J' lp 'Het was eenzaam. Ik kon met niemand over mijn geheim praten en voelde me een oplichter' jk Racheda Kooijman (45), dochter van een Marokkaanse vader en Nederlandse moeder, voelde zich als meisje hartstikke Nederlands, maar de buitenwereld dacht daar anders over. Ze schrijft erover in haar roman Vossenjacht: 'Over Marokkanen werd altijd negatief gesproken. Daarom vertelde ik iedereen dat ik half Spaans was.' k was een jaar of 8 toen ik me realiseerde: er is een norm. En wij voldoen niet aan die norm. Tot dan vond ik het volstrekt normaal dat ik alleen door mijn moeder werd opge voed. Waar mijn vader was, geen idee. Het boeide me ook niet. Natuurlijk, toen ik naar school ging en in aanraking kwam met andere kinderen zag ik dat sommige kinderen wel een vader hadden. Dat het daar anders was. Maar in het arme deel van Amsterdam-West waar ik opgroeide was het ner gens écht normaal. Veel vaders waren afwezig, er werd gedronken of er was agressie. Wij waren één van de velen. In die tijd - we hebben het over de jaren 80 - was er alleen op woensdagmiddag kindertv. Terwijl ik op mijn buik op de grond kinderseries lag te kijken bedacht ik me: blijkbaar is er zoiets als een papa en een mama die samen voor de kinderen zorgen. Ik heb alleen een mama. Je vader komt uit Marokko, vertelde mijn moeder toen ik ernaar vroeg. In de jaren 70 kwam hij als gastarbeider naar Nederland. Mijn moeder leerde hem kennen in het Amsterdamse uitgaansleven. Ze trouwden snel en er kwam een kind. Dat was ik. De cultuurverschillen bleken groot. Mijn moe der moest de woonkamer verlaten als er een man op bezoek kwam. En als mijn ouders naar de markt gingen en mijn moeder de boodschappen betaalde, voelde mijn vader zich in zijn mannelijkheid aangetast. Mijn moeder, een feministische zelfstandige vrouw, trok het niet langer en verliet hem. Dat was uniek. Het is niet gebruikelijk in de Marokkaanse cultuur dat een vrouw haar man ver laat. Het zette de zaak op scherp. Mijn vader wilde de voogdij en had al geregeld dat zijn zus uit Marokko zou overkomen om voor mij te zorgen. Tevergeefs, na tussenkomst van de rechter kwam er een bezoekregeling waarbij hij mij eens per week mocht zien. Het duurde even voordat ik doorhad wat het betekende half Marokkaans te zijn. Nu is het geen issue meer voor mij, maar toen, in de jaren 80, was er in Amsterdam-West sprake van buitenlander- haat. In mijn wijk trokken de oorspronkelijke bewo ners weg naar randgemeenten als Lelystad, Almere en Purmerend. Gezinsherenigingen vonden plaats, vrouwen en kinderen kwamen over uit Marokko, de portiekflats werden al snel bewoond door grote Marokkaanse gezinnen met zes tot acht kinderen. Ik had het allemaal niet zo door, speelde met alle kinderen uit de buurt, maar ik voelde de onvrede. Dan stond ik bijvoorbeeld met mijn moeder bij de MEZZA 33 'Het liegen ging me wonderwel af' o >- O O co I O LU LU X I co LU

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 113