ZEELAND GEBOEKT Ongelooflijk thuis in kerken 16 ZEELAND De Vlissingse loods en mensenredder Frans Naerebout was al een held tijdens zijn leven, ruim twee eeuwen geleden. In een vliegende storm redde hij de bemanning van de Woestduyn. In 1826 was er stof genoeg voor een groots heldendicht over zijn koene daden. Marinus van Hattum geeft die 1860 dichtregels weer een sprankelend leven. De grond ingeschreven. Soms moet je die uitdrukking letterlijk ne men. Zo wordt algemeen aange nomen dat C. Buddingh' - de dichter van de Blauwbilgorgel - in 1978 door een vernietigende recensie van W.F. Hermans in een depressie geraakte en die nooit meer echt te boven is gekomen. Her mans stond sinds zijn bundel Mandarijnen op zwavelzuur bekend als een geduchte karakter moordenaar. Over Buddingh' vroeg hij zich af: 'Staan er, behalve taal- en stijlfouten, eigenlijk ook nog denkbeelden in Kees z'n nieuwste boek?' Zijn antwoord op die vraag laat zich ra den. Literaire valsigheid is zeker niet alleen van onze tijd. Kijk maar eens naar Johannes Leo- nardus Nierstrasz Junior (1796-1828), de schrij ver van het lange heldendicht Frans Naerebout. Nierstrasz was niet zo groot als tijdgenoot Hendrik Tollens, maar hij was zeker een ge waardeerd, zelfs gevierd poëet. In 1820 werd zijn dichtwerk De Nederlandsche nijverheid in Gent bekroond met een zilveren erepenning van de Koninklijke Maatschappij van Schoone Kunsten en Letterkunde. Verder streed hij voor verbetering van de leefomstandigheden in gevangenissen. Nationale held De Vlissingse loods Frans Naerebout (1748 1818) was als redder van schipbreukelingen uitgegroeid tot een nationale held. Nierstrasz besloot een lang gedicht aan hem te wijden dat in 1826 werd gepubliceerd. De recensies waren positief. Op één na. In het in 1828 ver schenen pamflet Nieskruid voor den heer J.L. Nierstrasz Jr werd de dichter met de grond ge lijk gemaakt. De anonieme criticus had het over 'hoogdravend woordgehuil en diep arm zalig, maar geestbedwelmend klatergerijmel'. 'We zullen nooit weten of deze brochure hem (Nierstrasz) de das heeft omgedaan, maar feit is dat hem kort daarna hevige koortsaan vallen teisterden die hem binnen enkele da gen alle krachten benamen.' Dat schrijft Mari- nus van Hattum (1946) in zijn pas verschenen studie over het aan Naerebout gewijde hel dendicht. De in Amstelveen woonachtige Van Hattum studeerde Nederlandse taal- en let terkunde aan het Instituut voor Neerlandis tiek van de Universiteit van Amsterdam. In 1994 promoveerde hij op leven en werk van dichter en zakenman Jan Frederik Helmers (1767-1813). Daarna legde hij zich toe op de uit gave van dichterlijke teksten uit die periode, zoals die van Willem Bilderdijk en Rhijnvis Feith. Nu publiceert hij het in de vergetelheid ge raakte dichtwerk Frans Naerebout. Volledig, alle 1860 regels, op de linker pagina het ge dicht, op de rechter de verklaring van in on bruik geraakte woorden. Het boek is voorzien van ruime inleidingen waarin leven en werk van dichter Nierstrasz aan bod komen. Ook wordt het gedicht taalkundig toegelicht: vers bouw, beeldspraak, stijlmiddelen, verschillen tussen eerste en tweede druk. Naerebout krijgt als hoofdpersoon van het gedicht een korte levensschets. Van Hattum beperkt zich tot de drie heldendaden waarvan in het dicht werk de lof wordt gezongen. De eerste is het redden van de bemanning van het in 1779 voor de kust van Walcheren vastgelopen VOC- schip de Woestduyn. Tien jaar later wist Nae rebout de stuurloos geraakte Zuiderburg vei lig in Plymouth af te leveren. In 1794 beloodste hij de koopvaarder Voorland tot aan Kaap de Goede Hoop, op de terugreis werd hij door Engelsen gevangen genomen. Vakman Was het gedicht niet erg lang, zelfs voor de le zers begin 19de eeuw? ,,Nee", zegt Van Hat tum, ,,mensen waren dat gewend. Bovendien las de dichter zijn werk voor in genootschap pen. Zo had hij een idee hoe het werd ontvan gen voor het werd gedrukt." En verder: „Te genwoordig gaat alle aandacht uit naar een ge dicht als De overwintering op Nova Zembla van Hendrik Tollens. Frans Naerebout wordt ver geten. Terwijl, als je het leest, het echt een aar dig gedicht is. Nierstrasz was geen Poesjkin. Maar ik heb van 'Naerebout' genoten, vers technisch gezien loopt het allemaal mooi vloeiend, je ziet dat er een vakman aan het werk was." Wat de venijnige kritiek betreft: Van Hat- tum denkt dat die kwam uit de pen van recen sent Jan J.F. Wap, een bewonderaar van Bil- derdijk. Wap verweet Nierstrasz dat hij de ver boven iedereen verheven Tollens nadeed. ,,Wat moeilijk te voorkomen was als je, zoals Nierstrasz, tegen Tollens opkeek", meent Van Hattum. Wap zou zich vooral hebben ge stoord aan de kritiek van Nierstrasz op Bilder- dijks wijze van spellen. Kwestie van een 'kleine' dichter die een 'grote' de maat neemt. Na de publicatie van Nieskruid kwamen er re acties in literaire bladen die het opnamen voor Nierstrasz. Die support kwam voor de dichter te laat. Gelukkig is er nu dit boek. Zeeuwse schrijvers Een 'wandelaar' noemde C.W. Mönnich zichzelf, bij voorbeeld in het lees- en kijkboek De kerk in het midden. Maar ik herinner me hem als een fietser, een fietser op de Heren gracht, onderweg naar de theolo gische faculteit van de Universiteit van Amsterdam. Op een drafje volgde zijn assis tent, door ons beginnende studen ten 'het slaafje' genoemd, de be jaarde tas van de bejaarde profes sor in de hand. Mönnich was in 1946, slechts 31 jaar oud, als hoog leraar begonnen, met als leerop dracht geschiedenis van het chris tendom van 800 tot 1800. Het wa ren misschien zijn nadagen toen ik hem meemaakte, in 1982 nam hij afscheid. Op een dag herhaalde hij domweg een college, maar we durfden hem niet te onderbreken, ook het slaafje niet, altijd in de buurt. Maar wat gaf het, het was een voorrecht naar hem te luiste ren. Nog meer op dreef was hij in een gewoon gesprek, bijvoorbeeld als je vertelde in Vézelay te zijn ge weest. Dan schilderde hij gewoon bij de koffiemachine alle details van de beroemde basiliek. Fietser, wandelaar, er zijn nog veel meer aanduidingen voor de man. Dilettant, pelgrim, nar heet zelfs een boek over 'de positie van C.W. Mönnich in cultuur en theo logie'. Hij was, in feite in zijn vrije tijd, pre- De kerk in het midden dikant. Maar vooral was hij, mis schien wel dag en nacht, schrijver, een van de eigen- zinnigste essayis ten uit onze literatuur, eerbiedig en oneerbiedig tegelijk, bijvoor beeld in de reeks Reidans der heili gen. Een buitenbeentje in de kerk, maar ongelooflijk thuis in kerken. In verschillende boeken wandelde hij langs Nederlandse kerkgebou wen. In Kijk op kerken bekijkt hij ook heel wat kerken in Zeeland, vanaf Middelburg tot en met Groede, altijd met aardige verha len. Maar als auteur blijkt hij meer gedreven in De kerk in het midden. Hij is op Schouwen: 'Die toren - Plompe Toren heet ze, en dat is geen goede naam: ze is niet plomp - is een monument van de val.' Hij ziet de grandioze kerk van Veere: 'een zware klip, waarop het schip van het menselijk tekort is gestrand'. Een schrijver die door je geest blijft gaan, wijzend en kij kend, wandelend en fietsend. donderdag 12 augustus 2021 GO Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland en boeken van Zeeuwse schrijvers Frans Naerebout: held in 1860 regels Jan van Damme M De gebroe ders Naere bout redden schipbreuke lingen van de verongelukte Oost-Indië- vaarder Woestduyn voor de kust van Walche ren. Gravure uit 1787 door Reinier Vin- keles naar Jacobus Buys (detail). ILLUSTRATIE UNIVER SITEITSBIBLIOTHEEK AMSTERDAM J.L. Nierstrasz Junior: Frans Naerebout - uit gegeven, ingeleid en toegelicht door Marinus van Hattum, 252 pagina's, 15 euro. Mario Molegraaf Fragment uit het heldendicht Frans Naerebout Verschriklijk was de nood der arme schepelingen Die, vreeslijk overplast, elkaar in de armen hingen, Van worstling machteloos, flaauw van honger, mat en stijf, Van kou; met hangend hoofd en ingedoken lijf, Of rollende oogen, van vertwijfling steeds verwoeder! Hier krimpt met brekend hart een radelooze moeder, In haveloos gewaad, met wanhoop op 't gezicht, wier afgemarteld kind aan leêge borsten ligt, En die, wat achtloos haar om 't lijf is vastgeslagen, Zich afscheurt, om haar wicht te dekken voor de vlagen, En nu zit neêrgekromd, om, tussen balk of bint, 't Geweld der stortzee af te weren van haar kind. Loods en mensen redder Frans Nae- rebout. Gravure door Phi- lippus Ve lijn naar Johan Pie- ter Bourjé in het heldendicht Frans Naere bout, tweede druk 1827.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 44