14
In haar ene hand een rolkoffer, in de andere haar
geboorteakte. Nog maar 11 jaar oud, moederziel alleen op het
razenddrukke Utrecht Centraal. Ze trekt de aandacht van een
NS-medewerker. Die weet: hier klopt iets niet.
Hoe verder?
Iets voor vieren doet een NS-
medewerker van de afdeling
Veiligheid en Service zijn
vaste ronde over het station
in Utrecht. Het spotten van
opvallend gedrag, opmerken van
bijzonderheden: dat is waar zijn
ogen op getraind zijn. Een jong
meisje trekt zijn aandacht. Ze
loopt tussen de mensenmassa on
der het hoge bollendak en is - op
een rolkoffer na - helemaal al
leen. Zijn gevoel zegt direct: hier is
iets niet in de haak.
Als hij haar aanspreekt, blijkt
communicatie lastig. Hij probeert
Nederlands en Engels, maar daar
reageert ze niet op. Het meisje is in
tranen. Ik heb hulp nodig, denkt
de NS-medewerker. Omdat het
meisje niet-westers oogt, worden
collega's opgeroepen die Arabisch
spreken. Zij kunnen haar wat ge
ruststellen, maar er wordt snel op
gemerkt dat zij niet hetzelfde dia
lect spreken als het meisje.
De politie wordt ingeschakeld.
Ondertussen besluit het NS-per-
soneel wat te eten voor het meisje
te halen; er is kans dat ze lang ge
reisd heeft en hongerig is. Bij een
stationssnackbar kopen ze een
koud flesje Fanta en een bakje pa
tat met mayonaise.
Om 15.55 uur krijgen wijkagent
Peter Brons en zijn collega een
melding binnen: of zij de NS-col-
lega's op het station willen onder
steunen? Ze hebben een jong
meisje helemaal alleen aangetrof
fen en weten niet goed wat ze met
haar aan moeten. Brons zit op dat
moment in de auto en haast zich
naar het station.
Tranen
Als hij daar vervolgens onder het
bollendak doorloopt, ziet hij haar
zitten. Een 'arme ziel' op een
bankje, zoals hij haar zelf om
schrijft, middenin het mierennest
dat Utrecht Centraal heet. Naast
haar een koffertje. Tranen in haar
ogen. Het steekt hem. 'Wat gaat er
om in dat koppie?' vraagt de agent
zich af.
Zijn oog valt op een papier dat
het meisje in haar hand heeft. Het
lijkt op een geboorteakte, ziet
Brons, maar dan in het Arabisch
en voor hem moeilijk te ontcijfe
ren. Ze komen er in ieder geval
achter dat het meisje in 2010 gebo
ren is. En verder heeft ze dus die
grijze koffer bij zich. Daarin zit
Ze heeft dingen
gezien die een meisje
van 11 niet gezien
hoort te hebben
wat kleding, hooguit voor een paar
dagen.
De agenten en NS-medewerkers
strijken met het meisje neer op
een bruine bank ter hoogte van de
snackbar Smullers. Daar komt Mo
hammed Bilal (24) rond half vijf
voorbij. Zijn dienst bij de Döner
Company in de stationshal begint
bijna, maar Bilal is vroeg en besluit
nog even naar buiten te gaan. Hij
ziet zeker vijf medewerkers om
een jong meisje zitten. Het meisje
huilt.
Koerdisch
,,Kan ik helpen?'' vraagt hij. Bilal
geeft aan dat hij Arabisch spreekt
en vraagt in die taal aan het meisje
hoe het gaat, maar daar reageert ze
niet op. „Spreek je soms Koer
disch?" vraagt hij, en dat blijkt zo
te zijn. Bilal, die zelf uit Syrië
komt, vraagt aan het meisje hoe ze
heet, waar ze vandaan komt, waar
haar ouders zijn, of ze weet waar
ze nu is.
Nee, is het antwoord op de laat
ste vraag. Ze laat weinig los. Lang
zaam ontvlecht Bilal waar het
meisje vandaan komt, wat haar
naam is. Hij begrijpt dat haar ou
ders in Syrië ziek zijn. Veel praten
doet ze niet; sommige vragen stelt
hij wel vier keer.
Bilal probeert haar gerust te stel
len, zegt haar dat het goedkomt,
dat de mensen om haar heen haar
willen helpen. Door zijn woorden
ontspant het meisje. Ze neemt een
ZORG
paar frietjes, maar heeft geen hon
ger, zegt ze. Bilal ziet hoe netjes ze
eruit ziet in haar donkere broek,
hoe haar lange donkere haren tot
net over haar schouderbladen han
gen. Hij ziet hoe ze rilt in haar
dunne spijkerjas. Even zoeken naar
de regio in Noord-Syrië waar ze
vandaan moet komen, wijst uit dat
het daar nu boven de 40 graden
Celsius is.
Opluchting
Ook wijkagent Brons neemt het
meisje goed in zich op. Ze komen
wel eens vaker verdwaalde of weg
gelopen kinderen tegen op het sta
tion, maar deze situatie is anders,
realiseert hij zich. Hij ziet in haar
ogen dat ze veel heeft meegemaakt
voor een meisje van 11. Dat ze din
gen gezien heeft die kinderen van
11 nog helemaal niet gezien horen
te hebben. Haar ogen spreken
boekdelen. Ze zijn leeg, vindt de
wijkagent. Maar anderzijds stralen
ze rust uit. Alsof ze wil zeggen: ik
ben hier nu, het is me gelukt.
Bilal hoort dat er een politie-
busje op het meisje wacht. Hij ver
telt haar dat het goedkomt, geeft
haar zijn nummer zodat ze hem
kan bellen als ze iets nodig heeft.
,,Ik ben blij dat ik iets kon doen,
maar had graag meer gedaan.''
Terwijl het meisje samen met de
agenten het station verlaat, wor
den er verschillende protocollen in
werking gezet. De ene na de an
dere instantie zal zich over haar si
tuatie buigen. Wijkagent Brons
voelt ondertussen opluchting. Hij
weet: hier in Nederland is ze in
goede handen. Geen duistere types
of louche figuren die met haar aan
de haal gaan. De situatie raakt
hem. Maar het komt goed met
haar, dat weet hij zeker. ,,Dat
straalde ze uit.''
dinsdag 3 augustus 2021
GO
Met een lege blik in haar ogen
stond daar een Syrisch meisj e
Emma Thies
Josselin Gordijn
Utrecht
- Peter Brons, wijkagent
Politieagenten ontfermen zich
over het Syrische meisje. foto
WIJKAGENTEN UTRECHT CENTRUM
Wat gebeurt er als een min
derjarige vluchteling wordt
gevonden?
In het geval van het 11-jarige
meisje in Utrecht is de Raad
voor de Kinderbescherming
ingeschakeld. Ook een instan
tie als Nidos, die jeugdbe
scherming biedt voor vluchte
lingen, wordt vaak betrokken
bij zo'n situatie. De Kinderbe
scherming bekijkt wat er pre
cies moet gebeuren. ,,Bij de
rechter kunnen we een voor
lopige voogdijvoorziening krij
gen over een kind, dat is ver
volgens drie maanden geldig.
Daarna wordt vaak een jeugd-
beschermer of gezinsvoogd
aangesteld, die beslissingen
voor het kind neemt'', zegt
woordvoerder Richard Bakker.
Het bankje waar wijkagent Peter Brons het meisje met de NS-medewerkers aantrof. foto angeliek de jonge