochter komt elke dag kijken hoe het met oma gaat. Veel zorgen hoeft zij zich om haar grootmoeder niet te maken. Zij stond in haar bestaan voor grotere uitdagingen dan zich in leven te houden in een van alle gemakken voorziene woning. Goslar (1928) verloor als tiener in de oorlog haar ouders en grootouders en zag Westerbork en Bergen-Belsen van binnen. In dat laatste kamp in Noord-Duitsland trof ze Anne Frank, in volstrekt andere om standigheden dan daarvoor in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Wanneer Goslar erover praat, doet ze dat vrij helder en gedetail leerd. Emotioneert het haar te veel, dan laat ze stiltes vallen, meestal gevolgd door een berus tend 'tja'. Zelfs wanneer ze die aangrijpende herinneringen op haalt, bevatten haar ogen hoog stens een spoortje vocht. Ze heeft de verhalen te vaak verteld om nog te breken. Hoewel ze onzeker is over haar Nederlands, beheerst ze de taal nog steeds. Het Nederlands voert haar gedachten automatisch naar haar jeugd. ,,Ik herinner me dat ik Anne voor het eerst zag. We wa ren net nieuw in Amsterdam, in de eerste week nam mijn moeder me mee naar een kruidenierswin kel. Daar ontmoette ze mevrouw Frank met haar dochter. Ze spra ken nog geen Nederlands, dus praatten ze in het Duits met el kaar. Anne ik keken naar elkaar, ik herinner me niet of we iets heb ben gezegd.'' Belletjes Amper een paar dagen later trof fen de meisjes elkaar opnieuw op hun eerste dag op de kleuter school. ,,Ik kwam binnen en zag Anne op de rug. Ze had belletjes vast waarmee ze muziek maakte. Toen ze zich omdraaide en mij zag, rende ze in mijn armen. We waren nieuw en spraken alleen Duits, we waren direct vriendin netjes.'' Anne en Hanne, zoals de meis jes in de buurt werden genoemd, hadden veel gemeen. Ze scheel den een half jaar (Hannah was de oudste) en verkasten in 1933 als kleuter met hun ouders vanuit Duitsland naar Amsterdam van wege de dreigende opkomst van Adolf Hitler. Op het Amsterdamse Merwedeplein grensden de por tieken van hun woningen aan el kaar. ,,Anne was een pittig meisje'', zegt Goslar. ,,Mijn moe der zei dat altijd mooi: God weet alles, maar Anne weet alles beter.'' Hanne en Anne vormden met drie andere meisjes uit de buurt een hecht vriendinnenclubje, op gericht om te tafeltennissen en vooral veel te kletsen. ,,We deden heel normale dingen. Touwtje springen, over jongens praten. We zaten ook bij elkaar in de klas. Anne en ik waren onafscheidelijk, sommigen zagen ons als een twee eenheid.'' Toen Anne op een dag plotseling verdween om onder te duiken in het achterhuis ('wij dachten dat de hele familie Frank naar familie in Zwitserland was'), was de schok bij Hanne dan ook groot. Het vriendinnenclubje bleef geampu teerd achter. Van Anne zelf hoorde Hanne drie jaar later dat ze ver LEES VERDER OP PAGINA 4 GO ZATERDAG 4 SEPTEMBER 2021 'Anne en ik waren een onafscheidelijk duo'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 61