Dat Mieke van der Weij een bekend mediagezicht zou
worden, lag niet voor de hand. Ze groeide op in het
Brabantse Genderen, met twee zussen en een broer. Vader
was het hoofd van de School met den Bijbel, moeder was
daar onderwijzeres. Vanuit dat gereformeerde onder
wijzersgezin ging Van der Weij Nederlandse taal- en
letterkunde studeren in Amsterdam, maar voor de klas
eindigde ze niet. Ze is wel bevoegd, mag zelfs in de hoog
ste klassen van het vwo lesgeven, maar de ongeïnteres
seerde pubers die ze trof tijdens haar stage maakten dat
ze dacht: o help, dit wil ik helemaal niet.
Zo belandde ze voor een eerste baantje bij Het Parool,
maar de wereld van radio en tv trok. De dertig jaar daarna
legde ze er een bont cv in aan. Veel mensen zullen haar
kennen van De Rijdende Rechter, dat ze elf jaar voor de
NCRV presenteerde en van het radioprogramma Nieuws-
weekend, voorheen de Nieuwsshow, dat tegenwoordig bij
Omroep MAX zit. Ze had zelden ergens een vast contract
en werkte als freelancer voor zo'n beetje alle omroepen
die Hilversum rijk is. 'Ik ben een duizenddingendoekje,'
zei ze daar eerder met zelfspot over. 'Met mij kun je alle
kanten op.'
Van der Weij woont met haar man, bijbelwetenschapper
en oud-NOS-bestuurder Sijbolt Noorda, in Amsterdam,
maar voor het interview spreken we haar vanuit een
boetiekhotel in Aix-en-Provence, Zuid-Frankrijk. Ze is
op vakantie, maar wil best even tijd vrijmaken voor een
interview per telefoon. 'Ik vind het anders zo vervelend
voor mijn collega's van de Dor Hout-podcast. Braaf, maar
waar.'
In de podcast die ze maakte voor Omroep MAX spreekt
Van der Weij zes mensen die vallen onder die zogeheten
'dor hout'-categorie: iemand die gehandicapt is, iemand
die kraakbeenkanker heeft, de voorzitter van de actie
groep Dikke Vinger, die zich verzet tegen de stigmatisering
van dikke mensen. En dus ook met rechter Frank Wieland,
die corona kreeg en op de ic belandde. Het zijn gesprekken
van een half uur waarbij Van der Weij's heldere en persoon
lijke interviewstijl met af en toe een ironische of plagerige
opmerking goed past.
'Ik ben er fluitend doorgekomen. Echt waar. Want, komen
we er toch weer op, mijn werk ging allemaal door. Eerst
mochten we geen gasten ontvangen in de radiostudio
en later was alles afgeschermd met plastic, maar we
konden wel programma's maken. Daar was ik heel blij
om. Maar saai was het wel. Ik woon in de binnenstad van
Amsterdam en ga veel uit: eten met vrienden, naar de
film, naar het theater. Nu dacht ik: ik kan net zo goed in
Assen wonen, of in Doetinchem. Aan die stad heb ik nu
niks. En ik heb heus een ontzettend leuke man, maar als
je nou iedere avond tegenover elkaar zit... Niet dat we
ruzie kregen, we zeiden net hier nog op vakantie dat we
het zo goed hebben gedaan met z'n tweeën, maar saai
was het wel.'
Meteen: 'Rust vind ik een totaal overschat fenomeen. Ik
ben helemaal niet uit op rust! Ik ben juist altijd op zoek
naar opwinding. Ik wil ergens naartoe gaan en denken:
wauw, leuk, spannend. Waarom moet iedereen voort
durend rust hebben? Dat snap ik nooit zo goed. Wel ben
ik een enorme leesveelvraat. Ik lees altijd al veel, zo'n
twee tot drie boeken per week, maar ik denk dat het er
in die coronatijd nóg meer waren. Ik heb net het nieuwe
boek van Nico Dros gelezen, zeshonderd pagina's over de
Middeleeuwen. Heerlijk gewoon! Je kunt me niet blijer
maken dan met zo'n boek. Als mensen meer zouden
lezen, zou het veel beter gaan met de wereld - daar ben ik
van overtuigd. Mensen lézen niet meer, dat vind ik heel
verschrikkelijk. Vooral die jongelui, zoals jij.'
Uitdagend: 'O ja? Wat is dan het laatste boek dat je gelezen
hebt?'
MEZZA 35
Hoe heb je dit coronajaar beleefd?
Heb je nog inzichten opgedaan in die coronatijd? Dat je
het fijn vond meer rust te hebben bijvoorbeeld?
Hé, ho eens, ik lees wel.