Ruben vindt zeldzame kies van bosolifant
4
Gestrand zoogdier wordt onderzocht door Naturalis en Universiteit Utrecht
Guido van der Heijden
Terneuzen
,,Dat gaat echt altijd zo", weet Pe
pijn Kamminga van Naturalis uit
ervaring. ,,Het moet wel echt hon
denweer zijn, wil er geen publiek
op zoiets afkomen." Kamminga is
de collectiebeheerder zoogdieren
van het Leidse museum en onder
zoekscentrum. Meestal betreft het
aangespoelde bruinvissen waar Na
turalis onderzoek naar doet. Soms
ook walvissen.
,,Het blijft bijzonder als we met
het snijteam aan de slag moeten",
zegt Kamminga. „Eerder dit jaar
een potvis op Vlieland en nu de
vinvis in Terneuzen. De tweede dit
jaar dus. De schedel gaat naar onze
collectie, voor onderzoek. Ruimte
genoeg, we hebben een enorm ge
bouw met 42 miljoen objecten."
Neusje van de zalm
De vinvis, die dinsdagochtend op
de boeg van een schip in de sluizen
van Terneuzen terechtkwam, is
volgens Kamminga niet het aller-
grootste exemplaar. ,,De gewone
vinvis is de een na grootste soort
die er is. De grootsten kunnen
27 meter lang worden. De blauwe
vinvis, ja dat is wat anders, die
wordt nog groter." Hij kijkt bijna
verlekkerd. ,,Dat is echt het neusje
van de zalm."
,,Zou je een meter opzij kunnen
gaan?" Willem van der Heiden uit
Terneuzen maakt foto's vanachter
de hekken. Graag zou hij een stukje
walvis bemachtigen voor zijn col
lectie. ,,Gewoon een klein stukje,
maakt niet uit wat. Dan bewaar ik
dat op alcohol." Hij blijkt een kleine
verzameling te hebben waar hij
maar al te graag een stukje vinvis
aan zou toevoegen en toont als
voorbeeld een foto van een glazen
potje met een uitgedroogde muis.
,,Hoe groot de verzameling is?" Hij
haalt zijn schouders op. ,,Het is een
mini-Naturalis." ,,Een rariteitenka-
binet, dat is het", wordt er naast
hem gelachen.
Beschermde soort
Heel vreemd is Van der Heidens
verzoek niet. ,,Dat soort vragen krij
gen we eigenlijk elke keer wel", zegt
Lonneke IJsseldijk, hoofdonderzoe
ker namens faculteit Diergenees
kunde van de Universiteit Utrecht.
,,Heel vaak willen mensen een
stukje hebben." IJsseldijk kan Van
der Heiden niet helpen, of ze wil of
niet. ,,De vinvis is een beschermde
soort en zelfs het in het bezit heb
ben van de kleinste stukjes is ille
gaal, tenzij je er de papieren voor
hebt."
De Utrechtse universiteit gaat
onderzoeken hoe de vinvis is over
leden: door de aanvaring, of toch
aan iets anders. Misschien was het
dier al dood. Pepijn Kamminga
Blauwe plekken
zouden erop kunnen
wijzen dat het dier
nog leefde toen het
aangevaren werd
geeft een voorbeeld van wat een in
dicatie zou kunnen zijn: „Blauwe
plekken zouden erop kunnen wij
zen dat het dier nog leefde toen het
aangevaren werd. Die hebben we
nog niet gezien. Het is nog te vroeg
om te zeggen. We kijken of het dier
ziek was, parasieten had, wat het
gegeten heeft." Terwijl hij spreekt,
worden er gaten gemaakt in de le
ver die op de grond ligt. Een sterke
lucht komt vrij. ,,Maar dat kan nog
veel erger", hij wijst naar de berg
darmen ernaast. ,,Wacht maar, als
ze die straks openmaken
Esme Soesman
Vlissingen
Nu en dan wordt er eens een res-
tantje bosolifant opgevist uit de
Westerschelde. Dat Van den Driest
een kies van het dier uit het Vlis-
singse zand plukte, wordt door
kenners dan ook met gejubel ont
vangen. Bij het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der We
tenschappen hebben ze vier kiezen
van de bosolifant in huis. Bij Natu-
ralis liggen er een aantal stukken en
er zijn wat resten in particulier be
zit, weet conservator Hester Loeff
van het Zeeuwsch Genootschap.
,,Als je dat afzet tegen de wolharige
mammoet: daar liggen duizenden
en duizenden kiezen van in musea
en privécollecties."
Ook Van den Driest begreep met
een een bijzondere vondst te heb
ben gedaan op het recent (met zand
uit de Westerschelde) opgespoten
strand. De in Souburg geboren en
getogen, maar al jaren in Zuid-Hol
land wonende Van den Driest
struinde als klein jochie al de bo
dem af. En ook in zijn werk als
duinwachter bij het Zuid-Hol
landse waterbedrijf Dunea is hij
alert op vondsten.
,,Ik loop altijd wel te struinen en te
speuren, ook als ik zoals nu vakan
tie heb." Maar tegen de bosolifan-
tenkies, een ding van 20 bij 17 cen
timeter, liep hij min of meer per
ongeluk aan toen hij nog even een
duik in zee wilde nemen. ,,Ik dacht:
het zal toch niet waar wezen." Hij
plaatste z'n vondst op sociale me
dia. ,,En toen had ik binnen no time
Hester Loeff en Dick Mol, hij werkt
bij het Natuurhistorisch Museum
in Rotterdam, op de lijn."
Dat er tot nu toe weinig restanten
van de bosolifant in Zeeland zijn
opgedoken, heeft onder meer te
maken met de relatief korte periode
dat de slurfdrager hier rond
struinde. Hij leefde maar een jaartje
of 10.000 in Zeeland, ergens tussen
de 126.000 en 116.000 jaar geleden.
,,Dat was tijdens een wat warmere
periode tussen twee ijstijden in",
vertelt Loeff.
De bosolifant was een gigabeest,
met een schouderhoogte van dik
boven de 3 meter. Op platte voeten
stampte hij in het rond om zijn
maaltje van bomen en struiken te
plukken. ,,Dat is een groot verschil
met de mammoet, want die loopt
op z'n tenen." Vondsten als deze
zijn superbelangrijk, zegt Loeff -
die altijd hoopt dat dergelijke vond
sten geschonken worden aan het
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen. ,,Zodat ze be
waard en onderzoekbaar blijven."
donderdag 29 juli 2021
De onderkaak van de vinvis wordt van vlees ontdaan. Van de nier worden monsters genomen. Het publiek kijkt geïnteresseerd toe.
Publiek smult van villen vinvis
Onderzoekers en studenten
waden door bloed en blubber.
Met scherpe messen wordt de
vinvis aan de Goessekade in
Terneuzen in stukken gesneden,
een graafmachine tilt onduide
lijke stukken vlees op of depo
neert organen op de kade. Het
publiek smult ervan.
- Pepijn Kamminga, Naturalis
MRuben van
den Driest met
op het paal
hoofd rechts
de kies van de
bosolifant. foto
DIRK-JAN GJELTEMA
Op zijn platvoeten struinde hij
ooit in Zeeland rond: De bos-
olifant, met een formaat van
heb-ik-jou-daar. Op het strand
bij Westduin in Vlissingen ont
dekte Ruben van den Driest een
kies van het al eeuwen uitge
storven beest. Bijzonder, omdat
de bosolifant weinig sporen
heeft nagelaten.
Onderzoekers zijn op de kade bij Terneuzen druk bezig met het ontleden van de vinvis. fotos anne hana