Onneembare Afghaanse regio is nachtmerrie voor taliban
De onherbergzame en weergaloos mooie
Panjshirvallei is opnieuw een toevluchtsoord
voor Afghaans verzet. Nu probeert de zoon
van de legendarische Ahmed Shah Massoud
er weerstand te bieden aan de taliban. De
geschiedenis dicht hem goede kansen toe.
11
2004
Het vreemde is
dat iedereen
weet waar de
Panjshirvallei
ligt en hoe je er
moet komen.
Vanuit Kaboel
is het zelfs heel makkelijk. Je pakt
om te beginnen de snelweg naar
het noorden, over de Shomali-
vlakte, richting de machtige ber
gen van de Hindu Kush.
Na een kilometer of 30 kom je
eerst nog langs Bagram, waar tot
voor kort de grootste Ameri
kaanse vliegbasis lag. Een maand
geleden slopen de Amerikanen als
dieven in de nacht weg, zelfs zon
der de Afghanen te waarschuwen,
en nu is ze in handen van de tali
ban (net als bijna heel Afghani
stan). Een eindje verder kun je
even stoppen in het stoffige Cha-
rikar voor een kopje thee of een
kebab of om zomaar even rond te
kijken, om na een paar kilometer,
op het laatste stukje laagland,
rechtsaf te slaan en uiteindelijk
weer links. Dit is de weg naar
Panjshir, pal langs de rivier met
dezelfde naam die heel ver weg in
het noordoosten ergens ont
springt. Tot hier geen problemen.
En in normale tijden blijven die
ook uit. Maar dit zijn geen nor
male tijden. Afghanistan kent al
tijden geen normale tijden. De
Britten noemden het land met
enig gevoel voor drama een 'kerk
hof voor wereldrijken', en dat was
niet voor niets. Zij probeerden in
de 19de en het begin van de 20ste
eeuw zelf de woeste volkeren te
temmen, verloren er in drie oorlo
gen tienduizenden soldaten en
verleenden het in 1919 uit ellende
dan maar onafhankelijkheid.
In de jaren 80 dachten de Rus
sen even in en uit te marcheren
om de toenmalige communisti
sche regering in het zadel te hou
den, maar helaas. Ze bleven er uit
eindelijk tien jaar en keerden als
geslagen honden terug naar huis,
velen met nachtmerries over al
die mannen met baarden die als
spoken van de bergen naar bene
den kwamen en van geen opge
ven wilden weten. En nu moet
ook Amerika, na twintig jaar be
zetting, zijn langste oorlog ooit,
de handdoek in de ring werpen
(al blijft president Joe Biden vol
houden dat de klus geklaard is).
De Panjshirvallei is een con
stante in deze recente geschiede
nis. De Tadzjieken die hier leven,
brachten er hun grootste en dap
perste leider voort: Ahmed Shah.
Later kwam daar de toevoeging
'Massoud' bij, de Gelukkige. Hij
weerstond niet alleen de Russen
in de jaren 80, maar ook de taliban
in de jaren 90, tijdens hun eerste
heerschappij over het land. Nie
mand slaagde erin dit relatief
kleine stukje van Afghanistan te
veroveren. Ook nu weer is Panj
shir de enige van de 34 provincies
die niet is overlopen door de tali
ban. En als je er ooit geweest bent,
zoals uw verslaggever in 2004,
dan snap je waarom.
Smalle kloof
Na de kebab en het stof van Cha-
rikar doemt meteen de eerste hin
dernis op: de smalle kloof die toe
gang biedt tot de vallei. Hier
stroomt de Panjshir de vlakte in,
tussen de steile rotswanden. Wie
hier ook naar binnen wil in tijden
van oorlog weet meteen dat hij
een makkelijk doelwit is. In de 150
kilometer die volgen, richting de
grens met Pakistan en Tadzjiki
stan, gaat dat onbehaaglijke ge
voel nooit weg. Soms is de vallei
wat breder, maar nooit breder dan
1,5 kilometer, vaak zijn er alleen
die kolkende rivier, de smalle weg
en de intimiderende bergen aan
weerszijden.
En overal liggen er resten van
het machtige Russische leger dat
er veertig jaar geleden maar niet
in slaagde de mensen hier op de
knieën te krijgen. Verroeste tanks,
half in de rivier, uitgebrand aan de
kant van de weg, soms zelfs een
doorzeefde troepenhelikopter. En
natuurlijk alleen maar het blote
materiaal, alles is gestript. De
mensen hier weten hoe ze alles
tot de laatste druppel moeten uit
knijpen. Zo krijgen rupsbanden
GO ZATERDAG 28 AUGUSTUS 2021
In de Panjshtrvallei
Afghaanse verzetsstrijders in de Panjshir
vallei zijn bezig met een trainirig^oTo afp
MARK VAN ASSEN
LEES VERDER OP PAGINA 4
Souvenirshop bij het graf van Ahmed Shah Massoud
en de oude tombe in 2004 (onder). foto's mark van assen