TO Door de muur mm 2 Roy van den Berg, Harrie Lavreysen, Jeffrey Hoogland Het goud was gereserveerd voor de Nederlandse baanwielrenners, de topfavorieten op de teamsprint. Ze moesten het alleen nog even doen. En dat deden ze gisteren, tot drie keer toe, op weergaloze wijze. l\ A OLYMPISCHE SPELEN TOKIO 202ONE Goud voor Femke Bol? Kijk nu online! BOL Column THIJS ZONNEVELD Toen ik voor de derde keer dezelfde sla pende bewaker passeerde, in dezelfde gang, naast hetzelfde frisdrankautomaat, zat er niets anders op dan het toe te geven: ik was ver dwaald. De catacomben van de wielerbaan waren een doolhof zonder begin en zonder eind. Op goed geluk deed ik een deur open. Ik keek recht tegen de massale kont van Roy van den Berg. Hij zat op een fiets waarvan het voorwiel tegen de muur stond. Uit alle macht zette hij kracht op de pedalen. Alsof hij dóór de muur wilde fietsen. De laatste keer dat een Nederlandse baansprin- ter goud won op de Olympische Spelen, liepen er nog brontosaurussen over de baan. Nog vóór de Tweede Wereldoorlog was het, in 1936. Arie van Vliet was de beste. Daarna: niemand. Hoe vaak de vrouwen (Van Moorsel, Vos, Ligtlee) ook het goede voorbeeld gaven: de mannen pisten er keer op keer naast. Tweede en derde plekken, maar nooit een olympische titel. Theo Bos legde het fundament voor een nieuwe generatie, maar profiteerde er zelf nooit van. Hij werd ingeblikt door de Britse medaille- fabriek. Hij was niet de enige: de Britse mannen wonnen de afgelopen drie edities van de Spelen Slle sprintnummers. Keirin, individuele sprint, teamsprint: als het de ene Brit niet was, dan wel de andere. Voor de rest van de wereld was het vechten tegen de bierkaai. De Britten hadden meer geld, beter ma teriaal, meer macht. De Nederlandse baan- sprinters hebben het de af gelopen jaren moeten doen met een fractie van het bud get van de Britten. Ze gingen op trainingskamp naar een veredelde jeugdherberg, de begeleidingsstaf was niet veel meer dan een handvol mensen groot. Maar ze hadden wel een uniek, bij elkaar geraapt zootje ta lent. Roy van den Berg, Harrie Lavreysen, Jeffrey Hoogland: allemaal komen ze van de BMX, waar ze hun schouders, sleutelbeenderen en god-weet- wat-nog-meer kapotvielen. Ze werden overge haald om met jongens als Matthijs Büchli op de baan te gaan rijden, en verrek, het werkte nog ook. Ze maakten elkaar beter. De onderlinge concur rentie was zo groot dat niemand het zich kon ver oorloven om achterover te leunen. Vóór de Spelen van Tokio kregen ze alle druk op hun schouders. Niet in de laatste plaats van zichzelf: alleen goud was goed genoeg. Te winnen was er niets meer, te verliezen des te meer. Maar ook al was de concurrentie beter dan ooit: ze gaven geen krimp. Geen foutjes, geen barstjes in het har nas. Het was bijna zakelijk, zoals ze rondreden. Taak uitvoeren, doen wat je moet doen. Lange ha len, korte metten. In de finale wachtte de bierkaai: de Britten. Ze reden ze zoek. Na al die jaren proberen, na al die keren dat het niet lukte, na al die misgelopen titels, is het einde lijk gelukt. De Nederlandse baansprinters zijn door de muur gereden. Een uniek, bij elkaar geraapt zootje talent LISETTE VAN DER GEEST Zo'n zes jaar geleden klopte een jongeman van 18 aan bij een wieler baan. Hij hield van fietsen, van trai nen als een bezetene, van winnen. Sinds zijn dertiende blonk hij uit op de BMX-baan, maar de laatste ja ren werd dat succes overschaduwd door fikse schouderproblemen. Operaties, pijn, risico's, het ging niet meer. Maar toen, zes jaar gele den, stapte hij op een baanfiets en reed zijn eigen toekomst, en die van anderen, tegemoet. Het is een dinsdagmiddag in 2021 in Japan, en daar staat Harrie La- vreysen, 24 inmiddels, opgaand in een lachend oranje rijtje, in een groepje bodybuilders op fietsen. Hij is de kleinste van een stel grote mannen met stevig ontwikkelde spieren, en bleek ooit de ontbre kende schakel in een ploeg die deze dag geschiedenis schreef. Arie van Vliet was in 1936 de laatste Neder landse man die olympisch goud won in het baanwielrennen, op de 1 kilometer tijdrit, een onderdeel dat nu niet meer olympisch is. In 2021 komen de namen van vier Ne derlanders er in de boeken bij. Roy van den Berg, Jeffrey Hoog land, Matthijs Büchli en Lavreysen waren de afgelopen jaren onklop- baar op de teamsprint. Ze reden de concurrentie steevast naar huis. Nederland werd in 2018 wereld kampioen, en in 2019 en in 2020 .r=r Hoogland, weer. Ze zijn houders van het we- Lavreysen, reldrecord en waren in Japan dan Van den Berg ook de topfavorieten voor de team en Büchli sprint op de wielerbaan in Izu, op (vlnr) tonen een steenworp van de fameuze kei hun gouden rinschool. plak. Van den Berg (32) is van het eer ste stuk. De man wiens tatoeages op het bovenlijf lichtjes door zijn wie- lerpark schijnen, is de explosiefste van het stel. Hij brengt de groep op snelheid, vandaag tot drie keer toe in 17,2 seconden, eigenlijk langza mer dan hij zou willen. Van den Berg had een extra missie en droeg daardoor soms ook een extra last met zich mee. Een paar jaar geleden beloofde hij zijn moeder op haar sterfbed, voordat ze overleed aan de gevolgen van een hersenbloeding, er alles aan te doen om olympisch goud te winnen. Hij is het die na de winst met een brede grijns roept dat het team het inmiddels nou eenmaal gewend is te winnen. Ge- lukkig ook op deze dinsdag in Izu. Büchli (28) is specialist op de kei- rin, het onderdeel waarop hij vijf jaar geleden olympisch zilver won in Rio. Hij is ook de troef van het team in de voorronde. In 2018 startte bondscoach Hugo Haak met het doorspitten van de internatio nale regels. Met als doel een vierde rijder bij het team te hebben. Büchli inzetten in het begin, Hoogland een ronde ontzien. ,,Je zag dat En geland en Australië later inzakten, omdat zij moe waren'', zegt Haak na afloop van de olympische dag. ,,Die man extra was een goede be slissing, dat pakte goed uit." Grote plaat Niemand op de wereld die met zo'n groot verzet kan starten als Hoog land (28), zonder bij topsprinters te moeten lossen. Dat is zijn kracht, meestarten op de 'grote plaat', die speciaal voor deze Olympische Spe- woensdag 4 augustus 2021 GO Vanochtend vroeg (04.30 uur) liep Femke Bol voor het eerst tegen de snelste twee vrouwen op de 400 meter horden, wereldrecordhoudster Sydney McLaughlin en wereld- en olympisch kampioene Dalilah Muhammad. 'Eindelijk', zei ze er zelf over. Bekijk op onze site of de 21-jarige Bol in de finale de atletiekwereld opnieuw heeft verbijsterd. $0 @ThijsZonneveld Bodybuilders I knallen naar goud op de wielerbaan $0 @LvdGeest Izu

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 54