II Van Riessen: 'Dat ik niet meer kan rijden, is zuur' 9 Geen goud, dat knaagt bij Fontijn, die wel uitkijkt naar de rest van haar leven In Tokio nam boksster Nouchka Fontijn (33) gisteren met brons afscheid van haar sport. Een teleurstelling en opluchting ineen, vertelt ze in een monoloog vanuit de mixed zone. nog wat. Maar ja, nee, het is goed zo. Klaar. Ik heb geen zin om het nog langer in de lucht te laten hangen. ,,Ik kijk uit naar de vrijheid. Top sport is de perfecte plek om altijd maar ontevreden te zijn. Er gaat geen training voorbij of er wordt gezegd wat niet goed is. Dat is gewoon hoe het is. In het werkende leven, of bui ten op straat, gaat niemand zo vaak zeggen: 'Dit moet anders, dit moet beter, dit gaat niet goed'. ,,Ik ga vanaf nu gewoon een half jaar tevreden zijn met alles wat ik doe. Al zet ik het vuilnis buiten, doe ik een applausje voor mezelf. Ik ga het gewoon simpel doen. Een rustpe riode, vol op vakantie. En daarna ver zinnen hoe ik geld binnen ga halen. Ik zie er niet tegenop. Sommige men sen zeggen: 'het zwarte gat, het zwarte gat', nou, kom maar op met dat zwarte gat. Helemaal zin in. Er zijn zoveel dingen die je soms wilt doen en laat liggen, omdat je carrière altijd vooropstaat. Elk project dat je aanpakt komt altijd op de achter grond. Nu is het tijd voor andere din gen. „Ik zal de medailles missen. Kijk, het lekkerste gevoel van heel deze wereld is terugkomen met een gou den medaille. Ik kan me niet voor stellen hoe dat hier voelt, dat zal ik ook nooit meemaken, maar elk toer nooit je dat je hebt, waar je terugkomt met goud... Dat is een gevoel, dat kun je niet evenaren met iets anders. Trai ningen die hartstikke goed gaan, dan voel je je super- lekker. „Dan denk je: ik ga toch niet acht uur op een kantoor zitten? De blijdschap van het met medailles thuiskomen is het leukst. Dat is altijd de beloning geweest. Dus daar zal ik nog een oplos sing voor moeten vinden, waar ik dan die vreugde vandaan ga halen. Ik ga nu een halfjaar tevreden zijn met alles wat ik doe. Al zet ik het vuilnis buiten, doe ik een applausje voor mezelf a Ik ging nog een jaar door voor deze Spelen. En dat is het waard geweest. Maar ik wilde mijn carrière beëindigen met een gouden medaille en dat is niet gebeurd. Toen ik naar Rio ging, heb ik tegen mezelf gezegd: je doet nog één keer dit toernooi. Zie maar wat je daarna gaat doen. Zo zwaar vond ik het eigenlijk, toen al. Boksen is niet zomaar een sport. Het is niet als vol leybal. Als ik zou volleyballen, zou ik tot mijn 39ste doorgaan. Deze sport is dag in dag uit bikkelen. „Het gaat om het alleen zijn. Het aantal goede boksscholen in Neder land is op één hand te tellen. In Ier land zit elke school vol met dertig ta lenten. Daar heb je een groep om je heen. In Nederland heb je maar een paar toppers. Gelukkig heb ik een trainer, ik ben blij met mijn sparring partners, maar uiteindelijk loop je het pad alleen. Je zit alleen in die kleedkamer. Als ik volleybal was gaan doen, zaten we hier met vijftien teamgenoten. ,,Je ziet het hier, in het ge bouw van TeamNL, hoe leuk die teams het hebben. Dat krijg je niet met boksen, niet in Nederland. En dat maakt het een stuk zwaarder. Al ben ik wel goed met een heleboel boksers en heb ik leuke maatjes ge had. „Maar nu is het klaar. This is it. Na Rio heb ik nog mooie dingen meege pakt, dingen van de wereld gezien, ervaringen opgedaan, maar ik ben er wel echt klaar mee nu. Er is niks meer. Ik kijk uit naar de rest van mijn leven. Met brons ben ik nog niet te vreden. Niet vandaag. Misschien la ter. Ik weet het niet. Het voelt een beetje leeg. Misschien is het de op luchting die een beetje met de te leurstelling aan het worstelen is, ik voel op dit moment niet zo veel. „De confronta tie (met Lau ren Price, de Britse die in pakte een grote medaille de vorige keer, ik wilde nu die grote medaille, maar slaagde niet. Waar het aan lag, durf ik niet te zeggen. Ik had goede momenten en minder goede mo menten. ,,Van tevoren zeiden men sen: je moet niet zo stel lig zeggen dat je stopt. Misschien komt er ,,Ik werd wakker in een behandel kamer in het ziekenhuis. Van wat daarvoor gebeurde weet ik niet veel. Inclusief mezelf zaten er zes goede rensters in de kwartfinale. Dan weet je: ik moet scherp zijn. We waren aan het racen, het ging best wel lekker. Ik dacht: nu zit ik precies goed, zo eindig ik bij de eerste vier en ben ik door naar de halve finale. Ik denk dat we zo'n 60 a 65 kilome ter per uur reden. En toen, in een keer, ging het mis in de bocht. ,,Vanaf daar weet ik niks meer, tot ik in het ziekenhuis kwam. Ik bleek niet in Tokio maar in een dorpje vlakbij de wielerbaan te liggen. Ik dacht meteen: als ik maar niet het hele veld onderuit heb gekegeld door een fout van mezelf. Gelukkig hoorde ik al snel via mijn vriend Matthijs (baanrenner Büchli, red.): 'Het was niet jouw schuld, je kon er niet veel aan doen'. ,,In de behandelkamer merkte ik: oh, ik heb echt pijn in mijn rug. Dat wordt lastig om de sprint te rijden morgen. Maar wie weet kan het nog, dacht ik. Toen ze mijn pak open wilden knippen zei ik: 'Nee, nee, daar moet ik nog in rijden'. 'Nou, Laurien', zei onze dokter, die mee was, 'Je pak is door die val al helemaal aan gort'. Toen ik daarna uit de CT-scan werd gereden hoorde ik: 'Broken ribs, six fractures' Toen wist ik: morgen rijden gaat 'm niet meer worden. ,,Matthijs heb ik gezegd dat hij vandaag niet meer mocht komen, dat hij zich moet richten op zijn ei gen keirin. Mijn tijd bestaat uit on- derzoekjes, half slapen en mijn uitje van de dag is een tripje naar de wc, met rolstoel, ik ga straks maar weer. Ik zou maandag naar huis gaan, maar dat gaat nu sowieso niet gebeuren. De artsen in Nederland en hier zullen overleggen wanneer het veilig is voor mij om te vliegen, dan hoor ik het wel. Weet je, dat is niet het grootste probleem. Het grootste probleem is dat ik niet meer mag rijden, dat is heel zuur. ,,Wat scheelt is dat je weet dat je er niks aan kunt veranderen, dat je het beter zo snel mogelijk kunt ac cepteren, al denk ik dat de klap mis schien later nog wel komt. Ik denk niet dat ik doorga tot Parijs, maar zeg nooit nooit. Ik wil nog één of twee jaar door op de baan, mis schien moet ik het dan maar op een WK laten zien." zaterdag 7 augustus 2021 GO TOT EN MET MORGEN cw 'Kom maar met dat zwarte gat' FOTO'S PIM RAS Rik Spekenbrink Lisette van der Geest - Nouchka Fontijn (33) Tokio ▲Y Nouchka Fontijn in actie in de halve finale tegen de Britse Lauren Price, die uit eindelijk wint. 2019 na protest goud won ten koste van Fontijn) van vandaag was in mijn hoofd niet zo groot. We wa ren elkaar al vaker tegengekomen, het werd al wat norma ler. Maar tuurlijk, zij Laurine van Riessen (33) wilde geschiedenis schrijven, door als eerste Nederlandse een olympi sche medaille te winnen op de Zomer- en Winterspelen. Maar toen viel ze in de kwartfinale van de keirin. Nu ligt ze in een Ja pans ziekenhuis met meerdere gebroken ribben, een gebroken sleutelbeen en een kneuzing van haar long. Een monoloog vanuit een ziekenhuisbed. Lisette van der Geest Tokio Laurine van Riessen wordt af gevoerd na haar val. foto afp

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 77