oqp
Het hoorde
erbij, vond hij.
Als je risico's
neemt, dan
kunje op je
kanis gaan
ij wees naar het groene bolletje
aan de rand van het bord sushi.
„Kun je dit eten?", vroeg hij. We
knikten. Hij rolde het om met
zijn stokjes en rook eraan. „Wat
is het dan?" Zijn broer zei dat het groente
was. Een puree van Japanse erwtjes. Hij
keek ons argwanend aan - we probeerden
zo hard mogelijk om niet te lachen.
Daarna haalde Epke Zonderland zijn
schouders op en schoof het bolletje
wasabi in één keer zijn mond.
Het was de dag nadat hij van de rekstok
was gedonderd in de olympische finale
van Peking, in 2008. Maar dat leek geen
enkel effect te hebben op zijn gemoeds
toestand. Het hoorde erbij, vond hij. Hij
had geprobeerd om de moeilijkste oefe
ning te turnen die hij kon verzinnen. En
als je risico's neemt, dan kun je op je kanis
gaan. Als je een groen bolletje eet waarvan
je niet weet wat het is, loop je de kans om
met een ontploft gehemelte en de tranen
in je ogen naar de wc te moeten rennen.
Over de nok van het dak
Het is soms alsof Zonderland geen angst
kent. Misschien is het zijn opvoeding.
Epke is de jongste van vier kinderen. Zijn
zus Geeske en zijn twee broers - Herre en
Johan - turnden ook. Wat zij niet durfden,
lieten ze de jongste eerst doen. In de gym
zaal, maar ook thuis. Zo lieten ze Epke
over de nok van het dak van het huis
lopen. Die was toch te klein om bang te
zijn. Het heeft hem gevormd tot wie hij is,
als mens en
als turner.
Het is niet
voor niets dat de
Fries zich heeft
gespecialiseerd op
de rekstok. Het is het
meest spectaculaire
turnonderdeel. Iets voor
waaghalzen, voor mensen
met doodsverachting. Het
is een kruising tussen sport
en Cirque du Soleil, het is vlie
gen zonder vleugels - met een
onzichtbare cape. En tussen die
waaghalzen is Zonderland de
opper waaghals. Hij scoort geen
punten door lullige, ongevaarlijke
draaitjes dicht bij de stok; hij doet
het door zo vaak en zo hoog mogelijk
te zweven, als een fakir zonder tapijt.
Waar zijn concurrenten er vaak voor
kiezen om een iets minder moeilijke oefe
ning zo netjes mogelijk te turnen, zoekt
Zonderland het in het grote gebaar. Zo
was hij de eerste die in een wedstrijd drie
vluchtelementen achter elkaar turnde. Hij
vloog ermee naar het goud op de Spelen
van Londen - al greep hij bij het laatste
element op een haar na mis.
Bert Otten, hoogleraar neuromechanica
aan de Rijksuniversiteit Groningen, deed
HIJ VALT (2008)
Behalve zijn olympische
goud van 2012 pakte Epke
Zonderland ook drie keer
de WK-titel op de rekstok:
in 2013 (Antwerpen), 2014
(Nanning) en 2018 (Doha).
Zonderland werd vier keer
gekozen tot Sportman van
het jaar (2009, 2011, 2012,
2013), waarmee hij samen
met Anton Geesink en Ard
Schenk recordhouder is.
Het eerste Nederlandse
turngoud? Dat werd al in
1928 tijdens de Spelen in
Amsterdam gepakt door
de twaalfkoppige Neder
landse vrouwenploeg.
42