Na de scheiding maakte JAN VAN MERSBERGEN (50) zich zorgen
over zijn kinderen en hun moeder. Hij schreef er een heel persoonlijke
roman over. 'Ik heb veel te lang gewacht met hulp vragen. En toen ik het
eindelijk durfde, liep ik bij Veilig Thuis tegen een muur aan.'
n Een goede moeder zegt Evert, de ex van hoofd
persoon Anja, tegen het eind van de roman,
tegen haar: 'Je bent een goede moeder'. Een uit
spraak die je ondanks de titel niet ziet aankomen,
omdat Anja het leven maar moeilijk kan dragen
en daarmee ook de zorg voor hun kind. Evert maakt
zich druk om de situatie bij zijn ex, met wie hij na
de scheiding hun dochtertje deelt. Als Anja voor de
zoveelste keer op een matras in de woonkamer ligt
terwijl hun dochter daar is, en het meisje haar eigen
avondmaal moet klaarmaken, schakelt Evert Jeugd-
hulp en Veilig Thuis in.
Jan van Mersbergen zet zijn armen breed als steun
pilaren op tafel als hij over de roman vertelt. Ja, zegt
hij, hij is Evert in het boek, en Anja is zijn ex-partner.
'Voor het eerst heb ik een boek geschreven waarin
ik bijna niks heb verzonnen. Ik heb er een roman
van gemaakt, maar alle ingrediënten komen één op
één uit mijn eigen leven.'
'De roman is geschreven vanuit het perspectief van
de moeder. Door haar ogen bekijk ik mezelf. Ik heb
mijn rol willen onderzoeken en mezelf de vraag
willen stellen: wat had ik anders kunnen doen?
Wat ik tegenkwam? Ik heb overschat wat ik aankon
en kon opvangen, tijdens en na de relatie. Ik verwijt
mijn ex niks, zij kan er niets aan doen dat ze psy
chisch minder stabiel is. Ze kan de kinderen niet
de begeleiding geven waarvan ik vind dat ze die
nodig hebben, dus wilde ik het goed doen voor twee
personen, net als Evert in het boek. Maar Evert is
misschien ook degene die alles verpest, omdat hij
niks kan loslaten en overal bovenop zit. Na de
scheiding heb ik te lang gewacht met hulp vragen.
Dat doe je niet zomaar, hulp vragen. Na zeker
twee jaar klopte ik aan bij een Ouder- en Kind
Team. Ze zeggen dat je daar altijd terecht kunt.
Ik hoopte op steun en erkenning, maar ik liep
tegen een muur op.'
'Ja, dat is een ander motief geweest om deze roman
te schrijven. Die instanties maken van die Postbus
51-spotjes waarbij je altijd iemand hoort schreeuwen
of ruziemaken en dan zie je een kind huilen. Dat is
hun spectrum. Maar naar mijn idee is dat zo'n vlak
beeld, er zijn zoveel meer manieren van verwaar
lozing. Ik hoor wel van meer gescheiden ouders in
eenzelfde soort situatie als ik die graag hulp willen. Maar ze
komen alleen in actie als het echt helemaal verkeerd gaat. De
kinderen waren bij mij en mijn nieuwe gezin onder de pannen,
dat wisten ze. Mijn zorgen werden erkend, maar er was geen
steun voor mij. Hun zorg richtte zich volledig op mijn ex.
Waarom richt de zorg zich niet ook op de mensen die het
opknappen? Wat als zij ook knappen?'
'Ik was 24 en zij 28, zij speelde toneel en kon heel mooi zingen.
Ze was betoverend. Ik wilde ook iets doen in de kunst, daarom
was ik naar Amsterdam verhuisd, maar ik wist nog niet wat. In
de roman laat ik Anja naar Evert kijken als die boerenkinkel
die plotseling een roman schreef, en ook nog wat succes kreeg.
Anja had graag zelf succes gehad als actrice.'
'In het voorjaar heb ik dat ook echt tegen mijn ex gezegd, ik
38
'Ik zou
SAMEN MET M'N EX
willen lachen'
o
O
CD
X
I
co
LU
I
Waarom wilde je dit verhaal vertellen?
In de roman geven Jeugdhulp en Veilig Thuis niet
de hulp waar Evert op hoopte.
Evert was in het begin stapelverliefd op Anja. Kon je dat gevoel
terughalen?
Anja is ook heel lief voor de dochter. Evert zegt in het boek
tegen haar: je bent een goede moeder.