Herman Koch zit aan een tafeltje bij het raam van café Adonis, een klas sieke kroeg op een van de honderden hoeken van de Eixample, de grote wijk met het schaakbordpatroon die de carrosserie van Barcelona vormt. Het is het tafeltje waar hij in 1987 schrijver werd, met een blocnote voor zich. Een typemachine zou te veel lawaai maken in het café. Zijn debuut roman, Red ons, Maria Montanelli, verscheen twee jaar later. Koch zou voor altijd in Barcelona blijven wonen, dacht hij. Met Amalia, een jonge lerares, geboren in Mérida, het zuidwesten van Spanje. Zoals zoveel gezinnen was ze met haar ouders naar de grote stad geëmigreerd, op zoek naar een betere toekomst. Hij leerde haar kennen toen hij haar een paar keer een pakje bezorgde van een vriend uit Amsterdam. De tweede keer, in mei 1986, raakten ze aan de praat, urenlang. De vonk sloeg direct over. Zij sprak Frans maar geen Engels, hij precies omgekeerd. Herman kende wel vijftig woorden Spaans. 'We konden elkaar in geen enkele taal verstaan, maar dat maakte de relatie aantrek kelijk. We hebben in het begin veel om elkaar gelachen, zij vooral om mijn Spaans. We dach ten wel: zullen we elkaar ook nog leuk vinden zodra we elkaar beter verstaan?' Ja, dat vonden ze. Hij, de verwende jongen uit Amsterdam-Zuid, opgegroeid in een beschermde omgeving, die verliefd werd op 'een toch exotische vrouw uit Extremadura, met een licht hese stem', die in het Spanje van de jaren 50 en 60 een totaal andere jeugd had beleefd. Dit jaar vierden ze dat ze al 35 jaar bij elkaar zijn. Hun geheim: 'Na zoveel tijd weten we goed wat we aan elkaar hebben. Dat we 's ochtends tegen elkaar zeggen: waar heb jij zin in vandaag? Gewoon doen wat in ons opkomt. Daarin zijn we hetzelfde, de prettige gewoonte niks vooraf te plannen.' Ze kregen een zoon, Pablo die nu 26 jaar is, werkt bij radiozender FunX en net zo graag als zijn ouders regelmatig in Barcelona verblijft. Herman en Amalia logeerden aanvankelijk bij familie, huurden daarna een pied-a-terre en kochten vorig jaar een woning. Zijn ze met z'n drieën, dan vliegen de talen over en weer, Nederlands en Spaans. Heeft ook z'n voordelen, zegt Koch. 'Ik heb Amalia nooit schat of schatje genoemd, dat zou ik echt niet kunnen. Het is altijd carino.' 'Ik vond het altijd leuk in onbekende ste den te blijven hangen. Ik wilde schrijver worden, en dacht dat ik buiten Nederland meer indrukken zou kunnen opdoen, een ruimere blik op de wereld kon krijgen. Op mijn 19de ging ik naar Finland, daarna een half jaar naar Casablanca. Twee, drie jaar in Londen, met mijn toenmalige vriendin. Vervolgens dacht ik aan iets als Madrid of Lissabon, en werd het Barcelona.' 'Ik had geen bezittingen, geen schulden, geen huis, alles paste in een koffer. Die koffer staat hier bijna veertig jaar later nog steeds, in een berging.' 'Dat speelde ook een rol, dat ik niet per se voor de familie in Nederland hoefde te blijven.' 14 Hoe kwam je in 1985, als jonge dertiger, in Barcelona terecht? Dat klinkt allemaal redelijk zorgeloos. Je had ook je ouders niet meer, die waren allebei al overleden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 86